SCHOT VOOR DE BOEG

Baken van rust

Een baken van rust, dat mogen we Herman Ram noemen. In zeldzame kalmte gaf hij als directeur en later voorzitter van de Nederlandse Dopingautoriteit zestien jaar lang antwoord op vragen over doping, al was hij natuurlijk van de antidoping.

In 2006 begon hij als directeur van de Stichting Anti-Doping Autoriteit Nederland, destijds het fusieproduct van NeCeDo en DoCoNed. Ram bestreed namens zijn club het dopinggebruik in de sport, omdat oneerlijkheid in de sport uiteindelijk het einde van de sport inhoudt, zo vertelde hij zondag bij de Perstribune op NPO Radio 1 aan presentator Margreet Reijntjes.

John Volkers

Eerder tegen Mark Misérus van de Volkskrant was hij ook uitvoerig over de kern van de sport: ‘Sport bestaat, omdat het wordt geassocieerd met mooie dingen. Zuiverheid, doorzettingsvermogen, vriendschap en bovenal eerlijkheid. En dat wordt alleen maar erger. Sporters vertellen tegenwoordig meteen wie in hun omgeving is overleden. Het publiek wordt er steeds meer bij betrokken. In die context kijkt het Nederlands volk naar een ploeg (de olympische van Tokio, JV) waar ze trots op willen zijn. Pak dat de mensen maar eens af.’

Ram, voor zijn antidopingtijd directeur van de schakers, skiërs en badmintonners, legde zaken altijd keurig uit, versprak zich nimmer, was zorgvuldig met namen en gaf steeds aan dat straffen een zaak van de tuchtcommissie was. De ergste straf, de vertrekkende chef herhaalde het nog maar eens, is het bekennen van ‘jouw gebruik’ aan je familie, de vader die je naar de club heeft gereden, de moeder die met een spandoek langs de weg heeft gestaan, je broer die voorzitter is van de fanclub.

‘Het ergste aspect van een dopingzaak is de publiciteit’ , was een andere oneliner in het interview met Ram. Zorgvuldigheid in berichtgeving is in zulke zaken van het allergrootste belang. Oneerlijke berichtgeving kan een leven vernietigen. En wantrouwen tegen elke uitslag is ook de bijl aan de wortel van de sport. Alleen feiten tellen, vermoedens houd je voor je.

Verder was het radio-interview van zondag zeer aardig om te beluisteren. Hermans eigen pepmiddel: ‘Koffie.’ De sport waar je het niet zou verwachten: ‘Biljarten.’ De twee voornaamste smoezen: ‘Die regels gelden niet voor mij. En het is een vervuiling.’

Ram bekende al die jaren op de bok van de Doping Autoriteit te hebben gezeten ‘uit liefde voor de sport’. Uit diezelfde liefde gaat hij nu aantreden als bestuurslid van de KNGU, de gymnastiekunie die we vooral kennen als de turnbond die al veertien maanden in een moeras vertoeft. De sport gaat kapot, klaagde de olympisch kampioen van 2016, Sanne Wevers, in Tokio. De in 2020 geopenbaarde misdragingen van trainers zijn aangekaart, maar nog lang niet allemaal ‘afgekaart’ in de tuchtcommissie van de ISR (Instituut Sportrechtspraak).

Ram gaat zich met het aandachtsgebied integriteit bezig houden. Hij volgt het vuistdikke rapport Ongelijke Leggers van Marjan Olfers. ‘In de aanpak van die problematiek moeten de slachtoffers centraal staan’ , zegt hij in het persbericht van de KNGU.

Persoonlijk zou ik Ram meteen voorzitter maken van die bond in problemen. Zijn kalmte en overzicht zijn bruikbare eigenschappen. Zijn woorden in de media gelden als vertrouwenwekkend. Van de huidige voorzitter Monique Kempff zijn we minder onder de indruk. Misschien kan ze wat leunen op de man die tussen de ringen en rekstok zijn eigen erfenis van betrouwbaarheid dient te bewaken.

In dat verband nog een kleine opmerking. Herman Ram zegt dat nooit een Nederlandse olympiër betrapt is op doping. Maar in 1972 verloor de Nederlandse tijdritploeg (100 kilometer) toch echt zijn bronzen medaille, omdat Aad van den Hoek een plasje inleverde met sporen van coramine. Dat stond niet op de dopinglijst van de UCI, maar wel op die van het IOC. Bondsarts Ab Rozijn had dat over het hoofd gezien.

Van den Hoek heeft net als kopman Hennie Kuiper zijn medaille van dat onderdeel te München niet ingeleverd. Het geval-Van den Hoek is de enige, haast knullige Nederlandse ‘bijdrage’ in de waslijst van 448 positieve dopingzaken tijdens de Olympische Spelen. Ram kan in dat opzicht zijn loopbaan bij de Doping Autoriteit tevreden hebben afgesloten.

 

JOHN VOLKERS
Vice-voorzitter NSP