SCHOT VOOR DE BOEG

Een verpletterende indruk

Het blijft een merkwaardig fenomeen. Sportjournalisten uit alle landen die zich eens per jaar melden voor het congres van de AIPS, de internationale organisatie voor sportjournalisten en -fotografen. Voor collega’s uit de minderbedeelde gebieden op aarde is het een ideale gelegenheid om eens gesponsord de halve wereld over te reizen naar een reünie met vakgenoten en drie dagen lang te genieten van een vijfsterrenbehandeling. Voor diegenen die de reis zelf betalen is er ieder jaar weer de vraag wat zo’n bijeenkomst toevoegt aan de journalistieke bagage.

Enkele jaren geleden werd een voorstel van de Scandinavische landen om de frequentie van het congres terug te schroeven naar eens per twee jaar weggehoond door de meerderheid van de aanwezigen. No way dat ze zich het snoepreisje door de neus lieten boren.

Vorig jaar kwamen de Europese AIPS-landen bijeen in Straatsburg om eens kritisch over het lidmaatschap van de internationale sportjournalistenclub te praten. In een videogesprek met AIPS-voorman Gianni Merlo werd duidelijk gemaakt dat enkelen van hen - waaronder onze eigen NSP - voortaan het jaarlijkse uitstapje zouden laten schieten als er niet snel iets wezenlijks zou gaan veranderen in de opzet van het congres. Meer inhoud alsjeblieft, anders heeft het geen zin meer.

Ter verduidelijking. De afgelopen jaren waren de congressen voornamelijk een aaneenschakeling van betaalde presentaties, van goedbedoelde maar oersaaie lezingen die de AIPS het geld opleverden waarmee het de overnachtingen in de vijfsterrenhotels kon financieren. Telkens weer mochten organisatoren van B-evenementen in verre oorden (zoiets als klootschieten in Turkmenistan, of jeu-de-boulekampioenschappen in Ivoorkust) en bonden die in de regel geen volle zalen trekken met bodybuilden, sambo-worstelen en de Special Olympics hun verhaal doen. Met alle respect voor de activiteiten van die clubs, maar dat is toch echt zonde van de tijd.

Het moet gezegd. Dit jaar was alles anders. In het overdadig luxueuze Beau Rivage Hotel in Lausanne - dat dan wel weer - viel er afgelopen week zowaar echt iets te leren op het AIPS-congres. Thomas Bach, de hoogste baas van het IOC, kwam langs om zich te laten ondervragen over Olympische zaken. Toegegeven, het is niet de boeiendste spreker op deze aardkloot, maar je krijgt niet dagelijks de kans om deze man een uur lang vragen te stellen. Over corruptie, over doping, over de opkomst van e-sports.

Niet dat de Duitse voorzitter van het IOC de zaal verraste met uitspraken die meteen als groot nieuws de wereld in geslingerd konden worden. Maar het was wel interessant om te zien hoe Bach uit zijn zorgvuldig gesoigneerde rol viel bij de vraag hoe het toch kan dat er nog altijd weer nieuwe doping- en corruptieschandalen opduiken in de Olympische sportwereld, ondanks alle beloften over zuiverheid en openheid. ,,Reken ons in de bestrijding van doping en fraude niet af op incidentele gevallen”, sprak hij met ongewone felheid. ,,We doen er alles aan om deze zaken te voorkomen, maar we zullen er nooit immuun voor zijn.”

Het was een felheid die je eerder verwacht bij Zvonomir Boban, de secretaris-generaal van de FIFA. Ook hij draafde op in Lausanne om in een volle zaal met sportjournalisten van over de hele wereld zijn verhaal te doen. Ook hij kreeg kritische vragen, die hij in de meeste gevallen met een grotere souplesse dan Thomas Bach pareerde. Hoe kan het ook anders. Op die manier voetbalde hij in zijn gouden jaren bij AC Milan en het Kroatische elftal.

Het geheugen liet Boban alleen in de steek bij een lastige vraag over de relatie met Marco van Basten, de gedroomde innovator die de FIFA onlangs verliet uit frustratie. Er zou niet naar hem zijn geluisterd. Sterker nog, Boban zou jaloers zijn geweest op de inbreng van de voormalige stervoetballer uit ons land. Allemaal niets van waar, meldde hij in Lausanne. Marco van Basten had hem nooit iets laten weten over onvrede. Hij zou aan iets anders zijn toe geweest, dat was de enige reden voor zijn vertrek. Next question please.

Hoe dan ook, met zulke prominente sprekers is een congres al bij voorbaat geslaagd. Maar ze maakten niet de meeste indruk op het 82ste AIPS-congres. Die eer viel toe aan een Afrikaanse onderzoeksjournalist en twee jonge Afghaanse vrouwen, de één kersvers IOC-lid en de ander een naar Frankrijk gevluchte wielrenster die in eigen land haar sport niet kan beoefenen. Ze vertelden het verhaal over onderdrukking van vrouwen in Afghanistan, over de angst voor de Taliban en over het gegeven dat niemand in dat land durft te zeggen dat hij of zij de volgende dag gaat halen.

Het is hetzelfde beklemmende gevoel dat Anas Aremeyaw Anas uit Ghana de zaal meegaf. Hij is een undercoverjournalist die de afgelopen jaren menig schandaal in Afrika heeft onthuld. Met behulp van de verborgen camera. Over thema’s als kindermoord, corruptie in de rechterlijke macht, het doden van albino’s en omkoping in het Afrikaanse voetbal. Met als enige doel de schuldigen in de gevangenis te krijgen. Zijn ogen kregen we in de zaal niet te zien. Met een soort omgekeerde blonde rastapruik voor het gezicht zat hij op het podium, als een sinistere aanwijzing dat hij zijn leven niet zeker is. Voor hem is het onthullen van misstanden geen journalistiek spel om de kijkcijfers, voor hem is het een keihard vak op de dunne scheidslijn tussen leven en dood.

Méér nog dan de bijdragen van Thomas Bach en Zvonomir Boban maakten deze verhalen een verpletterende indruk. Het helpt ook bij het beseffen dat wij bevoorrecht zijn, dat we ons mooie vak in dit deel van wereld kunnen beoefenen zonder dat we elk moment van de dag op onze hoede moeten zijn voor gevaar.

 

GIO LIPPENS

Voorzitter NSP