Nieuws

Zomergasten!

Met de Tour is zo ongeveer een einde gekomen aan de mooie sportzomer. Vooraf had ik me het meest verheugd op het WK voetbal. Ik was bevooroordeeld. Mijn interesse gaat altijd vooral uit naar voetbal.

Achteraf heb ik het meest genoten van het wielrennen. Het prachtige gevecht tussen Dumoulin en Froome in de Giro. De enerverende ritten in de Tour, met indrukwekkend aanvalsspel van Nederlandse renners als Dumoulin en Kruijswijk.

Sinds de tijden van Joop Zoetemelk en Hennie Kuiper had ik bij het wielrennen niet meer zo aan de buis gekluisterd gezeten. Soms bleef ik zelfs thuis voor een rit. Dat was jaren niet meer voorgekomen, vooral ook omdat ik doorgaans op vakantie ging als het voetballen was afgelopen.

Afgezien van de sportieve gevechten was er nog een verschil tussen voetbal en wielrennen voor mij. Op het WK heb ik me vaak zitten ergeren aan het overspannen gedrag van vele betrokkenen.

In het wielrennen lieten de topsporters zien normale mensen te zijn, hoewel soms beschikkend over bovenmenselijke krachten. Dumoulin en Kruijswijk hoorde ik gewoon meteen na de koers een goed verhaal vertellen, soms met spontane emotie (‘wat een kutzooi met die motor’), maar nooit buitensporig.

Je zou bijna denken dat je deze jongens zo tegen kunt komen straks op de camping, maar dat is onmogelijk, want ik ga nooit kamperen.

Maar met zo’n Ronaldo heb ik dat gevoel nooit.

De mooiste gewone topsporter is wat mij betreft toch nog steeds springruiter Gerco Schröder, tweevoudig zilveren medaillewinnaar op de Olympische Spelen, wereldkampioen, noem maar op.

In 2006 won de Nederlandse springequipe goud op de Wereldruiterspelen van Aken. Ze werden in de historische Duitse stad gehuldigd op het marktplein.

Het was even zoeken om ‘onze jongens’ Gerco Schröder, Jeroen Dubbeldam, Albert Zoer en Piet Raijmakers (de huidige nummer één Harrie Smolders was destijds reserve) te vinden. Uiteindelijk troffen we ze ergens bij een zij-ingang van het Rathaus. Geen biertent in de buurt. Voor mij was de lol er al af.

Piet doorzag dat en riep monter: ik heb al besteld, het bier komt er zo aan.  We zijn hier niet voor niks wereldkampioen geworden. Dat gebeurde inderdaad, maar helaas stonden er op het dienblad slechts vier grote glazen. De succesvolle equipe bestond immers uit vier man.

Gerco pakte zonder aarzeling zijn glas en gaf het meteen aan mij. ,,Ie bint d’r meer an’toe dan ik’’, zei hij. Bovendien moest Gerco die avond nog rijden en ik niet.

GERT LAMMERINK