IN DE SPO(®)TLIGHT

De wind gaf de winnende foto een zetje


De crash van Julian Alaphilippe, in beeld gebracht door Joris Knapen

Vijf plekjes had fotograaf Joris Knapen (39) ontdekt voor een mooi beeld in de tijdrit in de dertiende etappe van de Tour de France. Halte nummer vier leek hem het aantrekkelijkst. Daar in de Ardèche maakte hij op 15 juli de foto die als tweede werd gehonoreerd in de strijd om de NSP-sportfoto van 2016 en afgelopen weekeinde werd bekroond met de Zilveren Camera in de categorie sport.

Joris, gefeliciteerd, waarom was dit zo’n aantrekkelijk plekje?
,,Op de eerste plaats heb ik natuurlijk enorm veel geluk gehad dat ik juist die dag een van de vijf of zes posities lootte voor de auto’s de zich tijdens de tijdrit over het parkoers mochten verplaatsen. Toen ik ’s morgens het parkoers verkende, merkte ik dat mijn auto daar gegrepen werd door de wind. Dat zullen de renners dan ook wel ondervinden, dacht ik. Niet dat ik een rampenfotograaf ben, het was gewoon een mooie plek met een aantrekkelijk vergezicht, een ruwe rotswand en een tunneltje waarin de renners wegdoken.”

Geen rampenfotograaf, maar het maakte de foto wel bijzonder dat Julian Alaphilippe spectaculair tegen de rotsenwand aankletterde.
,,Ik schrok me ook rot, hij had daar ook in een ravijn terecht kunnen komen. Hij mankeerde gelukkig  niks, kon verder en heeft de Tour ook gewoon uitgereden.”

De foto ging meteen de hele wereld over.  
,,Ik was in de Tour voor de website hetiskoers.nl, daar hebben ze de foto meteen op Twitter gezet. Het leek wel een bom die ontplofte. Overal pakten ze hem op. Op CNN, in de meeste Europese landen, in L’Equipe, in de Telegraaf. Rare gewaarwording hoor, als je ziet dat jouw foto de hele wereld over gaat. Het was ook een beeld dat nergens te zien was geweest, er was geen enkele tv-camera in de buurt.”

Dan is zo’n foto zeker meteen een goudmijn voor de maker?
,,Als dat waar kon zijn. Zo werkt het niet met foto’s op Twitter. Je bezit wel de rechten, maar om daarvoor betaald te krijgen, moet je elk medium apart aanschrijven en procedures gaan voeren. Ik heb bij de Telegraaf aangeklopt. Dan krijg je simpelweg te horen dat ze de foto van Twitter hebben. Succes ermee! Om dan voor je rechten betaald te krijgen moet je tussenpersonen inschakelen. Dat kost zoveel tijd en geld. Dat kon ik me niet veroorloven, ook al scheelt het me heel veel geld. Ik zie die foto nu maar als een investering.”

Wat heb je er wel aan overgehouden?
,,Ik heb met deze foto wel naam gemaakt, ze kennen me nu. Ik krijg meer opdrachten, er wordt meer van me afgenomen via Orange Pictures. De spin-off zit ‘m ook in leuke opdrachten die ik nu krijg van wielertijdschriften.  Ik heb dan ook geen enkele wrok naar hetiskoers.nl dat die foto meteen op Twitter is gezet.”

Ben je als fotograaf specifiek gericht op wielrennen?
,,Ik heb eerst een fotozaak gehad in Baarle-Nassau. Vanaf 2000 ben ik als fotograaf actief waarbij sport de hoofdmoot is. Via het bureau pix4profs.nl werk ik veel voor BN De Stem. Als sportfotograaf ben ik vooral gericht  op wielrennen. In 2014 ben ik met een vriend naar de Tour gegaan en heb ik gefotografeerd bij een paar etappes die we volgden. In 2015 was ik huisfotograaf van de organisatie van de Tour-start in Utrecht. Daardoor heb ik ook de hele Tour de France  als geaccrediteerd fotograaf kunnen volgen. In 2016 konden de kranten mijn foto’s afnemen via de database van Orange Pictures. Leuk als je ziet dat je daardoor bijvoorbeeld ook de Volkskrant haalt.”

Werk je alleen?
Leon van Bon, de oud-renner, is mijn reismaatje in de Tour. We reizen apart maar zoeken wel samen ’s avonds dezelfde camping op. Zo heb je toch iemand bij je met wie het klikt en aan wie je een klankbord hebt.”

Wat is de meest waardevolle prijs voor jou, de Zilveren Camera of de NSP-sportfoto van het jaar?
,,Los van het feit dat de NSP-prijs is gewonnen met een hele mooie foto, heeft de Zilveren Camera voor mij toch meer betekenis. De Zilveren Camera is een instituut en heeft meer aanzien dan de NSP-prijs, die toch vrij nieuw is. Maar ook met die tweede prijs bij de NSP was ik al heel blij, hoor.”