Frank Woestenburg keert vanuit bedrijfsleven terug in sportjournalistiek

‘Het is gezond om eens verder te kijken dan de sport’

Vier jaar na zijn stap naar het bedrijfsleven keert Frank Woestenburg terug in de sportjournalistiek. Vanaf 1 september is hij redactiechef bij het magazine Formule 1. ,,Ik heb nooit spijt gehad van mijn keuze, ook altijd voeling gehouden met de sport, maar nu deed zich een kans voor die mij aanspreekt”, legt Frank Woestenburg uit.

Door Henk Mees

Dan toch ook weemoed naar de sport, Frank?

,,Ik miste wel een beetje de dynamiek van de sport, de vrijheid die je hebt als sportjournalist. Destijds heb ik heel bewust de keuze gemaakt, niet omdat ik na twintig jaar bij De Telegraaf  verzadigd was of zo, maar vooral omdat ik benieuwd was naar een andere wereld. Nu krijg ik de kans mijn ervaring in het bedrijfsleven te combineren met journalistiek. Mijn werk houdt meer in dan schrijven. Ik ga ook het redactieteam aansturen en daarnaast commerciële kansen onderzoeken teneinde het merk verder te versterken.”

Frank Woestenburg (links) interviewt als verslaggever van De Telegraaf toenmalig Formule 1-eigenaar Bernie Ecclestone.

Wat was destijds de overweging om te kiezen voor een baan als manager corporate communicatie bij TVM?

,,Ik wilde mezelf uitdagen en me ook op andere vlakken verder ontwikkelen. TVM kende ik vanuit mijn werk als sportjournalist bij De Telegraaf. TVM had de stille ambitie om op termijn terug te keren in de sport. Onder meer door marktontwikkelingen kwam dat er niet van. Ik miste daardoor mijn feeling met de sport, ook toen ik vorig jaar met Arjan Bos van TVM overging naar Royal Dutch LV Logistics, een logistieke dienstverlener met vestigingen wereldwijd. Arjan Bos kende mijn verlangen. Ik blijf nog een x-aantal uren per week voor LV Logistics werken, naast mijn nieuwe baan bij Formule 1.”

Wat heb je geleerd in het bedrijfsleven?

,,Zeker voor een sportjournalist is het gezond om eens verder te willen kijken. Dat geeft nieuwe energie en inzichten. In de sportjournalistiek is het toch vaak een-persoonsoperatie, gericht op wat de dag brengt in de sporten die je volgt. Bij TVM en LV Logistics heb ik veel andere vaardigheden geleerd: strategisch denken, een team aansturen, merkpositionering, sponsoring, denken in processen et cetera. Die ervaringen zullen me nu goed van pas komen.”

Hoe ben je in contact gekomen met Formule 1?

,,Er was een vacature ontstaan. André Venema, de hoofdredacteur van Formule 1, vond dat het profiel goed bij mij paste. Het bijzondere is dat André en ik elkaars rivalen waren toen we al als verslaggevers van AD en De Telegraaf de Formule 1-races volgden. Nu gaan we samen de schouders eronder zetten.”

Ga je als redactiechef ook schrijven?

,,Schrijven ben ik altijd blijven doen, ook nu. Ik zal niet alle GP’s aflopen, we hebben een redactie van zes fulltimers. Daar zit een flexibele schil omheen met mensen die veel voor ons schrijven.”  

Wat willen jullie gaan bereiken? 

,,We willen een grotere markt bereiken. De oplage van het magazine blijft gestaag groeien, zowel qua abonnees als in de losse verkoop. We komen 21 keer per jaar uit. Onze positie is heel gezond, maar digitaal valt er nog veel te halen. We mogen best wat zelfbewuster zijn om uit te dragen dat we een autoriteit in de autosport zijn. We worden wel eens het Voetbal International van de autosport genoemd.”

Formule 1 blijft ondanks Max Vertappen toch een Nederlandstalig blad in een grote internationale wereld.

,,Ja, maar in het paddock kent iedereen ons magazine en de mensen die voor ons werken. De wereld van de Formule 1 is toch ook wel een beetje  ‘ons kent ons’. Er is vooral digitaal veel concurrentie in Nederland, maar ons blad is bekend omdat we vanaf  1994 als enig Nederlands printmedium, naast De Telegraaf wellicht, bij alle races met eigen verslaggevers aanwezig zijn. We zien hoe vaak we door buitenlandse media worden geraadpleegd. Die positie als autoriteit kunnen we best nog verder uitbouwen.”