SCHOT VOOR DE BOEG

Sport en politiek

Ook zo genoten van de vlammende verkiezingsdebatten over het thema sport? Over bewegen in coronatijd, als wapen tegen overgewicht en somberheid? Over wegbezuinigde gymnastieklessen van vakleerkrachten, met een gebrek aan motorische vaardigheden tot gevolg? Over sowieso de kruisbestuivingen met onderwijs en gezondheid, omdat sport een wezenlijke bijdrage levert aan fysiek en psychisch welbevinden – niet alleen nu, maar zeker ook straks na de covid-19-pandemie?

Marco Knippen, voorzitter NSP

Gemist? Dan ben je niet de enige. Want: die discussies waren er domweg niet. Niet op televisie, noch op de radio, evenmin in de krant; en in de verkiezingsspotjes bleef het ook onbenoemd.

Verwonderlijk is dat niet. Sport doet er geenszins toe, in politiek Den Haag. Er worden jaarlijks ettelijke tientallen miljoenen euro’s vanuit het ministerie van VWS – dat staat voor Volksgezondheid, Welzijn en… ehhh, nog stammend uit vervlogen tijden, Sport – naar NOC*NSF overgemaakt. Doe ermee wat je goeddunkt, is de boodschap aan de sportkoepel. Dan trekken wij ons weer terug in onze ivoren toren. Enigszins overtrokken? Wellicht, al leeft de frustratie over die desinteresse in breed verband.

Begin maart spuwde Erik Gerritsen, directeur van de hockeybond, in NRC zijn gal. ,,Sport wordt vergeten’’, stelde hij vast. Samenvattend: Het verengingsleven ligt stil, met alle financiële gevaren die dat met zich meebrengt. De maatschappelijke waarde wordt onderschat. En: de breedtesportcompetities (ook voor de jeugd) zijn opgeschort; dat terwijl buiten sporten gezond en níet-risicovol is, plus op verantwoorde wijze georganiseerd kan worden – voor álle leeftijden.

Toegegeven: even was er sprake van politieke opwinding rondom de Elfstedentocht, maar dat was slechts verkiezingsretoriek om zieltjes te winnen. Of, zoals sportmarketeer Chris Woerts, in een tweet schamperde: ,,Als de politiek de sport nodig heeft, staat het vooraan zonder kennis van zaken. Maar als de sport de politiek nodig heeft, kan het vaak achter in de rij aansluiten!’’

Dat CDA-voorman Wopke Hoekstra vervolgens tegen de coronamaatregelen in zich het alleenrecht toe-eigende om in Thialf een rondje met icoon Sven Kramer te schaatsen, degradeerde de kabinetsslogan ‘Samen krijgen we corona onder controle’ tot een gotspe.

De Nederlandse gemeenten gaven, blijkt uit de recentste berekening van het Mulier Instituut, in 2019 in totaal 1,1 miljard euro aan sport uit. Ogenschijnlijk een fors bedrag, al is het slechts 1,7 procent van alle gemeentelijke bestedingen. Afgaande op de verkiezingsprogramma’s van alle partijen zal dat bedrag de komende kabinetsperiode eerder dalen dan stijgen.

Een doorlichting van de pamfletten door de regionale titels van Mediahuis (onder andere Noordhollands Dagblad) schetste zaterdag een onthutsend beeld. Sport is bijzaak. Liefst 18 van de 37 politieke partijen die naar zetels in de Tweede Kamer meedingen, reppen met geen woord over sport – dat terwijl sommige partijprogramma’s honderd of meer pagina’s beslaan.

Nieuwkomer NLBeter is de politieke groepering waar sport het meest aan bod komt, gezien de 1051 woorden die eraan zijn besteed. ‘Kies gezond’ is dan ook het motto dat NLBeter propageert. D66 volgt met 739 woorden, terwijl de ChristenUnie met 451 woorden de top-3 completeert. Daarna schaalt het aantal woorden in hoog tempo af. Met de Partij Voor de Vrijheid, kortweg de PVV van Geert Wilders, als een van de hekkensluiters met geen enkele verwijzing naar sport.

Cor du Buy (1921-2011), de tafeltenniskampioen, zal zich waarschijnlijk in zijn graf omdraaien als deze cijfers tot hem komen. In 1958 veroverde hij een plek in de gemeenteraad van Amsterdam, als lijstrekker van Sociaal Verbond en Sportbelangen. Hij was de eerste, en tot nu toe enige, verkozen politicus van een politieke partij die zich met slechts één thema bezighield: sportonderwerpen. Slechts twee jaar duurde zijn flirt met de (gemeente)politiek, waarna hij naar Australië emigreerde.

In die periode werd wel besloten tot de komst van de Jaap Edenbaan, de ijsbaan vernoemd naar de voormalig wereldkampioen schaatsen en wielrennen die in 1925 berooid stierf en van wie bekers en medailles door nabestaanden werden verpatst om zijn begrafenis te kunnen bekostigen. Hopelijk wordt de politiek nu eens wakker en blijft aan het infuus liggende sportclubs zo’n triest lot bespaard.

 

MARCO KNIPPEN

Voorzitter NSP