IN DE SPO(®)TLIGHT

Bert Schabbink, verzamelaar en schrijver van verhalen áchter de voetbalfeitjes

‘Ik was er eerder dan Infostrada’

Geen voetbalwedstrijd gaat voorbij zonder dat er historische statistiekjes worden opgelepeld in de media. Een late erfenis van het werk van John Fredrikstadt (1934-2002) met wie Bert Schabbink bij Studio Sport samenwerkte. In veel gevallen worden de feitjes aangeleverd door gespecialiseerde bedrijven als Gracenote. Met de website www.voetbalarchief.nl is ook Bert Schabbink op dit terrein nog steeds actief.

Bert Schabbink

Bert, wat is het verschil tussen jouw website en Gracenote?

,,Een bedrijf als Gracenote levert statistiekjes aan. Als je gerichte vragen hebt, moet je die apart bestellen. Op mijn site kun je meteen het antwoord vinden, bijvoorbeeld wie is de jongste speler van Heracles in de eerste divisie, wie maakte het eerste doelpunt in de eredivisie voor FC Den Bosch, wanneer maakte Hans Posthumus zijn laatste goal.”

Wat valt er zoal te vinden op jouw website?

,,Vanaf 1956 heb ik alle gegevens van de eredivisie, alle opstellingen, alle doelpuntenmakers, alle geboortedata van spelers. De corona-pauze heb ik samen met mijn zoon kunnen gebruiken om een inhaalslag te maken met de eerste divisie. Die is nu compleet vanaf 1985. De website is vooral gericht op het Nederlandse voetbal, maar ook gegevens van de Champions League, WK’s en EK’s zijn er terug te vinden.

Hoe ben je hiertoe gekomen?

,,Mijn statistieken waren er eerder dan Gracenote of Infostrada. Ik heb 25 jaar als bureauredacteur bij Studio Sport gewerkt. Toen verzamelde ik die gegevens al. In de beginjaren zat ik bij Studio Sport naast John Fredrikstadt, die bekend was als de enige voetbalstatisticus in Nederland en ook de gegevens in al zijn schriftjes verzamelde voor diverse kranten. Het kwam wel eens voor dat hij iets niet kon vinden omdat het thuis in een schriftje stond. Ik dacht toen al, hoe kan ik die spullen digitaal bij elkaar krijgen. Dat moet toch kunnen.”

En toen?

,,Juist in die fase verkocht John Fredrikstadt zijn archief aan Infostrada waaruit Gracenote is ontstaan. Het bleek al snel dat de bestaande software niet toereikend was om hiervoor een database te bouwen. Ik trof het dat ik iemand kende in mijn woonplaats Goor die ermee aan de slag is gegaan en stapje voor stapje een database heeft opgebouwd. Het  ging er daarbij niet  alleen om wat er opgeslagen werd, maar vooral hóe ik die kon gegevens aanwenden,  hóe kreeg ik ze eruit. Daarvoor moesten queries worden ontwikkeld.”

Wat ben je ermee gaan doen?

,,Het is een uit de hand gelopen hobby. Eerst gebruikte ik het voor mezelf. Inmiddels hebben AZ, Heerenveen en FC Utrecht en ook enkele fansites alle clubgegevens gekocht. FC Utrecht heeft er een heel eigen systeem omheen gebouwd. Naar een echt verdienmodel heb ik eigenlijk nooit gezocht. Daar ben ik nu mee bezig. In mijn omgeving ben ik al voor gek verklaard. Met een beetje geluk kan ik ervan op vakantie.”

Hoe trek je belangstelling hiervoor?

,,Op Facebook heb ik een pagina, voetbalarchief.nl. Die heeft nu 2500 volgers. Daarop plaats ik de verhalen áchter de feitjes.  Want daar gaat het mij eigenlijk om, die verhalen vind ik veel leuker, die komen er vanzelf als je verder gaat zoeken vanuit de feiten.”

Beperk je je tot voetbal?

,,Ik heb nog wel een grote verzameling Olympische Spelen, maar daar doe ik niet veel mee.  In de tijd dat ik bij Studio Sport werkte, heb ik nog de eerste gouden medaille voor      Nederland opgeduikeld, behaald door twee roeiers in 1900. Ze kregen toen een beeldje, wat nu goed zou zijn voor goud. Dat beeldje was in Australië beland.”

Wat doe je verder?

,,Tot vorig jaar heb ik bij Studio Sport gewerkt. Ik ben steeds in Goor blijven wonen. De afstand werd mij te veel. Ik heb nu een tekstbedrijfje, Teksterij Schabbink. Niet alleen sport, ook voor de zakelijke markt, nieuwsbrieven, content voor websites en zo. Ik maak ook nog een rubriekje voor de website van RTV Oost. Daarvoor zoek ik naar opmerkelijke feitjes uit de historie van FC Twente, Heracles, PEC Zwolle of Go Ahead Eagles. We zijn nu bezig te bekijken wat we daarmee kunnen op radio of tv.”

HENK MEES