Nieuws

Veel media laten kunstrijden links liggen

Wereldtoppers van de olympische topattractie kunstrijden waren afgelopen weekend in Tilburg actief. Maar de mediabelangstelling bleek gering. Geen seconde zendtijd was er op de NOS, waar kunstrijden doorgans hoge kijkcijfers scoort. Erik van Lakerveld, verslaggever van de Volkskrant, zag meer buitenlandse dan Nederlandse toeschouwers.

door Erik van Lakerveld

Vol was het niet in het ijssportcentrum in Tilburg afgelopen weekend. Wel behoorlijk sfeervol. Wat opviel waren de Japanse vlaggen op de tribunes. Die waren er niet voor niets. De organisatie had de Japanse gemeenschap in Nederland laten weten dat Kaori Sakamoto naar de Challenge Cup zou komen: de wereldkampioene kunstrijden zou meedoen aan de belangrijkste Nederlandse wedstrijd. Daar kwamen ze voor naar het stadion. Meer dan de Nederlanders, zo leek het.

In Japan zouden de kaarten zijn weggevlogen, zouden cameraploegen, fotografen en journalisten zich naar het ijsstadion hebben gespoed. Kunstrijden is daar een hele grote sport. Het is steevast één van de hoogtepunten op de Spelen, waar Sakamoto brons pakte, en het is de kurk waar de internationale schaatsbond ISU op drijft.

De Japanse wereldkampioene kunstrijden Kaori Sakomoto in een artistieke pose. (Foto: Klaas Jan van der Weij)

Sowieso spreekt de artistieke insteek van deze schaatsdiscipline mensen over de hele wereld aan. Vorig jaar trok het WK kunstrijden in Montpellier wereldwijd 300 miljoen televisiekijkers. Een stuk meer dan het langebaanschaatsen, dat in Nederland wintersport nummer één is, maar internationaal weinig publiek trekt. Maar het stadion in Tilburg was ondanks gratis toegang niet helemaal gevuld.

En ook de media hebben het kunstrijden niet altijd even scherp in het vizier. Natuurlijk, iedereen heeft oog voor Lindsay van Zundert, die ervoor zorgt dat Nederland weer een beetje meetelt in die sport. Als ze aan EK en WK meedoet, krijgt zij haar tijd op televisie en de kolommen in de krant. Zij nam ook deel aan de Challenge Cup en keek met bewondering naar Sakamoto en haar landgenotes, die het hele podium zouden bezetten.

Op de slotdag was het wat mediabelangstelling mager gesteld, in de wetenschap dat hier de populaire wereldkampioene van misschien wel de grootste wintersport haar opwachting maakte. Daan de Ridder was er namens nu.nl, Léon de Kort en Margriet de Schutter namens KNSB-site schaatsen.nl en de internationale afvaardiging bestond uit Guus Mater met oog voor de Belgen, Christiana Mansfeld voor het Duitse perspectief en nog een Japanse collega. En ikzelf voor de Volkskrant. Ad Pertijs was er namens AD en de Brabantse kranten.

De Belgische Nina Pinzarrone uit België, die vierde werd in Tilburg. (Foto: Klaas-Jan van der Weij)

Meer waren er niet. En toegegeven: meer had ook eigenlijk niet gekund. De Challenge Cup is prima geregeld voor de deelnemers, met shuttles naar hotels en ruime trainingstijden op het ijs. Maar voor de pers waren de mogelijkheden beperkt: een paar tafeltjes in een gang, geen wifi en voor wat te eten of te drinken was de Jumbo verderop de handigste optie. 

Het was allemaal wat houtje-touwtje, een aanpak die zich ook uitstrekte tot de toegankelijkheid van de sporters. Die hadden alle tijd en waren zo aan de mouw getrokken. Zo zat er ook een groot voordeel aan het bijna onopgemerkte optreden van Sakamoto: er zal zich niet snel weer een kans voordoen om van zo dichtbij kunstrijden van wereldklasse te zien.