Nieuws

Amateuristisch

Als clubwatcher van de mannen van Oranje-Rood voor het Eindhovens Dagblad volg ik de hockeyers uit en thuis. Bij competitiewedstrijden op vrijdagavond is het altijd spannend: waar kan ik na afloop snel een verhaal tikken? Zoals bij veel kranten ligt de deadline bij het ED op vrijdagavond veel vroeger dan op andere dagen.

Natasja Weber

Bij thuiswedstrijden van Oranje-Rood op vrijdag is het geen probleem. Dan kan ik terecht in het kantoor van de manager. Nadeel is wel dat deze ruimte grenst aan het clubhuis dat laatst op 'Funky Friday' door de loeiharde muziek leek omgetoverd tot een jeugdsoos. Maar dat terzijde.

Terug naar het werken op vrijdagavond. Op deze avonden denk ik weleens aan de jaren dat ik voetbalclub FC Eindhoven volgde voor de krant. Voorzien van een tafeltje op de perstribune kon ik op mijn laptop live twitteren en maakte ik snel het internetverhaal dat altijd 'op het laatste fluitsignaal' naar de redactie moest worden gestuurd. Nadat ik in de catacomben enkele spelers en de trainer had gesproken, kon ik terecht in de persruimte om het verhaal voor de krant te maken. Niks bijzonders dacht ik toen. Maar als hockeywatcher weet ik beter.

Bij hockey geen persruimtes en vrijwel geen perstribunes met tafeltjes; Kampong, HC Den Bosch, HGC en Amsterdam vormen de uitzonderingen. Tijdens een hockeywedstrijd ben ik dus – staand tussen het publiek - op mijn telefoon aangewezen. Een liveverslag twitteren en snel het internetstuk schrijven; ik doe het allemaal op mijn telefoon. Voor het uitgebreide krantenverhaal is dat geen optie. Dus vraag ik voorafgaand aan een avondwedstrijd altijd even in het clubhuis waar ik na afloop rustig kan werken.

,,Eh.... rustig werken. Ik zou het niet weten. Misschien kun je straks als de spelers weg zijn in de kleedkamer werken", kreeg ik vorig seizoen te horen bij een gerenommeerde hoofdklasseclub. Nee bedankt, daar ga ik niet zitten. Dus koos ik voor een hoekje in het rumoerige clubhuis waar in geen velden of wegen een stopcontact was te bekennen. Maar goed, de deadline naderde dus ik moest sowieso opschieten.

Daar zat ik dan op een ultra lage bank vol kussens met mijn laptop op schoot. Gezien de ultra lage tafel voor me was het geen optie om de laptop op tafel te zetten zonder een hernia te riskeren.

Bij een andere hoofdklasseclub had ik op een vrijdagavond wel een normale tafel ontdekt, op grote-mensen-hoogte. In een lucht van bier en bitterballen probeerde ik me op mijn tekst te concentreren. Ondertussen vroegen enkele grapjassen om de haverklap of ik 'een leuk stukje maakte?’. 

Nee, het valt soms niet mee om een stukje te maken voor de krant. De amateuristische werkomstandigheden bij hockeyclubs op het hoogste niveau zijn mij een doorn in het oog.

Maar, zoals gezegd, er zijn uitzonderingen. Afgelopen vrijdagavond had ik geluk. Bij de wedstrijd Amsterdam – Oranje-Rood zat ik hoog en droog op de riante perstribune van het Wagener Stadion. Er werd koffie geschonken op de tribune en na afloop stelde een medewerker van de club zijn kantoor – plus een snelle wifiverbinding - ter beschikking aan de pers. Zo kan het ook.

Ruim voor de deadline was ik klaar.

NATASJA WEBER