Nieuws

Hup Heracles!

Oud-voorzitter van Heracles Jan Smit baarde vorige week opzien door uit te roepen dat hij er geen traan om zou laten als FC Twente degradeert. Dat leidde tot commotie.

FC Twente-trainer Gertjan Verbeek deelde na afloop van de derby tussen de clubs, gewonnen door Heracles, zelfs even ‘een sneer uit’ naar zijn goede vriend, zo las ik. Gertjan was vroeger trainer van Heracles.

Als voorzitter van de raad van commissarissen van de KNVB moet Smit boven de partijen staan, begreep ik verder uit de vele commentaren. Voor mij hoeft dat niet.

Smit verdedigde zich te door te zeggen dat hij als ras-Almeloër het volste recht heeft het schitterend te vinden dat Twente degradeert. ,,Zij hebben ons namelijk altijd Calimero genoemd!’’

Jan zit nu in Zeist en heeft ook verantwoordelijkheid over Oranje, dat door de rest van de wereld Calimero wordt genoemd. Ik hoop dat Jan dat een plek weet te geven.

Zelf ben ik geboren Enschedeër. Desondanks heb ik altijd grote sympathie gehad voor Heracles. Als we vroeger naar Almelo reden om mijn grootouders te bezoeken, werd ik er doorgaans aan de Bornsestraat uitgezet. Dat was meestal halverwege de thuiswedstrijd van Heracles, dat destijds altijd ergens onderin de eerste divisie bungelde. Ik werd in de rust zonder kaartje doorgelaten. Kennelijk deden de suppoosten destijds niet kleinzielig als er iemand binnenkwam die voor FC Twente was.

,,Hallo mien jong!’’ zei opa altijd, als ik mij meldde op zijn vaste plek. Het zal eind jaren zestig zijn geweest. Opa zat zo dicht achter het doel dat hij zonder stemverheffing een praatje met doelman Arend Steunenberg kon maken. Dat deed hij ook geregeld. Arend zat ook nooit verlegen om een praatje.

,,Loat oe nie veneuk’n Aant’’, was de gebruikelijke tekst van mijn grootvader richting de keeper als er een tegenstander in zijn buurt opdook. Ik keek daar aanvankelijk nogal van op, maar later begreep ik dat veneuken Almeloos is voor in de maling nemen.

Een keer schrok Arend zo van mijn grootvader dat hij in een laatste poging nog te redden wat er te redden viel de hoek indook en met zijn hoofd tegen de paal botste. Hij bleef roerloos liggen. Gelukkig kwam Arend na enkele minuten bij zijn positieven en is hij altijd met zijn kop boven het Twentse maaiveld blijven uitsteken. Hij heeft zich nooit meer laten veneuken.

Leuk dat Jan Smit van Heracles een goede eredivisieclub heeft gemaakt. Met zo’n modern stadion ook. Maar zo mooi als aan de Bornsestraat wordt het voor mij in Almelo nooit meer, met opa achter- en Arend in het doel.

Opa heette overigens ook Arend. 

Gert Lammerink (1962) schrijft deze wekelijkse column op persoonlijke titel. Hij werkt sinds 1988 bij het ANP, was in die periode twee keer chef sport, werkte daarnaast als algemeen eindredacteur en combineert tegenwoordig dat werk met sportverslaggeving. Hij deed verslag van vier Olympische Spelen (2002, 2004, 2006 en 2008). Daarnaast bezocht hij vele WKś voetbal (1990, 1994, 1998, 2010), EK’s voetbal (1992, 1996, 2000, 2008) en verder tal van titeltoernooien in het schaatsen, paardensport en judo.

 

GERT LAMMERINK