Nieuws

De dolfijnen van Port E!

Zaterdagavond flitsten de beelden ineens weer voorbij bij de NOS. Dallas 1994, de kwartfinale. Branco schoot met zijn linkerbeen vol dynamiet de vrije trap langs De Goey, 3-2. Ik had er als kenner van het Braziliaanse voetbal destijds nog zo voor gewaarschuwd.

In de studio werden herinneringen opgehaald. Romário, Bebeto, maar toen Bergkamp en Winter, met die kopbal. ,,Jij was daar toch bij’’, vroeg iemand aan Hugo.

Hugo was erbij, destijds in de Cotton Bowl.

Diezelfde vraag, of eigenlijk was het meer een opmerking, maakte Chris van Nijnatten ook eens in mijn richting. ,,Daar was jij toch ook bij, in 1994?’’

Hij stelde de vraag in 2010. We zaten op de tribune in Port Elizabeth en hadden zojuist Brazilië uitgeschakeld op het WK. Vooral dankzij de onnavolgbare Stekelenburg in het doel. En natuurlijk dankzij Wesley.

Brazilië was een soort van rode draad geweest voor ons in de jaren dat we naar het WK gingen om Oranje in de gaten te houden. Na de kwartfinale in Dallas verloren we in 1998 in de halve finale in Marseille. Onverdiend.

Winnen van Brazilië leek iets van heel lang geleden. Van 1974. Toen waren we er nog niet bij. Dat ‘wij’ het nog eens zouden meemaken leek onwaarschijnlijk. Tot de verrassing van Port E! ,,Wie zouden er in Dallas, Marseille en hier zijn bijgeweest’’, vroeg Chris, toen de cirkel eindelijk rond was. ,,Afgezien van ons dan.’ 

Jaren hadden we er naar uitgekeken om van Brazilië te winnen en naar de finale te gaan. Het gekke was dat het in Port E voor mij eigenlijk niet meer zo hoefde. We waren al lang van huis, stapten van vliegtuig in vliegtuig, de kinderen waren nog klein. Ik wilde eigenlijk wel naar huis.

Voor mijn generatie voetbalverslaggevers was Port E historisch. Verder weet ik nog dat het er levensgevaarlijk was. En dat ik een keer honderden dolfijnen voorbij zagen flitsen toen ik met Jochem over het strand van de Indische Oceaan liep. Dat is mij nog het meest bijgebleven.

Verder kan James Corden mij beter niet in een taxi door Port E laten rijden als hij mooie herinneringen wil laten herleven, zoals hij dat met Paul McCartney in Liverpool deed. Ik zou niet eens durven uitstappen.

Van Bronckhorst loodste ons vervolgens in Kaapstad langs Uruguay. In Soccer City werd het tegen Spanje niet de avond die we ons hadden voorgesteld.

Toen we ‘s nachts het stadion in Johannesburg verlieten was het rond het vriespunt en was er geen taxi te vinden. We barstten van de kou.

Ik heb Oranje daarna nooit meer live gezien, totdat ik als supporter vorig jaar met vrouw en kinderen naar de Kuip ging om Nederland van Luxemburg te zien winnen.

Op de weg terug heb ik de grote verhalen zitten vertellen over de dolfijnen van Port E!

GERT LAMMERINK