Nieuws

OLYMPISCHE SPELEN / EVENEMENT

Echt goeie gasten, die fotomanagers’

Op dag 11 van de Olympische Spelen in Tokio troffen acht Nederlandse fotografen elkaar bij de atletiek in het Olympisch stadion. Alleen Soenar Chamid, Koen van Weel en Olaf Kraak waren op dat moment elders actief. Ronald Hoogendoorn zette zijn zeven collega’s in het stadion op de foto. De elf fotografen zorgden gezamenlijk voor een rijke collectie beeldmateriaal, gedragen door spanning en geladen met intense vreugde en diep verdriet.

,,We hebben uitstekend kunnen werken. Op elke venue waren de faciliteiten uitstekend, het internet werkte snel. En het mag ook wel eens gezegd mag worden dat we bij elke sport met uitstekende foto-managers te maken kregen”, rapporteert Ronald Hoogendoorn.
Hoogendoorn: ,,Die fotomanagers regelden met veel begrip alles waardoor we ons werk goed konden doen, de verdeling van de fotoposities bijvoorbeeld. Die fotomanagers waren in de meeste gevallen ervaren fotografen die goed vertrouwd zijn met ons werk in de internationale sport. Ze waren hiervoor speciaal ingehuurd door het IOC en goed voorbereid voor hun taak. Zo hoorde ik dat de fotomanager in het hockeystadion al zes weken van te voren in Tokio aan de slag was gegaan. Echt goeie gasten waren dat.”

Zeven Nederlandse fotografen bij elkaar in het Olympisch stadion van Tokio. Onderste rij, vanaf links: George Deswijzen, Klaas Jan van der Weij, Robin van Lonkhuijsen. in het midden: pim Ras. Bovenste rij, vanaf links: Robin Utrecht, Yannick Verhoeven, René Bouwman. (Foto: Ronald Hoogendoorn).


Bij afwezigheid van publiek verspeelden de mediavertegenwoordigers nauwelijks tijd om de stadions binnen te komen. Hoogendoorn ,,Binnen een minuut was je door de security heen. Wel ging er veel tijd verloren dor het reizen. We waren aangewezen op de speciale bussen voor de media. Van ander vervoer mochten we geen gebruik maken. Om van de ene naar de andere venue te komen, afstanden van gemiddeld 8 à 9 kilometer, waren we steeds ruim een uur tot wel anderhalf uur onderweg. In de meeste gevallen stond je wel een half uur te wachten voor we met een bus mee konden.”

Als gevolg van de lange wachttijden konden de fotografen veel minder evenementen coveren dan ze gewend zijn. Hoogendoorn: ,,Normaal kun je bij de Olympische Spelen wel zes tot acht sporten per dag volgen. Nu waren dat er hooguit drie tot vier per dag. Dat zorgde dan wel voor beperkingen.”