Nieuws

GEFLIKT

De winst van zanger Duncan Lawrence op het Eurovisie Songfestival deze maand had grote overeenkomsten met Nederlands succes in de sport. Maar er waren ook verschillen, bijvoorbeeld in de verslaggeving.

De mannen die het livecommentaar op NPO1 verzorgden, zaten ook in de commissie die het Nederlandse liedje had moeten aanwijzen. Uitstekend gedaan, zou ik zeggen. Maar hoe geloofwaardig is dan je verslag nog?

Hans Klippus


Natuurlijk moeten wij in de sportjournalistiek niet roomser dan de paus willen zijn. Jack van Gelder nam Wesley Sneijder ook op schoot voor de camera, nadat Oranje zich in 2010 voor de WK-finale had geplaatst. En ik heb, eerlijk is eerlijk, in de 39 jaar dat ik op perstribunes zat, drie keer opzichtig gejuicht. Toen Van Basten Nederland in 1988 naar de EK-finale schoot, toen eerste-divisieclub NEC in 1983 in de Europa Cup 2 tegen Barcelona op 2-0 kwam en toen de volleyballers in 1996 Olympische goud wonnen.


Voor dat laatste een klein excuus: de finale tegen Italië was de spannendste wedstrijd die ik ooit had en heb gezien, én ik had met mijn dierbare collega’s Vissers en Volkers een boek over het Nederlandse volleybalteam geschreven, De Lange Mannen. De zege in Atlanta betekende een extra hoofdstuk en een tweede druk.
Dus ben ik zelf ook niet brandschoon.


Maar je kunt het wel erg bont maken als je niet als fan, maar als journalist bij een evenement bent. Een AVROTROS-reporter bij het Songfestival – niet de reeds genoemde twee – adviseerde op social media de Nederlanders niet op Australië, Zweden of Zwitserland te stemmen, want dan hielp je de concurrentie. Dat is zoiets als dat NOS-sportverslaggever Bert Maalderink supporters oproept om naar het hotel van de tegenstander van Oranje te gaan en daar vuurwerk af te steken.


Nadat de uitslag van het Songfestival bekend was, twitterde dezelfde AVROTROS-‘journalist’ vanuit Tel Aviv ‘WE HEBBEN HET GEFLIKT (inderdaad in hoofdletters) en dat hij, om bij te komen van de spanning, ‘even aan de beademing’ lag.


Weer zie ik die nuchtere Bert Maalderink voor me…

HANS KLIPPUS