IN DE SPO(®)TLIGHT

Evert ten Napel, auteur van boek vol belevenissen

‘Ooit komt er toch een einde aan mijn blessuretijd’

 

‘Het Volkspark is van Oranje’, het is dé uitspraak van tv-verslaggever Evert ten Napel die sinds het EK voetbal van 1988 aan hem is verbonden. Nu is het ook de titel van een boek vol belevenissen en anekdotes in vijftig jaar sportverslaggeving, van de Drents-Groningse Pers tot ESPN. Op 77-jarige leeftijd nadert zijn afscheid.   

door Henk Mees

Evert ten Napel (foto: ANP/ HH/ Clemens Rikken)

Hoe zit dat, Evert, ga jij stoppen bij ESPN?

,,De hoeveelheid werk wordt wellicht minder. Dan krijgen de vaste mensen voorrang en dan zal ik als de oudste van het stel er wel mee stoppen. Informeel hebben we daar al over gesproken, binnenkort ga ik eens een kopje koffie drinken. Als het zover is, zal ik zonder een traan te laten afscheid nemen. Ik heb al zo lang in blessuretijd mogen spelen, ooit moet er toch een einde aan komen.”

Komt er dan minder voetbal op ESPN?

,,De kans bestaat dat de nieuwe Scandinavische zender die de Formule 1 gaat uitzenden, de rechten van de Bundesliga in handen krijgt. Als dat doorgaat, valt er bij ESPN toch een flink stuk werk voor de vaste verslaggevers weg. Dan blijft er voor mij te weinig over om het nog leuk te vinden.”

En zonder Duits voetbal komt er op ESPN niets voor in de plaats?

,,Dat weet ik niet. Vergeet niet dat de rechten op Premier League of Bundesliga heel duur zijn, terwijl onderzoeken regelmatig uitwijzen dat de Keuken Kampioen Divisie veel meer kijkers trekt dan dat dure buitenlands voetbal.”

Je bent 77, maar je stem lijkt eeuwig jong, hoe lukt je dat?

,,Daar heeft onze lieve heer mij mee geholpen. Mijn opa had ook al een mooie, goede stem. Je moet er zelf ook wel iets aan doen. Niet forceren, geen koutje oplopen, af en toe een lepeltje honing nemen, in gezelschap nooit het hoogste woord willen hebben.”

Daar let je dan ook echt op?

,,Zeker, ik ben altijd heel zuinig geweest op mijn stem. Tijdens een toernooi als een EK of WK moet je echt niet op stap gaan, dan merk je het aan je stem. Ik heb vijftien jaar lang, samen met Youri Mulder, commentaar gegeven bij het FIFA-spel. Ze hebben mijn stem vergeleken met die van vijftien jaar eerder. Het was nog steeds dezelfde stem, terwijl de meeste buitenlandse verslaggevers al na zes of zeven jaar vervangen moesten worden.”

Je praat niet alleen, je schrijft ook?

De cover van het boek

,,Ja, toen ik vanwege de corona-uitbraak een week of vijf of zes binnen zat, werd ik zo sikkeneurig dat ik van mijn vrouw opdracht kreeg afleiding te zoeken. Ik ben gelijk begonnen mijn belevenissen op te schrijven, een paar A4-tjes getikt en een goeie kennis met connecties in de uitgeefwereld gevraagd wat hij ervan vond. ‘Ga door’, was zijn advies. Toen ben ik elke avond twee uur gaan tikken, een week of zes achtereen. Na 200 pagina’s had ik alles wel opgeschreven. Het zijn vooral belevenissen, reisverhalen, anekdotes. Noem het maar een soort therapie. Ik zal er heus niet de Libris Literatuur Prijs mee winnen, maar het leest wel lekker weg, krijg ik steeds te horen.’

Het is géén boek waarin je met een echte opvatting over de tv-verslaggeving komt.

,,Ik heb nooit echt een mening over andere verslaggevers. Wie zegt dat ík het goed doe? Neem maar van mij aan dat er tussen die 20 of 25 mensen die in Nederland verslag doen op tv geen echte koekenbakkers zitten. Anders pakken ze daar wel een ander voor.”

Bij jou valt wel op dat je minder dan de meeste anderen de hele wedstrijd door allerlei statistiekjes opdreunt.

,,Dat is de moderne tijd. In de schrijvende journalistiek is Maarten de Vos ooit begonnen met quotes in de wedstrijdverslaggeving. In de tv-verslaggeving zijn de laatste jaren de talloze data doorgedrongen die worden verspreid. De hele wedstrijd zie je die cijfertjes langskomen, balbezit, schoten op doel. Ik heb er niks mee. Ik stop liever wat weetjes in mijn commentaar, kleine dingetjes die ik op internet heb opgepikt of heb overgehouden aan een gesprekje vooraf met bijvoorbeeld de trainer of de materiaalman. Zo kun je volgens mij ook onderhoudend verslag doen.”