De journalistieke persvoorlichter
We hadden een boeiende bijeenkomst, de dag na de strijd om de Johan Cruijff Schaal tussen PSV en Go Ahead Eagles. De persvoorlichters van bijna alle eredivisieclubs – ECV’s topman Jan de Jong wil graag dat we voortaan spreken over de VriendenLoterij Eredivisie – kwamen op uitnodiging van de NSP in Zeist samen om aan het begin van het nieuwe voetbalseizoen de pijnpunten over en weer te bespreken.
Veel van die kleine en grotere kwesties betreffen jaarlijks terugkerende discussiepunten: moeizaam functionerende WiFi, parkeerplaatsen voor de media die soms iets verder weg liggen dan in het verleden, wam lopende spelers voor de lenzen van de fotografen.
Jan de Jong hield een boeiend betoog over het nieuwe tv-contract tussen ESPN/Disney en de Eredivisieclubs. Uitgangspunt voor de ECV is de tv-producent “een optimaal mediaproduct te (laten) maken, zowel voor de eigen zender ESPN als in haar afspraken met NOS”.
Van de zijde van de NSP hebben Louis van de Vuurst en ondergetekende opgemerkt dat het van belang is dat het beeld voor de tv-kijkers, de toeschouwers in het stadion en voor de (visuele) media zo ‘schoon’ mogelijk blijft. Bij sommige momenten van afscheid of van euforie (promotie, bekerwinst enz.) lopen er wel heel erg veel mensen met hesjes door het beeld, waardoor de blik op de hoofdrolspelers wordt verstoord. Voor fotografen was er de afgelopen jaren soms geen goed en schoon beeld te maken en we gaan zien of dat in het komend voetbalseizoen beter wordt.
Gerard den Elt (Foto Marcel Krijger)
In het debat met de clubvoorlichters ontbraken helaas enkele uitgenodigde media, een punt dat De Jong ook terecht en pijnlijk aanstipte. Sommige sportchefs hadden overigens een geldig excuus voor afwezigheid (vakantie, werk). Vaak wordt er geklaagd over bijvoorbeeld het gebrek aan interviewmogelijkheden met spelers, maar het zou goed zijn geweest als sportchefs hun zaak in het bijzijn van de mediamanagers hadden bepleit. Dat is echt een gemiste kans.
Op hun beurt stelden de mediamanagers dat een flink deel van hen is gerekruteerd uit de journalistiek. Velen hebben hun sporen verdiend in de journalistiek en beschouwen hun oude vakgebied nu vanuit een geheel ander perspectief en belang. Plotseling worden zij geconfronteerd met een geheel andere dynamiek, waarbij traditionele media, supporterssites in diverse gradaties van betrouwbaarheid, zaakwaarnemers die serieuze belangstelling én valse geruchten lekken aan ‘transferjournalisten’, alsmede knippers en plakkers een prominente rol spelen. En vergeet ook de podcasts niet: niet zo zeer de gesproken woorden, als wel de uit de context gehaalde uitspraken die op websites worden uitgelicht veroorzaken ophef. Gevolg: boze trainers, spelers en directieleden.
Veel van hun energie gaat zitten in het traceren en controleren van beweringen en bronnen. Of, zoals een van de aanwezigen verzuchtte, een groot deel van zijn dagelijkse bezigheden is vooral intern gericht: uitleggen hoe de journalistiek werkt en hoe berichten tot stand zijn gekomen. Dat is de kunst van het relativeren, verwoordde een andere aanwezige. Sommige zaken heb je nu eenmaal niet in de hand.
Waarover de media en de clubvoorlichters het snel eens zullen zijn, is dat de mediawereld in een snelle en eigenlijk voortdurende transitie verkeert, zeker op sportgebied. Clubs willen hun volgers en hun fanbase zo veel mogelijk via hun eigen mediakanalen bedienen, inclusief het exclusieve nieuws. Die ontwikkeling groeit exponentieel, constateerde Jan de Jong.
Clubwatchers en de media waarvoor zij werken hebben echter het gevoel dat in dit krachtenspel steeds minder ruimte is voor toegang tot spelers en trainers. Zij zoeken andere wegen en vormen om hun lezers te informeren, wat vaak weer leidt tot scheve gezichten bij de clubs, spelers en trainers.
Van essentieel belang is echter dat clubs en hun voorlichters in gesprek blijven met de relevante media. Volgend jaar organiseren we met plezier weer zo’n bijeenkomst, maar dan in het bijzijn van sportchefs en journalisten.
GERARD DEN ELT, algemeen secretaris NSP