SCHOT VOOR DE BOEG

Tussen petrolheads en decibelzeikerdjes

De liefhebbers van Max Verstappen en Formule 1 hebben het niet zo op nuchterheid en zakelijke overwegingen. Bij veel discussies rondom een mogelijke terugkeer van een Grand Prix naar Nederland wint de waan van de dag het voortdurend van de rustige, weloverwogen benadering.

De petrolheads, zoals pk-fanaten en benzinebuiken in goed Engels worden genoemd, willen net als (soms) Max er in de eerste bocht meteen voorbij en vol gas doorrijden naar de geblokte vlag. De strategie, de gedegen aanpak, de pitstops, de lange termijn, het doet er in de euforie allemaal niet toe.

Wie tegenstribbelt en bezwaren opwerpt, is meteen een decibelzeikerdje in dit zo directe internettijdperk.

Max moet een thuis-Grand Prix krijgen en daarmee basta! Assen of Zandvoort, het zal ze worst wezen, als-ie er maar komt. In 2020 of anders 2021. En rap een beetje.

Website AutoScout24 speelde de afgelopen weken handig in op die zucht naar Nederlands autosportgenoegen. In liefst twee (magere, want 1005 respondenten) onderzoekjes concludeerde men dat vier op de tien Nederlanders hoopt op een terugkeer van de Formule 1. Ruim een derde (38%) kijkt vaker naar een Grand Prix sinds Verstappen meerijdt. Daarnaast is 31 procent van mening dat Max Verstappen op dit moment Nederlands grootste sporttrots is.

Daarom een eigen GP dus. Sinds de laatste zege van Niki Lauda op Zandvoort (1985) is het Formule 1-geluid op een paar evenementen na (Rotterdam City Racing, Gamma Racing Days, Jumbo Racedagen Zandvoort) in Nederland verstomd. Bijna de helft opteert trouwens voor een rentree op het duinencircuit, als we de autowebsite mogen geloven.

Voor een terugkeer is na de komeetachtige carrière van de kroonprins van de autosport veel te zeggen. Fernando Alonso bezorgde in zijn gloriejaren Spanje zelfs twee Grote Prijzen: die van Barcelona én Valencia.

Max kan nog wel een jaar of vijftien mee in de autosport en het moet raar lopen – spreken we de échte kenners maar na – als daar niet een file aan GP-zeges en een reeks wereldtitels uit voortvloeit.

Tot zo ver de euforie en het opportunisme.

Ik las onlangs in het autosportblad Formule 1 (https://www.formule1.nl/nieuws/dagboek-uit-boedapest-3-als-liberty-ja-zegt-kan-assen-volgend-jaar-de-nederlandse-gp-al-organiseren/) en in het AD (https://www.ad.nl/formule-1/f1-in-nederland-van-assen-mag-licht-al-op-groen~a43cf217/) dat promotor Lee van Dam de financiering van de jaarlijkse organisatie in Assen (20 miljoen euro) al zo goed als rond heeft. Een Britse investeerder zou daartoe bereid zijn.

Wie snel rekent, komt tot de slotsom dat de ruim 160.000 bezoekers (het aantal dat jaarlijks de TT in Assen bezoekt) in elk geval per persoon 125 euro zullen moeten betalen om de fee van F1-eigenaar Liberty Media te compenseren. Dan hebben we het nog niet gehad over andere exploitatielasten, zoals de aanpassing van het Asser circuit (nieuwe pitboxen, andere lay-out van het circuit met meer passeermogelijkheden, meer ruimte voor het zeer uitgebreide wagenpark van de F1), de aanleg van aanvullende toevoerwegen, veiligheid, circuitpersoneel en ga zo maar door. Voor je weet bedragen de kosten per jaar 40 miljoen en verdien je er zelfs met een entreeprijs van 250 euro (geen overdreven bedrag) nog geen dubbeltje aan.

Op Zandvoort zijn de problemen zo mogelijk nog groter. Veel nieuwe tribunes, een nieuwe pitstraat met dito gebouwen, een veel te kleine ruimte voor het F1-wagenpark, op zeker een verkeersinfarct door de nu al te beperkte toevoerwegen, er waait nog veel zand door de duinen alvorens Max Verstappen dáár een Grand Prix wint.

Wie meent dat het plaatsen van kanttekeningen niet op zijn plaats is, moet nog maar eens gaan praten in Francorchamps, waar tot grote ergernis van de Vlamingen de Waalse overheid veel gemeenschapsgeld steekt in de tekorten op de exploitatie van de Belgische Grand Prix. Of kijk eens naar het autosportgekke Duitsland van coureurs als Michael Schumacher, Sebastian Vettel en Nico Rosberg, waar de F1-circuits van Hockenheim en Nürburgring amper de eindjes aan elkaar kunnen knopen of in de verliezen duiken. Een kleine tien jaar autosportverslaggeving heeft geleerd dat een Grand Prix ook zo maar weer verdwenen is. Kijk maar eens in  Turkije of op Imola.

Max Verstappen mag van mij best zijn thuisrace krijgen, graag zelfs, maar dan wel als het een beetje financieel verantwoord is. Want als petrolhead vind ik niet dat de decibelzeikerdjes daar aan mee moeten betalen.

GERARD DEN ELT

Algemeen secretaris NSP