SCHOT VOOR DE BOEG

Jan Lammers

Over Formule 1 maakte niemand zich in Nederland druk. Tot ergens in 2015 ene Max Verstappen als jongste aller tijden toetrad tot het elitaire legertje hardrijders op asfalt. Toen werd deze tak van autosport – we schreven ooit nog autorensport - plots van C of D-sport een zaak van de A-categorie.

Er waren in dit land weinig verslaggevers voor handen met kennis van zaken van de racesport. Een enkeling (we denken aan André Venema, Ivo op den Camp of Coo Dijkman) gold als witte raaf. Niet vreemd: na Jos Verstappen had er nooit meer iemand serieus hard gereden. Er werd snel aan bijscholing gedaan, zelfs aan omscholing.

John Volkers

Bij de NOS werd motorman Hans van Loozenoord, ooit zelfs de persman van de KNMV (motorsportbond), omgeturnd tot de stem van de autosport. Hans spreekt met zijn mooie stem tegenwoordig de samenvattingen in. Alleen Ziggo zat geramd met Olav Mol die al een leven lang langs de circuits vertoefde.

De NOS, waar ooit Frans Henrichs en Hans Brian teksten inspraken, ging in die dagen van de ontluikende Maxmania een verbondje aan met Jan Lammers, de coureur die we altijd Jantje Lammers noemden omdat ie zo klein en minstens zo aaibaar was. Jan ging duiden, vaak naast Jeroen Stomphorst die de inleidingen leverde. Lammers, je hoorde het zo, had verstand van zaken. Hij zat zelf immers jaren achter het stuurtje van zo’n F1-wagen: de Shadow, de Ensign, de ATS, de Theodore en de March, racewagens uit de achterhoede. Wel goed voor 41 inschrijvingen voor een F1-race.

Zijn enorme geschiedenis in de sport, hij reed zich suf in allerlei klassen, maakte de sympathieke Lammers uiterst geschikt voor de omroepklus, maar nu, op eenderde van het weinig boeiende 2019-seizoen, is hij plots toegetreden tot de organisatie van een Grand Prix.

Volgend jaar mei is de Grote Prijs van Nederland in Zandvoort, de geboorteplaats van Lammers. Hij is een kind van het circuit. Hoe moet hij zijn sport nog met een toch journalistieke NOS-blik bezien, als hij zo zeer deel is geworden van de organisatie?

Het is vanaf nu een voortdurend wisselen van petten. De NOS zou dat ongetwijfeld liever niet hebben, al zat Rintje Ritsma ook rustig aan de tafel van Schut en De Graaff, toen in 2014 het NK schaatsen zich op de door hem geëntameerde Coolste Baan afspeelde. Dat was eenmalig.

Lammers gaan we de komende tijd nog wekelijks horen. Hij zal zich als sportief directeur van de Grand Prix van Nederland misschien wat minder kritisch uiten dan hij eerder deed. Want de Formule 1 is saai, een woord dat Lammers niet snel zal gebruiken overigens. Het is een optocht, beslist door bandwissels en DRS-zones. Het is fysiek niet meer inspannend genoeg, meldde de oud-coureur (62) in een interview met Harry Meijer van NRC.

Daarin werd hem ook gevraagd wat hij ging doen als directeur van de GP. ‘Goeie vraag.’ Dan maar een samenvatting in de woorden van Meijer. Geen functieomschrijving, wel een missie. Zoveel mogelijk mensen plezier laten beleven. Verklaren, uitleggen en informeren. Eigenlijk de rol die hij het afgelopen jaar heeft gekregen. Bliksemafleider bij geruchten, pedagoog voor leken, debater in de maatschappelijke discussie over Formule 1, commentator op tv.

De NOS zal moeten besluiten of die laatste rol ook in de drie jaren dat Zandvoort op de F1-kalender staat nog kan bestaan. Lammers over autosport: ik zou zeggen ja, dat kan, hij heeft de kennis en de woorden. Lammers over de Grand Prix van Nederland: toch liever een ander. Slagers die hun eigen vlees keuren, we hebben ze niet graag in de sportjournalistiek.  

JOHN VOLKERS

VICEVOORZITTER NSP