Nieuws

‘Wat een voorrecht hier verslag te doen’

Na twee Olympische  Spelen (2008, 2012) doet Peter van der Meeren (Leeuwarder Courant) in Tokio voor de tweede keer verslag van de Paralympics. ‘De Leeuwarder Courant beschouwt paralympische sport als topsport. We ontvangen veel positieve reacties op onze aanwezigheid’, rapporteert hij.

 

Door Peter van der Meeren

 

Met de deadline in zicht (de 7 uren voorsprong kwamen goed van pas), tik ik op verzoek van Henk Mees dit stuk. Na een nachtje van 3,5 uur – laat tennis en om 5.30 uur in de taxi naar wegwielrennen – kop ik hier zijn voorzetjes in.

Peter van der Meeren (links) naast een Japanse vrijwilliger. (Foto’s: Peter van der Meeren).

Is er verschil met de ‘grote’ Spelen?

De Road to Tokyo was denk ik gelijk. Een enorme klus met apps installeren, testen en vragenlijsten beantwoorden. Ik heb het als een soort van ontmoedigingsbeleid ervaren. Overdreven: twee weken van tevoren dagelijks moeten opsturen wat je temperatuur was. Maar al lag je met 47 graden doodziek in bed, geen Japanner die het zag. Gewoon standaard 36,3 invullen, niet te controleren. De verhalen van onder andere Roel Wiche (reis van 43 uur met noodstop in Helsinki) maakten het er vooraf niet fijner op en wat Jeroen Elshoff overkwam (quarantainehotel) was evenmin een lonkend vooruitzicht. Ik heb er best enige spanning van gehad. Al met al drie keer van hotel moeten veranderen, eis van de Japanners.

Bijzondere service voor de media: bij interviews houden Japanse vrijwilligers een dienblad omhoog met daarop de smartphones om het gesprek op te nemen. In dit geval betreft dat een interview met Timo Fransen en Vincent ter Schure.

Ik denk dat het ter plekke qua werkomstandigheden wel te vergelijken is, al is het veel rustiger in de mediacentra en de mixed zones. Maar de spuugbuisjes en regeltjes (ook voor de mixed zones een accreditatie aanvragen, net als voor alle te bezoeken evenementen) zijn hetzelfde. Na twee stroeve dagen het ritme gevonden.

Hoe zijn de faciliteiten?

Prima, al is vervoer een lastige zaak. De 14 taxivouchers (omgerekend zo’n 80 euro per stuk) zijn snel op als je zoals ik 3 keer naar het wielrennen wil. Van hotel naar het grote perscentrum MPC: 1x per uur een bus, wel 24 keer per dag. Van venue naar venue met taxi’s, soms moeizaam te regelen omdat de vele Japanse vrijwilligers net zo matig Engels spreken als dat ik met stokjes kan eten. Overal goede internetverbindingen, behalve in het hotel. Als Nederlanders hadden we vooraf besproken in hetzelfde hotel te gaan zitten, handig voor vervoer en natuurlijk ’s avonds een kleine evaluatie van de dag. Al is het voorgekomen dat we elkaar drie dagen achtereen niet hebben gezien. Via een eigen groepsapp veel contact over resultaten en andere ontwikkelingen.

Blik op het perscentrum Fuji, met centraal in het oranje Robin Wubben. Achter hem fotografe Inge Hondebrink (Trouw).

Hoe zijn de Nederlandse media vertegenwoordigd?

Dat is overzichtelijk. Vier fotografes, een fotograaf (voor Team NL) en vier mannen van de schrijvende pers. Dat kwartet is:

Chris Korsten Is vooral bezig met dagelijkse portretjes van sporters voor de site van VWS. Petje af hoe hij op zo’n korte termijn nog voor elkaar heeft gekregen hier te kunnen werken.

Robin Wubben, het schrijvende geweten van de Nederlandse paralympische sport. Kent als ‘parawatcher’ alle 73 Oranje-sporters bij naam alsmede hun palmares. Indrukwekkende feitenkennis. Hier bezig met zijn boek over alles rond deze Spelen. Te bestellen via www.parawatcher.nl.

Kick Hommes van Trouw, de andere vertegenwoordiger van een dagblad en de enige van een landelijke krant. Daar zullen de kranten hun eigen afwegingen voor gemaakt hebben. Kick is van de Tour de France bijna meteen doorgegaan naar dit paralympische circus. Mooie verhalen in De Verdieping.

Ondergetekende dus. Leeuwarder Courant en waar mogelijk voor Dagblad van het Noorden. Na twee Olympische (2008, 2012 voor, sweet memories, de GPD) bezig aan tweede Paralympische Spelen. Daar kwamen en komen wel vragen over: wat doet een regionale krant daar?

Eenvoudig antwoord: omdat er veel Friese parasporters meedoen. In Rio waren het er negenen ze wonnen in totaal 13 medailles. Blinde zwemster Liesette Bruinsma, toen pas 16, alleen al vijf stuks, en ze werd gedecoreerd als jongste Ridder van ons land. Wielrenster Alyda Norbruis mocht de vlag dragen tijdens de slotceremonie, mede op voorspraak van Friese chef de mission André Cats.

In Tokio zijn vijf Friese sporters die vooraf door mij zijn ingeschaald op minstens acht medailles. Ze doen mee aan 15 onderdelen. Na 3 dagen stond ‘Friesland’ achttiende op de medaillespiegel, ruim voor de Belgen en Duitsers. Meerdere Friese coaches en ook 2 Gronings-Drentse deelnemers bieden stof voor extra verhalen.

Leeuwarder Courant beschouwt paralympische sport als topsport en ontvangt veel positieve reacties op onze aanwezigheid. Naast stukken voor de krant ‘aan de voorkant’ nieuwsberichten en stukken voor de website. Ook houd ik een  Twitter liveblog bij.

Al iets bijzonders, onderscheidends kunnen maken?

Ik denk het wel. Sowieso bijna twee weken lang alle ruimte: voor een dagelijkse spread met twe grotere verhalen, af en toe een achtergrondstuk en elke dag een column van 375 woorden. Lange dagen, korte nachten, maar geen klagen. Ja, bijzonder: zwemster Bruinsma die met succes protest indient tegen verloop finale die vervolgens moet worden over gedaan. Nooit eerder voorgekomen. Dit stuk stond als meest gelezen sportverhaal op onze website, boven de mogelijke transfer Joey Veerman naar AZ. Ook bijzonder: dressuuramazone Rixt van der Horst ziet gouden droom in nachtmerrie eindigen door blessure van haar paard. Tennisser Tom Egberink die op één dag twee partijen van elk 2,5 uur wint. Verhaal met de Drent uit Wapserveen die de Nederlandse rolstoelen verzorgt als zijn eigen kinderen.

Hoe is het met beschikbaarheid en toegankelijkheid van Team NL?

Ronduit voortreffelijk. Geen moeilijk gedoe. Ik mag ‘mijn’ sporters rechtstreeks benaderen. Simpele afspraak: eerst even een whatsappje. Teambegeleiders ook zeer flexibel. Voor ons is Anja van Ginhoven als mediavrouw van Team NL goud waard. Eén appje aan haar en je zit een halve dag later in een Team-gesprek met sporter, chef Esther Vergeer of coach. Omdat we niet overal tegelijk kunnen zijn, moeten er afspraken gemaakt worden. Via Anja word je dan in contact gebracht met de gewenste sporter. Zit je bij het zwemmen, word je gebeld door de atleet die de finale 100 meter heeft gelopen. Via Team NL krijgen we razendsnel quotes aangeleverd van winnende Nederlanders. Al met al fijn werken.

De anderhalve-meterregel geldt even niet voor Japanse journalisten.

Genieten dus?

100 procent ja. Er rijdt wel eens een bus voor je neus weg en de overdreven regelgeving doet ’t bloed soms borrelen, maar ik denk na 40 jaar sportjournalistiek nog steeds: wat een voorrecht dat ik hier bij mag zijn en verslag van mag doen.