De kosten en de waarde van de NSP-kaart
Dezer dagen verstuurt de NSP zoals gebruikelijk de jaarnota’s voor 2025, met de uitleg daarbij dat we de kaartprijs helaas voor het tweede achtereenvolgende jaar hebben moeten verhogen. Net als in 2024 gaat de kaartprijs met 5 procent omhoog, een kostenverhoging in twee jaar tijd van 10 procent. Dat is geen kattenpis in een tijd waarin de tarieven voor de makers in de media eerder omlaag dan omhoog gaan.
Graag wil ik onze kostenstijging een beetje nuanceren. Een terugblik in de ontwikkeling van de tarieven leert dat de kaartprijs van 2013 tot en met 2023 NIET is verhoogd. De NSP heeft in die periode van tien jaar zowel een groot tekort kunnen wegwerken als in de kosten kunnen snijden. De mogelijkheden tot verdere bezuinigingen zijn uitgeput en de NSP heeft als serviceorganisatie en belangenbehartiger nu eenmaal een gezonde financiële basis nodig.
Algemeen secretaris Gerard den Elt (Foto Marcel Krijger)
Met een beperkt aantal van circa 500 kaarthouders en een begroting van circa 180.000 euro zorgt de NSP ervoor dat de media, hun journalisten, fotografen en cameramensen hun werk kunnen blijven doen in doorgaans goede en professionele werkomstandigheden, zowel nationaal als internationaal.
Vanzelfsprekend krijgen we vragen over de verhoogde tarieven, al valt dat aantal gelukkig erg mee. We ervaren een toenemende waardering voor het werk van de NSP, zowel van de kaarthouders zelf als van partners, zoals sportbonden, clubs en evenementenorganisaties in de sport.
De vragen die zijn gesteld komen uit de hoek van fotografen en die zijn begrijpelijk. Hun tarieven staan onder grote druk en de concurrentie neemt almaar toe. Laatst zaten er bij een internationaal sportevenement welgeteld acht (!) fotografen die allemaal hun beeld leveren aan een groot, internationaal fotopersbureau. Overkill inderdaad, waarbij het zo maar kan voorkomen dat twee of drie fotografen naast elkaar achter de boarding uit dezelfde beeldhoek dezelfde acties vastleggen en uploaden. Soms weten ze dat niet eens van elkaar. Dan wordt de spoeling wel heel erg dun en vraag je je af wie er tijdens zo’n duel nog wat geld kan verdienen. Er zijn mij sales rapporten getoond met te verwaarlozen bedragen per gepubliceerde foto.
De fotomarkt wordt gaandeweg voor een flink deel overgenomen door een reeks internationale fotopersbureaus, die dankbaar gebruik maken van de overvloed aan aanbieders langs de sportvelden. Het risico ligt volledig bij de fotograaf, die maar moet afwachten of zijn beelden een beetje tegen redelijke prijzen hun weg vinden naar de nationale en internationale media.
Namens de fotografen hebben we ons dit jaar onder meer ingezet voor een faire vergoeding van hun auteursrecht, via Pictoright, de auteursrechtenorganisatie voor beeldmakers. Het blijkt dat een aantal fotografen nog altijd onwetend is van het zich kosteloos aansluiten bij deze organisatie, waarbij op jaarbasis best aardige vergoedingen worden uitgekeerd. De bedragen overstijgen vaak de prijs van de NSP-kaart en soms zijn de uitkeringen zo groot dat rechthebbenden er een dertiende maand aan overhouden.
Sommigen worden overigens nu pas wakker en verdiepen zich in de mogelijkheden om die extra uitkering te krijgen. Soms komen zij erachter dat namens hen al een claim is ingediend door een opdrachtgever, zonder dat zij ooit een vergoeding hebben ontvangen. Anderen zitten al jaren op hun geld te wachten, geld dat collectief is geïncasseerd door een van de fotopersbureaus en tot dusver niet is uitgekeerd aan de rechthebbenden.
Dat laatste is natuurlijk onaanvaardbaar. Wie daarover vragen heeft, kan in goed vertrouwen ondergetekende altijd bereiken. Dat is óók de waarde van de NSP-kaart.
Gerard den Elt, algemeen secretaris