Nieuws

Corona-editie

Corona-editie

Minder fotografen, minder publiek, meer ruimte. Fotograaf George Deswijzen was goed te spreken over de werkomstandigheden tijdens de Amstel Gold Race (AGR). Deswijzen fotografeert sinds 2013 voor onder meer de organisatie van AGR, Proshots en L1. Hij doet verslag van zijn bevindingen tijdens editie 55, de ‘corona-editie’.

door George Deswijzen

Normaal staat het Amstel Gold Race-weekend gelijk aan het grootste wielerfeest op vaderlandse bodem. Op zaterdag bijten 15.000 recreanten tijdens de Toerversie het spits af. Waarna op zondag de profs de Limburgse heuvels bedwingen, aangemoedigd door tienduizenden wielerfans.

Fotograaf George Deswijzen achter op de motor bij Roger Dinjens (Foto: Dion Kerckhoffs)

Hoe anders was de 55ste editie van de Gold Race. De race die onder de noemer ‘corona-editie’ de analen van de wielergeschiedenis de boeken in zal gaan. Perschef Evelien Meijer en haar team waren dit jaar verantwoordelijk voor de media. Alleen leden van NSP en AIPS konden rekenen op een accreditatie. Bepaalde zones waren niet toegankelijk, er gold mondkapjesplicht, een negatieve PCR test was vereist - waarna nog een sneltest de dag voorafgaand aan de races volgde. Per medium was er ruimte voor één journalist en één fotograaf.

Wout van Aert laat zich na zijn zege fotograferen door de NOS. (Foto: George Deswijzen)

De strak geregelde ‘intake’ bij het Shimano Experience Center verliep bijzonder voorspoedig door een goede samenwerking tussen The PEPr Company (event-organisatie) en Sportdokters (sneltesten). Waar normaliter tijdens de Amstel Gold Race honderden journalisten hun werk doen waren dit jaar slechts 75 schrijvende pers en fotografen aanwezig. Zij deden hun werk naast de televisie-collega’s van onder meer NOS, VRT en L1.

Slingerend door het Limburgse heuvelland. (Foto: George Deswijzen)

De finishzone besloeg dit jaar slechts een fractie van hetgeen in normale edities wordt opgebouwd. Geen grote VIP/ fan-tenten en geen grote perstent naast de finish. Maakte dit het werk lastiger? Nee, integendeel zelfs. Het werkterrein was overzichtelijker en toegankelijker dan ooit. Qua beeld kon je in deze editie aan de finish nog meer maken dan in afgelopen jaren. Het flashinterview vond plaats aan de rechterkant van het podium, de mixed zone lag aan de linkerkant. Hoe makkelijk wilde je het hebben.

De gehele finishzone ademde rust en kalmte uit. Dit beaamt ook assistent perschef Carla Vos, die ik nog nooit zo relaxed heb meegemaakt op de finishlijn. Vos die voor het 25ste jaar verantwoordelijk is voor de fotografen had geen kind aan de mediavertegenwoordigers. ,,Qua werk was het een stuk rustiger, ik denk wel het rustigste ooit in die 25 jaar. Normaal heb ik 50 fotografen onder mijn hoede en dit jaar maar 15.” Afgezien daarvan miste ze wel de ambiance die bij een wielerwedstrijd hoort. ,,Je mist de mensen langs de kant en de muziek die de sfeer compleet maken. Dit was voor deze editie het maximaal haalbare.”

Volop ruimte voor fotografen, ook zonder accreditatie. (Foto: George Deswijzen)

Het perscentrum was gehuisvest in de nabijgelegen sporthal van Berg en Terblijt. In de  ruim opgezette, goed verlichte en met snel internet uitgeruste sporthal werden de media ontvangen door zeer ervaren mensen: Jacqueline Houben (namens de organisatie) en Victor in de Braekt (beheerder sporthal).  Houben, die vloeiend tal van talen spreekt en getrouwd is met oud UCI-jurylid Jean Houben, heeft op haast elke vraag een antwoord. Haar Brusselse charme doet de rest. In de Braekt, boezemvriend van oud-prof en mediaman Benny Ceulen, weet als geen ander wat journalisten na de koers nodig hebben: frisdrank, warme koffie, voldoende goed belegde verse broodjes en een lekkere soep.

Hun inzet werd op prijs gesteld, gaven de fotografen Dion Kerckhoffs (Cor Vos Agency) en Bas Czerwinski (Getty Images) aan. ,,Het was lekker overzichtelijk werken. Het feit dat je niet kon passeren gaf eigenlijk wel een bepaalde mate van rust. Wat mij betreft hadden ze ons wel wat meer vrijheid op de klimmetjes kunnen geven middels roulatie. Maar dat zijn details. Door gebruik te maken van twee afsteken konden we de renners goed en veilig passeren. Al met al zeer werkbaar. Alleen had de wedstrijd nog wel één of twee rondjes langer gemogen om deze zwaarder te maken. Het is immers een klassieker dan moet je gewoon de 250 km aantikken”, zo meende Czerwinski. Ook de geboden faciliteiten konden beiden bekoren. ,,Voor mij zijn twee zaken belangrijk: een perscentrum dicht bij de finish en goed internet. En daar was in deze locatie voor gezorgd”, vulde Dion Kerckhoffs aan.