‘Elke dag in de rij voor sneltest’

De beschermingsmaatregelen tegen coronabesmettingen lopen nogal eens uiteen bij diverse sportevenementen. In het betaald voetbal en bij zaalsporten is handen wassen en een mondkapje voldoende. Bij incidentele evenementen geldt soms een strenger protocol. 

door Henk Mees

Dagelijks moest hij, vaak langdurig, in de rij staan om een covid-sneltest te ondergaan, acht dagen achtereen. ,,Heel extreem”, vond fotograaf Marcel ter Bals de eisen bij het olympisch kwalificatietoernooi waterpolo (mannen) in Zwemcentrum Rotterdam. Ter Bals: ,,Drie weken eerder was ik bij het OKT voor de vrouwen in Triëst, in Italië. Daar hoefde ik alleen elke dag een formulier af te geven, dat ik acht keer had gekopieerd na mijn test in Nederland.”

,,In Rotterdam hebben we ons aan het protocol van de FINA gehouden”, zegt professor Andy Hoepelman, waterpoloër op de Olympische Spelen van 1976. Met zijn ervaring als specialist infectieziekten is hij lid van de Task Force corona bij de FINA, de wereldbond zwemmen en waterpolo. Bij het OKT in Rotterdam was Hoepelman verantwoordelijk voor het corona-beleid. Hoepelman: ,,Wie in Triëst deel uitmaakte van de bubbel hoefde niet iedere dag getest te worden. Een fotograaf die vanuit Rotterdam elke dag naar huis ging, zat niet in de bubbel en moest daarom volgens het protocol dagelijks een test ondergaan.” 

Volgens Ter Bals valt er niet altijd een lijn te ontdekken in de corona-richtlijnen voor mediavertegenwoordigers bij sportevenementen. ,,Zo’n drie á vier keer per week zit ik wel bij een wedstrijd in het betaald voetbal. Daarvoor meld je je aan, je maakt je handen schoon bij binnenkomst, je draagt een mondkapje en je krijgt toegang omdat je naam op een lijst staat. In de perszaal bij Heracles zaten we zaterdagavond met wel dertig mensen bij elkaar, op afstand, wat daar kan omdat de ruimte wat groter is, maar het verschil met het OKT in Rotterdam blijft dan nog wel erg groot. Daar zaten we elke dag met hooguit drie of vier mensen in de perskamer, terwijl we als fotografen bij geen enkel evenement nog in contact komen met de sporters zelf.”

Soortgelijke ervaringen als bij Heracles Almelo deed Marcel ter Bals op bij Landstede Zwolle in de eredivisie basketbal en bij het vrouwenvolleybal in Vroomshoop. ,,In al die gevallen was  sprake van een redelijke bewegingsvrijheid en viel daar goed mee te werken”, aldus Ter Bals.

,,Het contrast met bijvoorbeeld dat OKT Waterpolo is ongelooflijk groot”, vindt Ter Bals. ,,Let wel, ik accepteer het en ik ben blij dat ik mijn werk kan doen. Ik heb er ook begrip voor omdat ik  snap dat een organisatie geen risico’s wil lopen met een uitbraak die tot afgelasting van een evenement kan leiden. Maar ik hoop wel dat we straks bij de Olympische Spelen in Tokio allemaal gevaccineerd zullen zijn. Ik moet er niet aan denken dat we daar bij elk evenement langdurig in de rij moeten gaan staan voor een sneltest.’