SCHOT VOOR DE BOEG

Blijf respectvol, Max

Toegegeven. Het was weer een knap staaltje tactisch vernuft dat Max Verstappen zondag liet zien. Hij deed wat eigenlijk niet voor mogelijk was gehouden: winnen op de Red Bull Ring, het thuiscircuit in het Oostenrijkse Spielberg. En dat terwijl de relatief korte en snelle Alpen-baan zich beter leent voor de Mercedessen en Ferrari’s, die met krachtiger motoren zijn uitgerust dan de RB14.

Er viel bij de vierde triomftocht in zijn carrière in de Formule 1 een parallel te trekken met zijn primeur in 2016 in de Grote Prijs van Spanje: ook in Barcelona profiteerde Verstappen van een collectieve baaldag van Mercedes - zij het dat destijds Lewis Hamilton en Nico Rosberg de schlemielen heetten, terwijl twee jaar na dato Valtteri Bottas Hamilton flankeerde.

Op die historische 15 mei werd Verstappen, nota bene in zijn eerste race voor Red Bull, met 18 jaar en 228 dagen de jongste winnaar ooit van een Formule 1-wedstrijd. Het voedde de gedachte dat in de coureur, die een jaar eerder met zijn 17 jaar en 164 dagen al de jongste debutant in de geschiedenis was, de toekomstig wereldkampioen schuilging. Iets wat de kenners - waartoe ik mezelf geenszins reken - reeds voor zijn entree in de koningsklasse van de autosport voorspelden, en wat ze nog steeds orakelen.

In dat beginjaar sprokkelde hij meteen 49 WK-punten bijeen, hetgeen zijn aanleg illustreerde. Maar: een podiumklassering zat er niet in. De magische inhaalrace in Sāo Paulo - waarin Verstappen van de achterhoede naar het podium oprukte, zodoende een masterclass in de regen verzorgde en door de verrukte Brazilianen als de reïncarnatie van Ayrton Senna werd gezien - moest toen bijvoorbeeld nog volgen.

Voor de NSP vormden zijn - in prestatieve zin - bescheiden uitslagen niettemin reden om Max Verstappen tot Sportpersoonlijkheid van het Jaar 2015 uit te roepen. Atlete Dafne Schippers, in dat jaar voor de eerste keer wereldkampioene op de 200 meter geworden, en wielrenner Tom Dumoulin, winnaar van twee etappezeges en drager van de rode trui in de Ronde van Spanje, hadden het nakijken. Uit het juryrapport: ‘De snelle omschakeling van de ene taal naar de andere, de onbevangenheid, het gemak en de authenticiteit voor de camera, de bereidheid om ter wille van de media heet van de naald de race en zijn inhaalacties te becommentariëren; het zijn de kenmerken van een jonge wereldster die begrijpt dat sport niet alleen een kwestie is van presteren, maar ook van pre-sen-teren!’ En: ‘Max Verstappen heeft in 2015 zo niet dagelijks, dan toch zeker wekelijks de media in alle verschijningsvormen en op alle continenten te woord gestaan. Professioneel en respectvol. Dat alles in woorden die voor sportliefhebbers van Maasbracht tot Melbourne en Montevideo te begrijpen zijn.’ Toe maar…

Voor alle duidelijkheid: de prijs - destijds in Rotterdam uitgereikt door raceliefhebber, Verstappen-fan van het eerste uur en oud-premier Jan Peter Balkenende - kwam hem, gezien de publiciteitslawine, toe. Al moet je je afvragen of zo jong op het voetstuk hijsen, verstandig is - temeer omdat het tastbare succes nog niet was omarmd.

De relatie met de serieuze media werd een broze, naderhand. Omdat zijn entourage ‘hun’ Max het idee gaf dat hij volmaakt was. En omdat sommige journalisten, die zich meer aanbidder dan kritisch volger tonen, dat beeld bevestigden. Het leidde ertoe dat hij vorig najaar na een tijdstraf repte van ‘een mongool van een steward’, dat hij - uiteraard vergeefs - trachtte de biografie van André Hoogeboom (inmiddels een bestseller) over hem te laten verbieden en dat - ook al ging hij zelf opzichtig in de fout - elke tegenvaller aan zijn auto, een rivaal of een official wijt.

Als ik Ziggo Sport-commentator Olav Mol mag geloven, rekende Verstappen zondag niet alleen met de concurrentie maar tevens met de ‘geschreven pers’ af. Hoezo? Omdat de kranten de pijnpunten van de slechte seizoenstart benoemden, kritiek die overigens ook uit de mond van teambaas Christian Horner viel te horen?

Gekker moet het niet worden. Altijd gedacht dat het juist de taak is van het journaille om topsporters, ook al zijn ze met exceptioneel talent begiftigd, zo nu en dan een spiegel voor te houden. In het geval van Verstappen gelden kennelijk andere journalistieke wetten, al zegt de opmerking van Mol - een dweper met een persaccreditatie - vermoedelijk louter iets over de gapende kloof tussen de infotainmentindustrie en de sportjournalistiek.

Daarom Max: in je eigen gelijk geloven mag en je laten bewieroken eveneens, maar blijf te allen tijde ‘respectvol’ (de loftuiting die in het NSP-juryrapport viel te lezen) naar hen die niet de taak hebben te behagen. Zélfs als die buitenstaanders jouw ‘genialiteit’ niet doorgronden. Want: hoogmoed komt doorgaans voor de val, en onfeilbaarheid is een gotspe.

Neem anders een voorbeeld aan Roger Federer, Michael Jordan, Wayne Gretzky en de al genoemde Senna, om maar enkele sporticonen te noemen. Innemendheid buiten de tennisbaan, het basketbalveld, de ijshockeypiste of het racecircuit deed geen afbreuk aan de adoratie - integendeel, zelfs.

 

MARCO KNIPPEN
Bestuurslid NSP