SCHOT VOOR DE BOEG

Zakt ‘VDH’ in het bestuurlijke moeras weg?

‘Natuurlijk krijg ik mee dat er druk wordt gespeculeerd over de functie van chef de mission voor de Olympische Spelen van Tokio 2020. Omdat ik veel waarde hecht aan transparantie, kan ik alleen maar volmondig ’JA’ antwoorden op de vraag of ik het zelf zou willen. Ik zou het een enorme eer vinden om TeamNL aan te mogen voeren en - met mijn kennis, ervaring en netwerk - sporters, coaches en andere begeleiders te helpen om het beste uit zichzelf én elkaar te halen.’ Was getekend: Pieter van den Hoogenband.

De hartenkreet van de oud-zwemmer, als drievoudig olympisch kampioen een sporticoon, leek eind september een in zijn column in De Telegraaf verpakte open sollicitatiebrief aan Maurits Hendriks. De technisch directeur van sportkoepel NOC*NSF - tot en met de Spelen van 2016 zelf de ploegleider in olympisch verband, maar na ‘Rio’ afgerekend op de storm van kritiek over het naar huis sturen van de losbandige turner Yuri van Gelder en het organiseren van de ‘losersvlucht’ voor niet-medaillewinnaars - had de bal voor het inkoppen.

Zou je denken, althans. Immers: met oud-judoka Mark Huizinga, ex-schaatser Carl Verheijen en de gewezen rolstoeltennisster Esther Vergeer - eveneens een olympisch kampioen respectievelijk medaillewinnaar bij de Spelen en een paralympische grootheid - maakte Van den Hoogenband deel uit van ‘het klasje van Hendriks’. Ofwel: zij gelden als de ‘ambassadeurs’ die het Oranjegevoel moeten aanwakkeren. Niet alleen bij het grote publiek, maar ook bij de olympiërs of paralympiërs.

Dat Van den Hoogenband de juiste persoon leek om Hendriks als chef de mission op te volgen, bewees hij als teamleider bij het Europees Jeugd Olympisch Festival in zowel 2015 als 2017. De topsporters in wording hingen aan zijn lippen en absorbeerden de verhalen uit de oude doos. Het leek de opmaat tot promotie naar het hoogste niveau, in de wetenschap dat hij de internationale statuur heeft en de druk van het presteren op het belangrijkste moment aan den lijve heeft ondervonden. Bovendien werd hij geduid als een ‘verbinder’, die empathie aan charisma weet te koppelen. De droomkandidaat dus, zo op het eerste gezicht.

Dat zijn aanstelling toch nog enige tijd op zich liet wachten, lag daarentegen niet aan Hendriks - zo blijkt uit een reconstructie van NRC Handelsblad eind vorige week. Van den Hoogenband was inderdaad zijn eerste keus, ware het niet dat binnen het bestuur van NOC*NSF over zijn voordracht was gesteggeld. Er zou, naar verluidt, zijn getwijfeld aan de inhoudelijke capaciteiten en er bestond de angst dat hij te nadrukkelijk op de voorgrond zou willen treden.

Maar bovenal zou de salariseis te gortig zijn geweest. ‘VDH’ had - aldus ingewijden die anonimiteit bedongen - jaarlijks ver boven de ‘Balkenendenorm’ willen verdienen, dat terwijl de sportkoepel als een semipublieke organisatie kan worden beschouwd. Met die buitensporige inhaligheid, voor wat hij nota bene een erebaan noemde, overspeelde hij zijn hand.

Zijn uiteindelijke benoeming was te danken aan de vasthoudendheid van Hendriks, die zijn naar voren geschoven protégé niet liet vallen. Van den Hoogenband matigde daarop zijn financiële wensen en werd alsnog omarmd. Bij De Wereld Draait Door mocht hij zich vervolgens vorige week dinsdag vol trots als het nieuwe boegbeeld presenteren.

Of de plooien nu echt zijn gladgestreken, valt te bezien. Na de algemene vergadering van NOC*NSF van afgelopen maandagavond meldde de Volkskrant dat Van den Hoogenband nog meer had moeten inbinden. Hij zou - op instigatie van de in mei 2019 vertrekkende André Bolhuis, de voorzitter die hij volgens dezelfde krant eerder als ‘onnavolgbaar bestempelde - zijn veroordeeld tot een deeltijdbaan met een verder versoberde vergoeding.

Het kortwieken oogt als de wraak van de geschoffeerde preses van het nationaal olympisch comité, wat de vraag oproept of de doorgaans autonome Van den Hoogenband in dat bestuurlijke moeras niet zal wegzakken. Zonder de onvoorwaardelijke steun van Hendriks is zijn functioneren tot mislukken gedoemd. Zodoende dreigt hij de marionet te worden van een beschadigde beschermheer, die zo alsnog zijn machtspositie ten volle kan benutten.

 

MARCO KNIPPEN

Bestuurslid NSP