SCHOT VOOR DE BOEG

Gewicht

Sinds ik van nabij zag hoe de turnster Verona van de Leur in Parijs zich qua voeding voorbereidde op een wereldbekerwedstrijd, wantrouw ik bepaalde onderdelen van de topsport. Verona, meisje van 16 toen, nam één schijfje kiwi. Méér mocht niet van haar trainer, de later fel bekritiseerde Frank Louter.

John Volkers, vicevoorzitter

Eén schijfje kiwi, hoe moet je daar op sporten, maar die vraag stelde ik geloof ik niet hardop.

Door recente artikelen van Eline van Suchtelen, in de Volkskrant, en van Silvester van der Hansz, in AD, werd de wereld van de sport weer eens met de neus op die pijnlijke feiten gedrukt. Jip Vastenburg, een topatlete uit Apeldoorn, en Anne de Ruiter, een jonge wielrenster uit Polsbroek, kampten met een eetstoornis. Ze werden dunner dan dun. Want wie weinig kilo’s meesleept op de atletiekbaan of met de fiets over het asfalt, heeft meer kans op succes. Zo wordt gedacht.

Ik herlas nog een stuk van mezelf uit 2016 over Vastenburg. Toen was ze 1.81 lang en 56 kilo zwaar, het EK in Amsterdam ging compleet mis voor haar. Als zelfbenoemde favoriet op de 10.000 meter werd ze achtste. Ik noemde haar ‘frêle’, dat mag niet meer volgens strenge eindredactieregels bij mijn krant.

In het stuk van Eline van Suchtelen was Vastenburg op haar dieptepunt 55 kilo, bij een lengte van 1.80. Nu, drieënhalf jaar later, is ze 64 kilo en ze menstrueert weer. Van haar zestiende tot haar 24ste werd Vastenburg niet ongesteld. Haar hormoonhuishouding raakte in de war. Ze beschreef hoe haar leven in het teken stond van de keukenweegschaal die altijd meeging. ‘Mijn weegschaal was heilig. Ik at volgens een strikt schema. Precies zoveel gram havermout in de ochtend. Dan twee boterhammen als lunch. Na de training 200 gram yoghurt. Na het avondeten at ik niets meer. Ik snoepte nooit. At nooit chocola, nooit pizza, nooit iets ongezonds. Terwijl ik wel 160 kilometer per week trainde.’

Vastenburg had een BMI (body mass index) van 17. De ondergrens voor een gezond gewicht is 18,5.

Anne de Ruiter had net zo’n verhaal. ‘Toen ik op mijn achttiende de overstap maakte van de junioren naar de elite maakte, zag ik dat iedereen afgetraind was. Ik was dat niet. Ik had ook bepaalde voorbeelden die ik zag op Instagram. Zij waren superfit. In het wereldje wordt veel over voeding gesproken. Ik weet zeker dat meer meiden op een ongezonde manier ermee bezig zijn.’

De Ruiter stopte met eten of ging als een gek trainen. Ze hield haar eetstoornis geheim. Lang. Dat doe je als je achttien bent of denkt dat topsport de zoektocht naar ver voorbij de grenzen is.

Ik lees het allemaal en denk terug aan de dagen van Leontien van Moorsel, de viervoudig olympisch wielerkampioen, die alle Nederlandse sportmeiden heeft onderwezen hoe het niet moest. Zij was door coach Piet Hoekstra terecht gewezen. Ze zou een dikke kont hebben. De gevolgen waren beschamend. Van Moorsel hervond zichzelf aan de hand van mensen die haar lief hadden en zij oogstte niet alleen medailles maar ook aller respect.    

Als ik dan over het sportleven van Vastenburg of De Ruiter lees, dan is het alsof Van Moorsel niet heeft bestaan.

Beste collega’s, kunnen we hier elk jaar minimaal een keer een fors, waarschuwend verhaal over schrijven? De voorbeelden lopen rond in het veld. Niemand zal ze naar voren duwen. Het wachten is slechts op de dag dat ze het zelf zien en anderen willen waarschuwen.

JOHN VOLKERS

Vicevoorzitter NSP