Nieuws

Honden en hockey; een wonderbaarlijke combinatie

Daar zijn ze weer. Niet een handjevol, maar in groten getale. Eerlijk gezegd had ik ze niet gemist, maar er is geen ontkomen meer aan. Nu het publiek weer welkom is op het hockeyveld zijn ook de vele honden terug langs de lijn. Wel bijna altijd netjes áán de lijn, dat dan weer wel.

Ik verbaas me er al jaren over waarom mensen hun hond meenemen naar het hockeycomplex. Bij andere sporten gebeurt dat veel minder. Ik kom drie keer in de week bij amateurvoetbalclubs maar daar zie ik sporadisch een hond langs het veld. Nee, dan bij het hockey…

Het lijkt helemaal te zijn ingeburgerd bij hockeyliefhebbers. Een wedstrijd bezoeken? Dan gaat de hond natuurlijk mee. Het zijn doorgaans ook geen gewone bastaardhonden die naar het hockey gaan. Ik onderscheid in het algemeen twee type honden: grote imposante, aaibare honden zoals de labradoodles, Sint Bernards en labradors. En aan de andere kant de kleine schattige honden: chihuahua’s, beagles en teckels.

De afgelopen weken bezocht ik de hockeyclubs Rotterdam, Oranje-Rood, Tilburg, Hurley en HGC. Overal zag ik honden, maar twee clubs sprongen er bovenuit: Oranje-Rood en HGC. Zondag was ik bij de dames van HGC in Wassenaar. Toen ik mijn auto de overvolle parkeerplaats op reed, kwam een bakfietsster me tegemoet gereden waarbij het hoofdje van de teckel nog net boven de bak uitstak; een koddig gezicht. Bij de fietsenstalling haalde een man zijn kleine zwarte hondje uit de krat voorop zijn fiets. Rond het veld op Sportpark De Roggewoning telde ik twaalf honden. Meest in het oog springend waren twee chihuahua’s die twee dames van middelbare leeftijd de hele wedstrijd in hun handen hielden.

Ook de abrikooskleurige labradoodle op het terras die vastgelijnd aan de boom tevreden uit een bak water dronk - terwijl zijn baasjes aan het bier zaten - kon op veel vertederende blikken rekenen.

Wat is dat toch met honden en hockey? Ik vroeg het aan Annemarie van der Linden, groot hondenliefhebster en groot fan van de Eindhovense hockeyclub Oranje-Rood. Twee hobby’s die ieder weekend samenkomen langs de hockeyvelden in de regio. ‘Mijn twee zwarte labradors Wallie (4) en Mimi (2) neem ik iedere week mee naar thuis- en uitwedstrijden. Waarom? Dat is heel simpel. Ik weet dat ze het geweldig vinden langs de kant. Wallie is een hond die ook echt de bal volgt tijdens de wedstrijd. Hij zit rustig op de stenen trap en kijkt naar het hockey. Mimi vindt het juist leuk om met andere honden te spelen.’

Mimi

Wallie

Honden genoeg immers op het complex. Van der Linden vindt het lastig te verklaren waarom zoveel hockeymensen hun hond meenemen. ‘Misschien heeft het met het type mens te maken dat bij hockey komt. Je ziet hier veel familiemensen en mogelijk kiezen zij vaker voor een hond als huisdier, maar dat is gissen. Ik neem mijn honden puur voor de gezelligheid mee. Als ik ook maar enigszins zou merken dat ze het niet leuk vinden, zou ik ze thuislaten. Maar ik sluit zeker niet uit dat andere mensen hun hond mee naar de club nemen om te pronken. Vooral met al die goudkleurige labradoodles die ik tegenwoordig veel zie, zou me dat niet verbazen’, zegt Van der Linden.

 De toename van het aantal viervoeters bij het hockey noopt diverse verenigingen tot het opstellen van gedragsregels voor hondenbezitters. Bij veruit de meeste hockeyclubs zijn honden – mits aangelijnd – welkom en kunnen ze ook een bak water krijgen in het clubhuis. Andere clubs worstelen met de hondenaanwas. Zo zijn honden bij Gooische helemaal niet meer welkom en vragen onder meer de hockeyverenigingen Venlo en Zoetermeer aan hun leden om ‘terughoudend om te gaan met het meenemen van een hond naar de club’.

Honden en hockey; het blijft een wonderbaarlijke combinatie.

 

NATASJA WEBER