SCHOT VOOR DE BOEG

De maand van de keuzestress

Ik schrijf dit stukje op de ochtend voor het wielergala in Den Bosch. Straks kiezen oud-beroepswielrenners, voormalige kampioenen vooral, de beste wielrenner en wielrenster van het jaar. Dat is geen lichte opgave aan het einde van een seizoen waarin de successen elkaar opvolgden alsof er nooit een sportieve crisis is geweest. 

Ga er maar aan staan. Tom Dumoulin heeft een abonnement op de titel bij de mannen, maar elk jaar slaagt hij er weer in om zijn opmars luister bij te zetten. Hij won in 2018 minder dan in 2017, maar werd wel tweede in de Tour en de Giro. Hij bleef recht overeind in het geweld van de robots van Sky en toonde aan dat hij een blijvertje is op het podium van de grote ronden.

Niki Terpstra won de Ronde van Vlaanderen op epische wijze, waarbij hij Vincenzo Nibali in volle finale liet staan alsof die net vorig jaar van zijn vader zonder zijwieltjes heeft leren fietsen. Dylan Groenewegen is een veelvraat geworden in de massasprint, met veertien zeges in één jaar, waarvan twee op het mooiste podium dat je kunt bedenken: de Tour de France. En Mathieu van der Poel is een eenmansdestructiebedrijf op modderbanden, die zo ongeveer alles wint wat er te winnen valt, behalve het wereldkampioenschap. Dat zijn dan nog maar de mannen.

Bij de vrouwen is het net zo lastig, misschien nog wel moeilijker zelfs. Kirsten Wild is groots op de wielerpiste, maar de keuze valt logischerwijs op een vrouw die op de weg excelleert. En daar is het verschil tussen Anna van der Breggen en Annemiek van Vleuten net zo groot als op de finish van La Course, die vrouwenrace in de Tour de France. Even ter herinnering een iconisch beeld: Van der Breggen die zich wilde klaarmaken om met de handjes omhoog over de finish te gaan rijden, totdat ze een meter of tien voor de streep door een TGV werd gepasseerd.

De erelijst van beide vrouwen was afgelopen jaar nog veel indrukwekkender dan die van alle mannen bij elkaar. Van der Breggen heerste in het voorjaar, won de Strade Bianche, de Ronde van Vlaanderen, de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik alsof er geen tegenstanders meereden in het peloton. Van Vleuten was de beste in de Giro Rosa, de Ronde van Italië voor vrouwen en klopte haar voornaamste concurrente dus op de streep in La Course. En op het einde van het seizoen lag er een regenboogtrui klaar voor beide vrouwen, de wereldtitel tijdrijden voor Annemiek van Vleuten en de wereldtitel op de weg voor Anna van der Breggen. Ga daar maar eens chocola van bakken als jury, ga daar maar eens een wielrenster van het jaar uit kiezen.

Het is sowieso de maand van de keuzestress. Want inmiddels zijn ook de genomineerden bekend voor het Sportgala van mijn werkgever en NOC*NSF. Ook daar is het moeilijk kiezen. Sterker nog, daar is het vooral appels en peren vergelijken. Wie is de beste sportman? Schaatser Kjeld Nuis? Of motorcrosser Jeffrey Herlings? Of toch Epke, de enige die geen achternaam nodig heeft? En voor de sportvrouw van het jaar moet worden gekozen tussen schaatster Jorien ter Mors, shorttrackster Suzanne Schulting en de twee beste wielrensters van dit jaar, Van Vleuten en Van der Breggen. Ook hier wens ik de vakjury en de meestemmende topsporters veel succes.

Ik ben er niet rouwig om dat ik bij beide verkiezingen lekker achterover kan leunen en dat ik geen gordiaanse knopen hoef door te hakken. Maar zo gemakkelijk kom ik er nu ook weer niet van af. Met mijn medebestuursleden van de NSP heb ik de eervolle taak om ook dit jaar weer een Sportpersoonlijkheid van het Jaar (m/v) te kiezen.

Bij die verkiezing gelden andere criteria. Daar is de sportprestatie zeker medebepalend, maar gaat het ook nog eens om kwaliteiten op een ander vlak. Hoe gaat een sporter om met de massale belangstelling van media en publiek? En met teleurstellingen, met zware tegenslag? Zet de laureaten van de afgelopen jaren maar even op een rijtje en je weet meteen wat de kenmerken zijn van een Sportpersoonlijkheid van het jaar. Arjen Robben, Max Verstappen, Sven Kramer en Annemiek van Vleuten zijn niet zomaar topsporters.

Voor alle duidelijkheid. We zijn er met de jury nog niet uit. Deze keuze is al net zo ingewikkeld als de keuze voor de wielrenner van het jaar of voor de sportman/sportvrouw van het jaar. Maar we hebben nog even de tijd, gelukkig. Op maandagavond 28 januari zal ik opgelucht in de zaal zitten bij ons eigen jaarfeest, blij dat we die hoofdpijnverwekkende opdracht opnieuw hebben uitgevoerd.

 

GIO LIPPENS

Voorzitter NSP