SCHOT VOOR DE BOEG

De rauwe kracht van het OKT

Ik was er eigenlijk wel een beetje klaar mee, met dat langebaanschaatsen. Teveel gedoe met cijfertjes achter de komma, weinig avontuur met al die wereldbekerwedstrijden in overkapte buitenlandse arena’s zonder publiek, een groot gebrek aan concurrenten uit serieuze sportlanden. Nee, folklore heb ik het nooit durven noemen, daarvoor ben ik te verkikkerd op het veldrijden, het equivalent van het schaatsen bij onze zuiderburen. Ik hoor de jij-bak al aankomen.

Maar toen kwam het OKT.

Het Olympisch Kwalificatie Toernooi.

Voor het eerst in jaren zette ik weer eens voet in Thialf, de schaatsarena die de laatste maal dat ik erbij was in tamelijk aftandse staat verkeerde. De grijze betonbak in Heerenveen stond voor mij in die tijd zo’n beetje symbool voor alles dat ik tegen had op het schaatsen. Het stadion was al net zo verouderd als het langebaanschaatsen zelf, een sport die grote moeite had zichzelf opnieuw uit te vinden. En dat is een bittere noodzaak in een wereld waarin alles flitsender moet, waarin het publiek geen geduld meer heeft om een slepende sportdag zonder comfort door te brengen.

Het weerzien was een verrassing voor mij, hoewel de echte liefhebbers al eerder hebben ervaren dat Thialf een metamorfose heeft ondergaan. Van galmbak met een vaak haperende klimaatbeheersing tot een sporttheater met allure. Met een serieuze werkplek voor journalisten en fotografen, waarbij ik al wel signalen opving dat het aantal tribuneplekken voor de media weer eens mag worden uitgebreid. En als we dan toch kritisch zijn, de lichtshow na afloop van iedere afstand mag dan helemaal in het spektakel passen dat mensen op de tribunes krijgen voorgeschoteld, voor fotografen is het haast ondoenlijk om in het donkerpaarse sfeerlicht emotie van de artiesten te vangen op die cruciale momenten.

Maar dat zijn details in het grotere verhaal.

Tijdens het afgelopen OKT zinderde de lucht in de schaatshal, vlogen de dagen van de waarheid voorbij en kreeg het publiek elke vooravond een compacte show te zien die helemaal paste bij de spanningsboog van de hedendaagse consument. In dik twee, drie uur was het hele feest voorbij en hoorde je de toeschouwers op weg naar de uitgang opgewonden napraten over het spektakel dat werd geboden.

Zo zou het altijd moeten zijn, dacht ik op weg naar huis.

Weten dat het ergens om gaat, om een ticket voor de Olympische Spelen, de heilige graal. Kijken naar wedstrijden waarin wordt geschaatst met het mes op de keel, met dramatiek op elke afstand. De 500 meter met het koningsdrama rond Olympisch kampioen Michel Mulder, de twee valse starts van Dai Dai Ntab, de uitschieter van Ronald Mulder. De tien kilometer met de wederopleving van Jorrit Bergsma. De clash tussen Koen Verweij en Kjeld Nuis. Iedere dag had een verhaal, met uitgekomen dromen en met illusies die aan diggelen gingen.

Jammer alleen dat het nu weer vier jaar moet duren. Want wat je ook verzint, hoezeer je het theater ook oppoetst, hoe compact je het programma ook maakt bij World Cups en andere wedstrijden, die rauwe kracht van keiharde, bloedmooie, ware topsport in een Olympisch Kwalificatie Toernooi kun je niet kunstmatig oproepen.

 

GIO LIPPENS

Voorzitter NSP