Nieuws

Plezier

Noem het toeval, maar voor de romantici onder ons gebeuren er opeens mooie dingen na een week waarin het miljardairsvehikel met de naam Super League (voorlopig) werd afgeschoten. Dat er weer plukjes mensen in het voetbalstadion mogen komen, hielp daar natuurlijk ook bij.

Ik zag de spelers van Willem II de winst op RKC bij het supportersvak vieren alsof lijfsbehoud al een feit was. Dat vond ik weer leuk voor Zeljko Petrovic, die man die zo worstelt met zijn imago sinds hij babbelziek wordt genoemd door mensen die zelf niet weg te slaan zijn uit het meningencircuit. Voor deze enthousiaste Montenegrijn met zijn onbedoeld originele woordkeuze (‘Ik ben Jan-Pipo de clown niet’) heb ik nu eenmaal een zwak.

Yoeri van den Busken

En wie heeft de afgelopen weken geen sympathie gekregen voor Emmen, dat aan een onvoorstelbare inhaalrace bezig is om in de Eredivisie te blijven? Bijzonder was het om te zien dat de supporters in de slechtste fase niet diep in de nacht de bus stonden op te wachten en spelers uitkafferden dat ze moesten werken voor hun geld, maar met de ene na de andere steunbetuiging kwamen. Die puurheid – aangewakkerd door de altijd reële trainer Dick Lukkien – mag van mij beloond worden.

Ik vond ook de vreugde van Davy Klaassen hartverwarmend na zijn tweede treffer tegen AZ. Hij rende achter het doel langs en betrok zo de gehandicapte fans in hun rolstoelen bij het kampioensfeest. De hunkering naar die symbiose tussen spelers en publiek was groot geweest – dat is afgelopen weekeinde wel duidelijk geworden. 

Maar het meest geniet ik momenteel van FC Barcelona. Uitgerekend bij een van de kandidaten voor de Super League is Ronald Koeman met zijn spelers iets unieks aan het doen. Toen hij op die trein stapte omdat hij zijn grote liefde niet drie keer de deur wilde wijzen, vroeg ik me hardop af of zijn timing niet allerbelabberdst was. De beste voetballer van de wereld leek opgebrand en op weg naar de uitgang, bestuurlijk was het daar een janboel, in dat majestueuze stadion zat geen mens om nog wat passie op te wekken. Ik meen dat ze op een gegeven moment rond de achtste plaats bungelden. Hoewel er vooraf van een overgangsjaar was gesproken, werden de messen alweer geslepen.

Lionel Messi en Frenkie de Jong tijdens FC Barcelona – Getafe CF op 22 april 2021 (foto: ANP/EPA/Enric Fontcuberta)

Maar kijk nu wat Koeman heeft bewerkstelligd. Hij wist Lionel Messi weer te inspireren, kreeg de miskopen Antoine Griezmann en Ousmane Dembélé aan de praat, maakte van Frenkie de Jong de beoogde regisseur en paste Catalaanse jeugdspelers in. Voor de club Barcelona, voor die fascinerende geschiedenis en de Nederlandse rode draad in die talloze hoogtepunten hoop ik de komende weken heel erg dat Koeman het kunstje flikt.

De ommekeer dit seizoen was vermoedelijk de comeback in de Copa del Rey tegen Sevilla: 2-0 verlies uit, 3-0 zege thuis). De kranten Mundo Deportivo en Sport waren euforisch en spraken op hun voorpagina’s van een wederopstanding. Epico! Grandioso! Aansluitend vrat Barcelona Athletic de Bilbao op in de finale (4-0), met een hoofdrol voor Messi en De Jong. Wekelijks ziek ik hoe Messi hem zoekt, blind aanspeelt, knuffelt en apart neemt om even de tactiek door te nemen. Omdat we in Nederland altijd snel een beetje doorslaan, heb ik iets te vaak gelezen dat De Jong voetbalt als de reïncarnatie van Johan Cruijff. Dat gaat me wat ver, maar met alles wat hij doet, zegt en uitstraalt vertegenwoordigt hij in geval de Hollandse School.     

Wij willen ook nog weleens badinerend doen over het KNVB-bekertoernooi, de Europa League (voorheen UEFA Cup) of de Super Cup. Dat noemen we dan troostprijzen. En wij vinden het onzin dat elke ronde in de Copa del Rey over twee wedstrijden gaat. Maar in Spanje zijn ze iets minder verzuurd. Daar telt alles waar je om strijdt. De winnaars pakten in een leeg stadion dan ook niet verveeld die beker van de koning aan, maar beleefden het heel intens. Het was Messi niet aan te zien dat hij zojuist zijn 167e prijs (zowel in teamverband als individueel) had opgehaald. Medewerkers van de club hadden het fenomeen heel lang niet meer zo opgetogen gezien. Alsof ze hun eerste pupillengoal bejubelden, zei Koeman over die jongensachtige blijheid bij zijn spelers.

Dat is misschien nog zijn grootste prestatie als topcoach. Dansend op die vulkaan bracht hij alles terug tot de kern. Tot dat ene magische woord: plezier.

YOERI VAN DEN BUSKEN