IN DE SPO(®)TLIGHT

Wat is het mooi dat Danny er was

Het overlijden van Danny van den Broek maakte veel los; bij collega’s, bij zoveel mensen die hem lief hadden. Bijna veertig jaar werkte hij bij De Gelderlander. John Graat, chef sport bij Trouw, haalt dankbare herinneringen op. 

Door John Graat

Er was maar één Danny. Maar de wereld zou een mooiere plek zijn als er wat meer Danny’s zouden zijn geweest. Deze zinnen schreef ik woensdagnacht op Facebook, kort na de mededeling dat Danny van den Broek was overleden, pas 63 jaar. Het droevige nieuws verspreidde zich snel door zijn Nijmegen en (sport)journalistiek Nederland.

Danny van den Broek (Foto’s: Broer van den Boom)

Danny was niet alleen een vermaard journalist van De Gelderlander, een groot vakman en liefhebber van de sport, en vooral van de beoefenaren daarvan, hij was vooral ook een lieve man voor Géke, een geweldige vader voor Lars en Jorn, een buitengewoon humoristische collega en een vriend voor velen van ons. 

Of ik hier vanwege onze persoonlijke band een stukje over hem wilde schrijven, vroeg Henk Mees. Henk, Danny en ik maakten deel uit van de VNU Dagbladen-equipe op de Spelen van Sydney in 2000. Het was een van de tientallen evenementen die Danny en ik samen hebben gevolgd in die jaren.

Vanaf 1995 vormden we een duo in het schaatsen, het begin van een vriendschap die tot zijn dood heeft geduurd. De rolverdeling was simpel: Danny wilde destijds het liefst over de schaatsende vrouwen schrijven. Dan kon hij net wat persoonlijker worden. Want dat is wat hij altijd zocht: de mens achter de sporter. Danny schreef al human interest-verhalen voor die term bestond. Hij had oog voor detail, voor de persoonlijke besognes achter de prestaties, voor de anekdote die in zijn ogen het werkelijke verhaal in een notendop vertelde. 

Danny van den Broek met zijn idool Johan Cruijff, gefotoshopt door Broer van den Boom

Danny was ontwapenend en charmant. Hij kon plompverloren vragen stellen in interviews of op persconferenties. En dan brak het ijs, met een brede lach, of er kwam een verhaal dat eigenlijk niet verteld moest worden.

Op Danny kon je niet boos worden, aan Danny had niemand een hekel. Van Rintje tot Tonny en Annemarie, ze mochten hem. Hij kon in de perszaal stilletjes aan het tikken zijn, vooral als de stress een beetje toesloeg, maar veel vaker was hij het stralende middelpunt, met een grap of practical joke. Lees ze na op Facebook, vele (oud-)collega’s hebben ze de afgelopen dagen gedeeld. 

We wisten alles van elkaar, omdat we uren belden, samen reisden en hotels deelden. Of zelfs het bed deelden, zoals in 1997 rond de Elfstedentocht. Twee dagen hadden we bibberend onder dekens in het Campanile zitten tikken toen Danny voorstelde om samen dat ene bed in het warme Oranjehotel te gaan delen. Slapen deden we in die dagen toch niet. ,,Ik hoef niet alles te weten!” zei Géke zondagavond nog. Nee Géke, ik kan hier lang niet alles vertellen. 

Van de grote evenementen genoot hij intens. In Nagano 1998, in Sydney 2000 en in Turijn 2006 was hij olympisch verslaggever en die drie keer mocht ik van nabij zijn kwaliteiten ervaren: zijn verwondering en zijn scherpe waarnemingsvermogen maar ook zijn gevoel voor het menselijk verhaal. 

Of hij nou sprak over sporters of erover schreef, Danny oordeelde niet snel, laat staan hard. De wereld schoot in zijn ogen niks op met conflicten. Hij ging op zoek naar de schoonheid en was mild voor de mens die in gebreke bleef.

Op het Rode Plein in Moskou

Gniffelen konden we om collega’s die zichzelf heel erg belangrijk vonden. Die vonden hem maar een ‘toerist’, zeker als hij inkopen ging doen voor zijn vrouw en kinderen, met wie hij elke avond uitvoerig belde. ‘Hai Lars! Hee Jorn!’ Ondertussen deed hij zijn werk voortreffelijk, altijd. Danny was eerlijk en betrouwbaar, zoals oud-NEC-trainer Mario Been hem zondag op de radio memoreerde. 

En-éé-céé dus. Niet ‘nek’. Een nek zit hier, zei Danny in oer-Nijmeegs, terwijl hij een pets gaf in zijn nek, maar NEC zit hier, wees hij dan op zijn hart. Clubwatcher was hij heel lang, soms een tijdje niet, en daarna weer wel. Ook de roemruchte tijden van het Nijmeegse ijshockey maakte hij mee, tot ver over de landsgrenzen.

Het was de sport waar hij misschien wel het meeste van hield. Intens genoot hij van de onverwachte ontmoeting met Ron Berteling die vorig jaar voor hem geregeld werd. Op de Spelen van Nagano in 1998 wilde hij maar één man zien: Wayne Gretzky. En hij zag The Great One daadwerkelijk live in actie. Hij maakte er een persoonlijk verhaal over. Zo begon dat: ,,Al dagen brandde het kaartje in mijn jaszak. 'Ice Hockey Men Final Round CAN-USA'. Mijn stoelnummer was 84. Rechtsonderin stond een volkomen overbodige mededeling: not for sale.” Het werd een nogal teleurstellende avond die Danny niet zonder zelfspot beschreef. 

Beiden waren we tijdelijk weg uit de sportjournalistiek, altijd bleven we elkaar zien. We organiseerden borrels en etentjes bij elkaar thuis, in restaurants, in kroegen, niet zelden met Renze Lolkema erbij. En altijd een grap als de serveerster kwam. ‘Hèjje ook warme karnemelk?”

We vierden alle mijlpalen in onze levens samen. Na zo’n feestje van mij reed hij eind 2019 terug naar Nijmegen toen hij merkte dat zijn gezichtsvermogen was verstoord. Een paar weken later vertelde hij dat het tot onderzoeken in zijn hoofd had geleid. Daar zat kanker. Hij werd behandeld, krabbelde weer op, en zo ging het op en af.

Als je appte hoe het met hem was, meldde hij een nieuw record op de loopband te hebben gevestigd. Hij bleef de opgeruimde man, ‘pluk de dag’ gaf hij steeds als opdracht mee, al wist hij welke kant het opging. Twee weken geleden hoorde ik een breekbare stem door de telefoon. ‘Ik hou je op de hoogte’, tot slot. 

Wat is het mooi dat Danny er was. Op zijn rouwkaart grijnst hij ons toe, nog altijd een lieve kwajongen. Hij lacht op de foto dit keer niet ironisch of verbaasd, het is precies de geamuseerde blik waarmee hij door het leven stapte. 

Danny vond het jammer dat op de crematie door corona slechts een beperkt aantal mensen zou kunnen zijn. Daarom namens Géke, Lars en Jorn aan iedereen: wie de crematie woensdag 14 april vanaf 15.00 uur online wil volgen, stuur svp een mailtje naar afscheiddanny@gmail.com , dan krijg je een linkje.