SCHOT VOOR DE BOEG

Zelfredzaamheid

Een interview met Sanne Wevers in de Volkskrant vorige week gaf een veelzeggend inkijkje in een sport die in Nederland sinds een maand onder het vergrootglas ligt – als gevolg van de bekentenis van Gerrit Beltman, de Nederlandse turncoach die toegaf turnsters stelselmatig fysiek en geestelijk te hebben mishandeld, en de indringende getuigenissen van tien (ex-)turnsters, die tot in detail het schrikbewind van hem en andere trainers beschreven (niet voor het eerst overigens).

‘Als zijn kennis en kunde overdraagbaar waren, dan zou dit vaker voorkomen’, uitte Wevers haar gevoelens over het noodverband dat is aangelegd, sinds haar trainer Vincent Wevers door de Nederlandse gymnastiekunie (KNGU) hangende het onderzoek naar misstanden uit de turnhal wordt geweerd.

Overdraagbaar was het niet, meende zij dus. ‘Het is niet voor niks dat ik van mijn twaalfde jaar af met hem werk. Dat geeft wel het specialistische aan waarmee wij bezig zijn. Dat is niet zomaar even vervangbaar. We zijn van ons proces beroofd. Mijn traject wordt doorboord. Ja, ik ben afhankelijk van Vincent, hij is zo’n teringgoeie trainer. Dat ik hem niet zomaar kan wisselen voor een ander. Mijn proces hangt af van hoe goed en intens die samenwerking is.’

Het waren uitspraken met figuurlijke uitroeptekens. Uitlatingen die volgden op die van Eythora Thorsdottir, een ander turnboegbeeld. Haar boodschap was dezelfde. Thorsdottir benadrukte niet zonder Patrick Kiens te kunnen, de trainer-choreograaf die buiten de trainingen om niet haar vader is, een voor Sanne (en Lieke) Wevers nog extra complicerende factor.

Vermoedelijk onbedoeld schetste Wevers (en Thorsdottir) het kernprobleem binnen het turnen. De afhankelijkheidsrelatie resulteerde erin dat uitwassen zich konden voordoen, decennialang. En zorgden voor het loyaliteitsconflict, de innerlijke strijd die (mede) maakte dat trainers tot nu toe met hun wanpraktijken wegkwamen.

Gezond is het niet, het gebrek aan zelfredzaamheid en de angst om niet op jezelf of anderen te kunnen terugvallen. Een veeg teken, ook. Want als nota bene een regerend olympisch kampioene van bijna 29 jaar dag in dag uit aan het handje genomen dient te worden, vraagt dat om een herbezinning. 

In topsport maken details het verschil, dat klopt. En is precisie een sleutel tot succes. Maar uiteindelijk hoort de sporter de regisseur van zijn eigen carrière te zijn, met de trainer-coach als de facilitator – niet andersom.

Onder anderen Jacco Koops, een gevierd coach in het zeilen, begrijpt dat proces tot volwassenwording als geen ander. Zo laat hij zijn pupil Lilian de Geus, de huidige wereldkampioene in het windsurfen, dezer dagen bij het EK foilsurfen bewust haar eigen boontjes doppen. Koops is er niet bij in Zwitserland, ondanks dat foilsurfen de discipline van de toekomst is. De Geus ervaart dat als ‘leerzaam’, zei ze voor de NOS-camera. Die ervaring moet zich volgend jaar uitbetalen, als zij bij de Spelen van Tokio in het windsurfen een van de olympische topfavorieten is.

Marco Knippen

Laat het ook een les zijn voor het turnen, het durven loslaten. Wellicht dat een kruisbestuiving met andere sporten dat inzicht biedt. Zodat het turnen zich nu eens echt kan gaan heruitvinden, de stap die broodnodig is. Bij die noodzakelijke kentering moeten de media de vinger aan de pols houden.

MARCO KNIPPEN
Voorzitter NSP