Jos van Kuijeren, lid Media Committee FINA
Jos van Kuijeren geneert zich niet om te juichen bij Nederlands zwemsucces. Als radioverslaggever van de NOS liet hij de luisteraars delen in zijn persoonlijke vreugde bij de gouden medailles van Inge de Bruijn en Pieter van den Hoogenband in Sydney 2000. Nog altijd is hij, op zijn 76ste, actief rond de zwembaan; sinds twee jaar als lid van het Media Committee van de internationale zwemfederatie FINA.
Jos van Kuijeren bejubelt als NOS-radioverslaggever een gouden zwemmedaille bij de Olympische Spelen in Sydney. Links Frank Havik (NOS), rechts Peter de Bruijn (Omroep Brabant).
Hoe word je lid van dat Media Committee, Jos?
,,Ik ben voorgedragen door de Nederlandse zwembond. Twintig jaar geleden ben ik al lid geworden van de zwemcommissie binnen de AIPS. Nu werk ik onder verantwoordelijkheid van de FINA. Voor mij was het een onverwachte bonus toen ik in 2017 hierin werd gekozen. Het is toch een prachtige bonus dat ik door de FINA word uitgezonden naar bijvoorbeeld een WK in Zuid-Korea, waarbij alle reis- en verblijfkosten voor rekening van de FINA komen.”
Wat doet het Media Committee?
,,In zo’n commissie zitten vogels van allerlei pluimage. De voorzitter is een Russin die maar moeizaam Engels spreekt. Er zitten ook mensen in uit Afghanistan, Brazilië, de Verenigde Staten en iemand uit Oman die alleen maar foto’s maakt. Ik zit in de kerngroep die wordt ingezet voor de flash quotes met de medaillewinnaars. Die worden vervolgens door de FINA verwerkt. Daarnaast schrijf ik voor het magazine van de FINA regelmatig verhalen, meestal vanuit een Nederlandse invalshoek.”
Heb je al iets kunnen bereiken met die commissie?
,,Dat is niet meteen de taak van de commissie. Meestal zijn de werkomstandigheden toch al uitstekend. We kunnen wel adviezen geven. Bij het laatste WK in Zuid-Korea bijvoorbeeld werden de uitslagen maar heel schaars op papier verspreid. Veel journalisten vinden het handig de uitslagen ook in dit digitale tijdperk nog op papier te kunnen inzien. Daar hebben we iets van gezegd en toen is het voor elkaar gekomen.”
Moet jij je ook kwalificeren voor de Olympische Spelen in Tokio?
,,We werken als commissie een kalender af waarop ook de Olympische Spelen voorkomen. Of ik naar Tokio mag, moet nog worden beslist. Na acht Olympische Spelen en 16 WK’s zou dat heel mooi zijn. Eerst komt nog het olympisch kwalificatietoernooi waterpolo in Rotterdam.”
Hoelang ben je al actief in het zwemmen en waterpolo?
,,Vanaf 1974. Van origine ben ik onderwijzer. Ik was altijd al gek van sport. Door een toeval werd ik eens gevraagd als speaker bij een zwemwedstrijd. Ik was ook stukjesschrijver voor het bondsblad De Zwemkroniek. In 1981 werd ik gevraagd om verslag te geven voor de NOS-radio bij het NK en EK. Tot en met het WK van 2009 heb ik dat gedaan, bij alle grote zwemwedstrijden, altijd als freelancer. Daaraan kwam toen een einde omdat ze bij de NOS vonden dat ook freelancers op hun 65ste plaats moesten maken voor nieuwe krachten.”
Een groep Nederlandse journalisten tijdens het EK zwemmen in 2000 in Helsinki. Staande vanaf links: Mark Hoogstad (NRC), Marije Randewijk (Parool), Marc Hoeben (Sportweek), Gerrit Hendriksen (ANP), Marcel van Lieshout (Volkskrant), Natascha Kayser (AD), Jeroen Grueter (NOS), Hans Vos (GPD), fotograaf Soenar Chamid. Knielend vanaf links: Jos van Kuijeren (NOS), Rob Velthuis (Trouw), John Graat (VNU Dagbladen), Luuk Blijboom (Telegraaf), Koen Suijk (ANP Foto).
Hoelang ben je van plan nog door te gaan?
,,Mijn termijn bij de FINA loopt in 2021 af Als het fysiek geen probleem is, wil ik nog wel even doorgaan. Gelukkig ben ik goed hersteld van een flauwte-aanval op de fiets. Van 2 maart tot begin juli heb ik er uitgelegen met een zware hersenschudding en een schedelbasisfractuur. Ik kan nu weer naar tevredenheid functioneren. Ook mijn historische kennis wil ik blijven benutten, onder meer voor mijn website zwemkroniek.com. Dat was in 1998 de tweede sportwebsite in Nederland. Het zwemmen houdt mij eeuwig jong. Het heeft mij zoveel geboden, ik heb er zoveel mooie jaren in beleefd, dat ik dit niet zomaar wil opgeven.”
HENK MEES
