Nieuws

Home sweet home!

De Olympische Spelen zijn voorbij. Dat is altijd even slikken. Ze worden tenslotte niet elke week gehouden. Ik herinner mij dat zich toch altijd een bepaalde opwinding van je meester maakte als een evenement tegen het einde liep. Vooral als het een relatief langdurig evenement was. Je mocht weer naar huis.

Benieuwd wat iedereen aan het doen is. Sommige collega’s zag ik alweer achter hun bureau zitten. Life goes on!

Een paar schaatsers gingen meteen door naar Haaksbergen en Arnhem, om te rijden op natuurijs. Waar zou Erben zijn, vroeg ik mij af.

Als thuisblijver waren het voor mij vooral de Winterspelen van Erben. Ik kan mij geen uitzendingen voor de geest halen waarin hij niet prominent aanwezig was. Ik moet wel zeggen dat ik vooral keek als het schaatsen zich aandiende.

Eén keer dacht ik ‘s ochtends om zes uur, nu maar even geen Erben en ik zette de radio aan in plaats van de tv. En ja hoor! Erben. Volgens mij vult hij zijn huidige rol in met eenzelfde gedrevenheid als die hij had als schaatser. Hij gaat er voor. Zelfs als hij bij een fietstocht een keer flink op zijn bek gaat. Het leverde hem prachtige wereldtitels op.

Zelf was ik getuige van het heroïsche gevecht dat hij uitvocht met Jeremy Wotherspoon om de wereldtitel sprint in 2005, Salt Lake City. Alles-of-niets, man tegen man in de beslissende rit op de 1000 meter. Erben was superieur bij dat gedenkwaardige moment voor de Nederlandse sport.

In de vier keer dat ik bij Olympische Spelen was reisde ik twee keer met TeamNL terug. In 2004 uit Athene per vliegtuig, in een uitgelaten en ontspannen sfeer. Wat me daarvan het meest is bijgebleven is dat bij aankomst de koffers zoek waren, net als op de heenweg.

2006 was bijzonder! Uit Turijn gingen we allemaal met de trein terug. De hoofdsponsor had namelijk iets met treinen. Ik weet niet of iedereen er even blij mee was. Ik dacht dat Marianne Timmer opmerkte: ,,Blij dat NOC*NSF niet door Gazelle wordt gesponsord. Dan hadden we op de fiets terug gemoeten.’’

Eerst de bergen in, om enkele ‘verdwaalde’ bobsleeërs (en collega’s) op te pikken. In Frankrijk overgestapt op een supersonic model van de NS en met een noodgang richting Zwolle. Daar was de ontvangst.

Op een pleintje nabij het perron werden we bijna platgedrukt. Onwillekeurig ga je je zorgen maken. Zouden de kinderen (toen 2 en 5) niet knel komen te zitten.

Vier jaar eerder had ik Salt Lake City met Bas van de NOS in onze ‘Tukkers on tour bus’ onveilig gemaakt. In die tijd had ik ook Henk Gemser leren kennen, die wel eens meereed.

Tot mijn stomme verbazing zag ik Henk terug in Zwolle en in plaats van dat hij langs de baan twee vingers omhoog stak hield hij twee kinderen omhoog: die van mij! Waarschijnlijk had Henk gezien dat ze het een beetje benauwd kregen en ze als een soort van reddende engel de buitenlucht in getild.

Hij heeft nooit geweten dat het mijn kinderen waren (ze zijn groot geworden Henk!). Maar als ik aan Turijn terugdenk denk ik vooral aan dat moment van Henk. Méér nog dan aan die twee bronzen medailles die Erben er won.

GERT LAMMERINK

Gert Lammerink (1962) schrijft deze wekelijkse column op persoonlijke titel. Hij werkt sinds 1988 bij het ANP, was in die periode twee keer chef sport, werkte daarnaast als algemeen eindredacteur en combineert tegenwoordig dat werk met sportverslaggeving. Hij deed verslag van vier Olympische Spelen (2002, 2004, 2006 en 2008). Daarnaast bezocht hij vele WKś voetbal (1990, 1994, 1998, 2010), EK’s voetbal (1992, 1996, 2000, 2008) en verder tal van titeltoernooien in het schaatsen, paardensport en judo.