Nieuws

Walhalla voor la Stampa

Als ‘stampa olandese’ was ik plotseling terug in de mondiale topsport volleybal die ik tussen 1989 en 2002 ook met zoveel plezier volgde. De mannen van Nederland, de Lange Mannen zoals Hans Klippus, Willem Vissers en ik de volleyballers ooit van een geuzennaam voorzagen, deden het sterk op het WK in Bulgarije, waarna bij mijn Volkskrant besloten werd het team te volgen in de tweede ronde.

Die vond voor Nederland (en Italië, Rusland en Finland) plaats in het gigantische Forum Mediolanum, in Assago, een buitenwijk van Milaan. Er passen 12.000 toeschouwers in, op bordeauxrode stoeltjes, en het maakt, mede door de constructie van staal en (nog niet rottend) beton, enorm veel lawaai.

Wie bij de tweede ronde van het WK wilde instappen als ‘media’, moest zich, ook als eerste ronde-deelnemer, melden bij de wereldvolleybalbond FIVB die gelukkig wel besloten had de digitale aanmelding te vereenvoudigen. De originele procedure is een kleine hel. Veertien pagina’s instructie voor een verouderde site die alleen via Internet Explorer toegankelijk is. De tijdelijke was snel. Thijs Pietersen van de Nevobo hielp waar hij maar kon en het was snel geregeld.

Ik kwam er rap achter dat ik van de Nederlandse media de enige krantenman was. Johan van Polanen (ook voetbalman van Fox) deed Ziggo tv. Maarten Tip kwam, vergezeld van cameraman Maurits Obbema, voor de NOS. In Bulgarije was Van Polanen nog solo. Dus de Nederlandse opkomst was in Italië direct verviervoudigd. Daar kwam nog bij dat Henk-Jan Held voor de Rai optrad. Zijn broer Willem, oud-hoofdredacteur van het blad Volleybal en tegenwoordig sportverslaggever van De Telegraaf, ontbrak. Diens zoon Stijn is derde spelverdeler van Nederland. Zijn neef Maarten van Garderen is passer-loper van Oranje. Daarom laat Willem, de volleybalkenner van Nederland, mannentoernooien aan zich voorbij gaan.

De werkomstandigheden in Milaan waren uitstekend. Er was, als altijd, een perstribune, op de as van het veld. Iets verhoogd, wat verder van het veld, maar juist daardoor hadden we een prima zicht en kregen we bij het inslaan geen ballen op de kop. Een minuut na elke set kwam een van de honderden stafleden (in Italië zijn ze niet aan te slepen, die vrijwilligers) een A4-tje met statistieken brengen. Het internet was bekabeld. Italiaans was de voertaal, want naast die paar Nederlanders waren er twee Finnen en geen enkele Rus.

De perszaal was op 30 meter afstand, stil, redelijk koel, behoorlijk leeg. Officials deden nooit moeilijk. Met je stampa-kaart om de nek kwam je overal. Ik interviewde Gido Vermeulen, de bondscoach, gewoon op het veld. Mevrouw Mastrangelo, een klein Italiaanse popje, was met haar man (ex-topvolleyballer) mee voor de Rai-uitzending, en wilde op de perstribune zitten. Ze zag er dan misschien oogverblindend uit, maar de media-opzichters waren niet verblind. Popje mocht niet op de perstribune. Die was voor het vakmatig werkende volk, niet voor decorstukken.

Op de slotdag ontdekten we dat beneden, in de kelder, de grootste perslounge ooit was ingericht. Metertje of 80 lang en 40 breed. In het afgeschermde deel, 20 bij 15, was er eten en drinken. De koffie was van een kwaliteit die we in Nederland niet kennen. Opeens wist ik weer waarom ik vroeger zo graag naar Italië ging voor sportwedstrijden. Nooit moeilijk doen, goede koffie schenken en in een loeiende atmosfeer verslag doen. Het walhalla voor de stampa.

JOHN VOLKERS

De VOLKSKRANT

De Italiaanse volleyballer Osmany Juantorena, geboren Cubaan, wordt geïnterviewd voor het wandbord vol sponsoruitingen.

De ruim bemeten perslounge in de kelder van het Forum Mediolanum.