SCHOT VOOR DE BOEG

Een voetbalreis naar Duitsland

(Door John Volkers)

We (de Nederlandse voetbalpers) gaan weer naar Duitsland, maar na het zien van Andere Tijden Sport over Koeman & Koeman mijmer ik over toen en nu. Wat een verschil intussen met die junidagen van 1988 toen ik, als jonge verslaggever van het ANP, over de grens trok om het Nederlands elftal te volgen. De ploeg gehuisvest in hotel Gut Höhne in Mettmann, wij (Gijsbert Spierenburg Haagsche Courant en Erik Oudshoorn van NRC) in een Gasthof Gut Moschenhof op tien minuten rijafstand. Veel was mogelijk. Perschef Ger Stolk mocht best veel organiseren van teamchef Rinus Michels. Drie eindtoernooien op rij (1982, 1984 en 1986) was het Nederlands elftal weggeweest van het brandpunt der belangstelling.

John Volkers

De stemming was positief, maar bedaard. Kort tevoren had ik in Straatsburg gezien hoe Ajax in de Europa Cup 2-finale werd verslagen door het nietige KV Mechelen van Aad de Mos, Piet den Boer en Erwin Koeman en op tv zagen we hoe PSV in Stuttgart de Europa Cup voor landskampioenen veroverde door Benfica te verslaan, met een hoofdrol voor doelman Hans van Breukelen. Maar oranjekoorts, die bestond niet. Na de verloren WK-finale van 1974 (ook al in Duitsland) leek die uitgedoofd.

Dat veranderde in drie weken verblijf te West-Duitsland (oost en west waren nog niet herenigd). Het toernooi duurde slechts zestien dagen. Acht landenteams namen deel. Na de halve finale in Hamburg (de zege op de Duitsers) ontplofte het vaderland. Na de gewonnen finale in München, 2-0 tegen de Sovjets, keerden we per auto terug naar Nederland en reden we bij Zevenaar plotseling onder bruggen door waarop stond dat we welkom waren in het land van de Europameister.

Ook nu, 36 jaar later, is de stemming bedaard en afwachtend. Daar is nu meer reden voor dan toen. Waar ik als verslaggever destijds toch wel wat opwinding en tinteling beleefde in afwachting van het EK-toernooi, heb ik dat nu, als kijker op afstand, in het geheel niet. Het elftal is niet erg sterk, grote aanvallers ontbreken in de selectie van coach Ronald Koeman. Hoe moet je hiermee omgaan in de beschouwingen van het Nederlands elftal? Wij kwamen uit de school van Ben de Graaf en Dick van den Polder, keihard kritisch zijn als het getoonde van mindere kwaliteit was. Ik herinner me nog de dag dat

Marco van Basten mij in het vliegtuig vroeg om hem Ben de Graaf, destijds mijn chef bij de Volkskrant, aan te wijzen, de man die altijd zo kritisch was over de verrichtingen van Ajax. Ben zat niet op deze vlucht. Hij hechtte eraan grote afstand te houden van spelers. Om zijn oordeel niet te laten beïnvloeden. Het is een opvatting die nog nauwelijks leeft.

Ikzelf vond de kleedkamer-gangen en hotellobby’s waar we spelers en coaches troffen, zeker in 1988, een prima werkplek. In de Andere Tijden Sport-documentaire zie je de losheid waarmee pers en voetballers zelfs in de uren voor grote wedstrijden met elkaar omgaan. Tv-maker Harry Vermeegen mocht Erwin en Ronald Koeman plagen, met vragen buiten de gewone orde om.

Alles verandert, in hoog tempo. Jonge journalisten waren in 1988 niet meer de meneren van de Ad van Emmenes-stijl. Nu is er, met name door de veeleisende snelheid waarmee vooral digitaal de lezers en volgers moeten worden bediend, weer een andere generatie opgestaan. Ik hoop dat ze een opwindende reis door Duitsland mogen ervaren. Mijn prachtige loopbaan in de sportjournalistiek vertoonde enkele uitroeptekens tussen 12 en 25 juni 1988. Om met Michels te spreken: om nooit te vergeten.

John Volkers, voorzitter NSP