Nieuws

De ziel van Cruijff

Susila Cruijff zat op een hoge kruk op het balkon van de Koninklijke Loge. Ze droeg donkere sneakers van het huismerk en een oranje trainingsjack: met twee strepen. Achter haar, langs het veld van de ArenA, liepen tientallen wandelaars tevreden in de zon naar het eindpunt van de zogeheten Cruyff Legacy 14K Run.

Yoeri van den Busken

Interviewer Humberto Tan legde een massief dubbelboek op haar schoot: het eerste exemplaar van het eerbetoon aan Johan Cruijff in beeld en taal. Susila vergat even dat de camera nog liep. Ze keek naar de grote portretfoto die ze nog niet kende en liet haar rechterhand over de cover glijden. Het was een haast devoot gebaar, alsof ze haar vader liefdevol over zijn wang aaide. Er viel een stilte. Humberto had het gelukkig door en liet alles even zoals het was.

Op dit soort momenten, vertelde Susila, voelt ze dat haar te vroeg overleden vader heel dichtbij is. In haar stem kon je een knik horen. Het ontroerde me. Ze stond erop dat ik een persoonlijke boodschap in het boek zou zetten. Daarna keerde ze met zes kilo extra in haar handbagage terug naar Barcelona, waar moeder Danny het symbolische nummer 14 uit de gelimiteerde reeks zal ontvangen.  

Dat Johan Cruijff op maandag 25 april 75 geworden zou zijn, kon niemand ontgaan. Ik stond er een maand geleden op deze plaats ook al bij stil, dus als dit stukje overkomt als overkill: sorry alvast. Maar de mooiste minuut in de stortvloed van Cruijff-bewondering was voor mij toch de reactie van Susila, die in het boek zo open vertelt over de levensfilosofie van haar vader en dankbaar is voor het feit dat hij in negen thema’s en 75 citaten puur wordt geportretteerd als mens.

Wat ik door de jaren heen als schrijver en boekenmaker heb gemerkt: Cruijff haalt kennelijk ook buiten de lijnen het beste in mensen naar boven. Op de zwarte dag dat hij overleed, in 2016, werkte ik nog bij Voetbal International. In precies veertien uur (dit verzin ik niet) maakten we met een heel gedreven team een schitterend bewaarnummer. Iedereen werkte op adrenaline. Dagen later besefte ik pas dat zijn dood ook mij niet onberoerd liet. Voor dat gevoel was er nog geen plaats geweest, omdat we streefden naar de hoogste kwaliteit.

Bij het project Johan Cruijff: Ik & Wij gebeurde in feite hetzelfde. Samen met uitgever Peter Voskuil en vormgeefster Roelina Meijer van Noblesse besloot ik een geheel andere weg te bewandelen. Niet the usual suspects opvoeren, maar getalenteerde schrijvers met een frisse blik op pad sturen. Geen verhalen in de ik-vorm, maar op een integere manier beschouwend en toch persoonlijk. Zoals Cruijff het ook met zijn kledingmerk uitstraalde: stijlvolle eenvoud.

De gok pakte geweldig uit. Wij speelden op de Cruijff-manier: gedurfd, uitgaan van eigen kracht. Bevlogen werkten Jan-Cees Butter, Koen Greven, Frank Hettinga, Hans Klippus, Thomas Sijtsma, Iwan Tol en Simon Zwartkruis prachtige verhalen uit. En dan is niets mooier dan uit de recensies vernemen dat dit boek echt iets toevoegt aan de omvangrijke Cruijff-bibliotheek, niet in het minst omdat de lezer zich kan vergapen aan (grotendeels) nooit gepubliceerde beelden van de eigenzinnige Barton van Flymen. Er zitten foto’s bij waar ik lang naar kan zitten staren. Het is niet overdreven om te stellen dat Cruijff is verworden tot een kunstvorm. Neem alleen al de documentaires die zijn verschenen. Elk nieuw fragment wordt gepresenteerd als een onontdekte Van Gogh. Ik genoot ervan. 

‘Ik is dus geen wij als wij niet ik is’, schreef ik in het voorwoord, met een knipoog naar de titel en het unieke taalgebruik van Cruijff. In een van de vele gesprekken met Cruijff-liefhebber Peter Voskuil floepte het eruit, we konden erom lachen en dachten hetzelfde. Dus ging dat kromme zinnetje het boek in, als een soort handtekening van de makers.

Een recensent vond uitgerekend dit het mooiste citaat van Cruijff, schreef hij. Die komische misser vergeef ik hem. Sterker, ik zie het als een bevestiging, samen met de melancholische blik en het gebaar van dochter Susila. Want dichter bij de ziel van Johan Cruijff hadden we waarschijnlijk niet kunnen komen.

 

YOERI VAN DEN BUSKEN