Koppen
Vroeger, lang geleden, vonden we de koppen in De Telegraaf – hoe zeg ik het netjes – behoorlijk frivool. Maar dat is niets vergeleken met hoe het er nu aan toegaat. Het draait om de clicks. Dus worden er door de meeste voetbal- en sportwebsites koppen gemaakt die – hoe zeg ik het netjes – flink in het oog springen en zijn de dagelijkse ‘rampen’, ‘schandalen’ en ‘nachtmerries’ in de sport niet te overzien.
Ik bekijk het met de meewarige blik van een gepensioneerde journalist en heb best bewondering voor de vindingrijkheid van de bureauredacteuren. Zo zorgde, om een voorbeeld te noemen, een mislukte slag van een topgolfer die tijdens een wedstrijd tussen het publiek belandde, volgens de betreffende website voor een ‘angstaanjagend moment’, best een logische constatering, maar niet alleen dat. Nee, ook nog – in de kop: ‘Fans vrezen voor hun leven’. Mooie vondst toch?
De opvallende koppen kunnen ook voor irritatie zorgen. Want wat doe je als je als sportliefhebber leest dat bij een toptennisser ‘het noodlot keihard heeft toegeslagen’? Je denkt aan een zware blessure, of misschien nog erger. Klik dus… Blijkt dat hij vanwege een verzwikte enkel moest opgeven in een niet al te belangrijk toernooi. Pfff.

Hans Klippus
Ook andere tijden: je moet als sporter, ex-sporter of trainer wel heel erg je best doen om, ouderwets gezegd, de kolommen te halen – zeker als je niet uit het voetbal, wielrennen of schaatsen komt. De prestatie moet uitzonderlijk zijn of je uitspraken onthullend. Met een ‘gewoon’ verhaal red je het tegenwoordig niet meer.
Dat hebben voormalige tophockeysters Naomi van As en Ellen Hoog goed begrepen. Ze hebben op sportnieuws.nl een podcast en halen smeuïge herinneringen op uit hun carrière. Vorige week vertelden ze over twee ploeggenoten die een (geheime) relatie hadden, tijdens toernooien samen op een kamer lagen en dat die kamer flink stonk. ‘Echt een sekshol’, constateren de dames vele jaren later.
Het doet me – opa vertelt… - denken aan de Olympische Spelen van 1992, waar de altijd favoriete Nederlandse hockeysters hun veruit slechtste klassering uit de historie boekten: zesde (van de acht deelnemers). Ik denk nog steeds dat die slechte prestatie mede werd veroorzaakt door net ontstane en net verbroken liefdesrelaties binnen de ploeg. Maar dat kreeg ik er bij betrokkenen niet uit, zelfs niet na lang aandringen en ook niet op het moment dat ze allang niet meer hockeyden. Jammer genoeg zaten Van As en Hoog destijds nog (lang) niet bij Oranje.
Tot slot, blijkbaar worden deze NSP-columnpjes ondanks de saaie woorden in de kop nog weleens aangeklikt. Naar aanleiding van mijn vorige stukkie dat onder meer over de liefde voor mijn voetbalclub ging, kreeg ik per mail en app liefst drie keer de vraag hoe het seizoen voor ons was afgelopen. Nou, we zijn dus voor het tweede achtereenvolgende jaar kampioen geworden en spelen straks in de Vierde Divisie. Zeker vijf andere (oud-) collega’s hadden het zelf al opgezocht en feliciteerden me met de titel. Het verhoogde mijn jubelstemming die dagen heeft geduurd.
Hup VUC!
Hans Klippus