SCHOT VOOR DE BOEG

Geniet van Ajax, nu het nog kan

Willem Vissers wijdde maandag, niet verbazingwekkend, zijn column in de Volkskrant aan Ajax en schreef: Heerlijk staat het voetbal in bloei. Het ruikt naar de lente. Doe als Ajax, dat maandag na München, Madrid, Turijn neerstrijkt in de volgende hoofdstad van het wereldvoetbal, Londen. Ajax verovert Europa met een lach, met een jeugdig gemoed vol gedisciplineerde vrijheid.

Wie de zinnen twee tot en met vijf van zijn vaste wekelijkse bijdrage op de achterpagina van het sportkatern leest, weet direct waarover Vissers het heeft: de sensationele zegetocht van Ajax in de Champions League, het kampioenenbal van de poenerige clubs waarop Nederlandse vertegenwoordigers met hun beperkte budget eigenlijk niets meer te zoeken hadden. Tot dit seizoen, althans. Want in deze jaargang versloeg David plots Goliath, in meervoud welteverstaan.

Marco Knippen

München, Madrid en Turijn corresponderen, uiteraard, met respectievelijk Bayern, Real en Juventus, drie roemruchte clubs die – nadat Ajax in 1995 voor het laatst de Champions League won – recent nog zo succesvol in de Champions League waren. Bayern triomfeerde in 2013, waarna Real in 2014, 2016, 2017 en vorig jaar de beste was. Terwijl Juventus, dat in 1996 Ajax in de finale na strafschoppen als titelverdediger onttroonde, verliezend finalist in 2015 en 2017 was.

Juist dáárom was het zo’n memorabele reis die de Amsterdammers tot dusver aflegden, omdat de marsroute langs twee van de drie beste Europese clubs (Bayern, Real) van het afgelopen decennium voer en doordat Juve, de grootmacht die het verval heeft gestuit, juist Christiano Ronaldo van Real had aangetrokken om weer op het Europese podium te gloriëren.

Er was verbijstering, ongeloof en opwinding over de ongekende opmars – in Nederland, waar Ajax het clubsentiment voor even heeft doen vergeten, maar zeker ook in Europa. En, zo pal voor de aftrap, het ongebreidelde optimisme dat het voetbalsprookje niet in de halve finale gaat eindigen – onder meer verwoord door Mister Ajax Sjaak Swart, Patrick Kluivert en zelfs Willem van Hanegem.

De koorts die is toegeslagen, wordt onderstreept met de media-aandacht die is losgebarsten: analyses, commentaren, columns, interviews en sfeerverhalen plaveiden de aanloop naar het duel met Tottenham Hotspur, vanavond en volgende week woensdag de laatste sta-in-de-weg voor een hallucinerende plek in de eindstrijd. Met, misschien wel als opvallendste noot het profiel van Frenkie de Jong, het jonge boegbeeld van de stuntploeg, afgelopen zaterdag in NRC.

Daarin viel te lezen dat hij op 12 mei 1997, na 33 uur persweeën, met aan een vacuümpomp bevestigde kabel na vele mislukte pogingen naar buiten was getrokken; waarbij hij door zijn halsstarrigheid een hersenschudding had opgelopen. Dat hij altijd aan zijn naasten dacht, dat hij naar de Leen Bakker ging om zijn eerste appartement in te richten, dat hij bij zijn wekelijks bezoekjes aan zijn moeder een tussenstop maakte voor oma’s gehaktballen, dat hij een hekel heeft aan hard rennen zónder bal, dat hij naar de havo ging maar slim genoeg was en het inzicht had voor het vwo, en dat hij voor zijn eens werkloze moeder wilde verhuizen toen zij ieder dubbeltje moest omdraaien en vanwege zijn eerste verdiensten de huursubsidie dreigde te verliezen.

Ofwel: het beeld werd geboetseerd van een doodgewone jongen in wie wellicht een Godenzoon in wording huisde, een veelgeroemde middenvelder die na afloop van dit seizoen voor 75 miljoen euro – over surrealisme gesproken – naar het sterrenensemble FC Barcelona verhuist. Bij de derde club die het afgelopen decennium zo zijn stempel op de Champions League drukte, zal hij zich aansluiten bij messias Lionel Messi en consorten.

Vermoedelijk zal De Jong niet de enige zijn die Ajax verlaat. Die aderlating c.q. leegloop indachtig, bevat de slotzin van de column van Vissers in de Volkskrant een niet te missen boodschap: Geniet deze week van het uitgeslapen Ajax, dat een lach brengt op het gezicht van het soms zo cynische internationale voetbal.

Immers, nu kan het nog…

MARCO KNIPPEN Bestuurslid NSP