SCHOT VOOR DE BOEG

Ernstig verlies

Iedere organisatie, hoog, laag, stijf, stijlvol, heeft een paar toffe gasten nodig. Mannen (soms vrouwen) met wie je gemakkelijk contact maakt. Van hee, hoe zit dat. NOC*NSF hàd Jeroen Bijl en Charles van Commenee. De een als het rustgevende type op de achtergrond, oud-volleybalinternational, geschikte peer. De ander is een Amsterdammer, veelweter, geen betweter, trainer van olympische atletiekkampioenen, tot bedaren gekomen in sportland Groot-Brittannië.

We weten het en jullie lazen het door de schrijfwijze in de onvoltooid verleden tijd: Bijl en Van Commenee zijn kort na de Winterspelen van Pyeongchang vertrokken bij NOC*NSF. Zullen we het maar als een ernstig verlies voor de Nederlandse topsport beschouwen?

Vorige week nam Jeroen Bijl (51) afscheid met een heuse receptie op Nationaal Sportcentrum Papendal. We waren erbij. Bijl wilde toch een paar mediamensen getuige laten zijn van zijn vaarwel. Hij werd behoorlijk op het schild geheven, zelfs door de directeur (Gerard Dielessen) die op aanraden van een Amerikaans adviesbureau (AT Kearney) een onzinnige sollicitatiewedstrijd tussen Bijl en diens kompaan Maurits Hendriks had ingesteld. Met louter verliezers als gevolg.

Charles van Commenee (59) hoefde geen officieel afscheid, meldde hij mij vorige week. Hij stond al eens vooraan bij NOC*NSF, als technisch directeur en als de eerste professionele chef de mission die de olympische organisatie kende (Peking 2008). Daar was hij trots op. Hij was minder trots op het bestuurlijke voornemen om voortaan dat werk van de CdM door een tijdelijke huurkracht dan wel een goedwillende ‘amateur’ te laten doen.

Zulke dingen zei CvC, codenaam, dan ook tegen je. Allemaal bedoeld om het schip van zijn geliefde olympische organisatie op koers te houden. Er moeten andere mannen en vrouwen (ook hier schaars) aantreden om de leemte in Arnhem op te vullen. Die te vinden, de goeden, de excellenten, zal best een lastig karwei worden. Met name Van Commenee, in 2005 de opvolger van topsportdenker Joop Alberda, was een brein en een bron van kennis die door velen op Papendal werd geraadpleegd.

Vorige week benoemde Jaap de Groot, hoofdredacteur sport van De Telegraaf, NOC*NSF als een soort van ministerie van sport. In Sport Knowhow XL sprak hij: ‘Bij sportkoepel NOC*NSF krijg je zo langzamerhand het gevoel dat ze een tweede ministerie van VWS willen worden. Ze trekken alles naar zich toe. Terwijl ze simpelweg de Nederlandse atleten moeten faciliteren en dat gewoon goed moeten doen. Maar ze maken zich druk over het vermarkten van de naam van TeamNL, via een campagne die een miljoen euro heeft gekost.’

Alles wegdenkend dat van minder belang is zijn we bij de kern van de zaak. NOC*NSF moet Nederlandse sporters faciliteren. Wat je er ook van vindt, dat was in goede handen de laatste jaren.

Die veer mag ook op de hoed van de bekritiseerde Maurits Hendriks, maar laten we in onze nabeschouwingen niet de grote invloed van Bijl en Van Commenee vergeten. Zij zijn geen sportministers, maar absolute dienaren van de nationale topsport die mede door hun inbreng van mondiaal toptien niveau is geworden.

JOHN VOLKERS

Vicevoorzitter NSP