SCHOT VOOR DE BOEG

Slepende dopingkwestie

Het was pal voor het WK kortebaan eind december. Kira Toussaint stak in topvorm. Podiumklasseringen, en dus premies, lonkten voor de rijzende ster van het Nederlandse zwemmen. Maar de dochter van Jolanda de Rover, de olympisch rugslagkampioene van 1984 in Los Angeles van wie ze het talent had geërfd, trok zich onverwacht terug. ‘Ziek geworden’, luidde de officiële verklaring.

Marco Knippen

Als een dief in de nacht verliet ze het Chinese Hangzhou. Eenmaal terug in Nederland kwam het hoge woord eruit. Toussaint werd beticht van dopinggebruik. In haar urine waren sporen aangetroffen van tulobuterol, de verboden stof die voor een verwijding van de luchtwegen zorgt. Ze had de bedenkelijk eer de eerste Nederlandse zwemzondaar te zijn sinds de invoering van reguliere dopingcontroles. De pers dook er dan ook bovenop.

Toussaint raakte in een dip. Ze werd gekweld door slapeloosheid. De motivatie ebde weg. Ze at haar verdriet weg, waardoor ze kilo’s aankwam.

Drie maanden duurde die nachtmerrie waarin ze als valsspeler te boek stond. Toen werd Toussaint, die zich tussentijds van haar bezoedelde reputatie had proberen te verlossen, vrijgesproken.

Ze bleek onschuldig te zijn. Het Chinese dopinglaboratorium had een fout gemaakt. Daarop seponeerde de internationale zwemfederatie FINA de zaak, op de dag dat ze naar Lausanne zou zijn gevlogen om zichzelf te verdedigen. Toussaint, hoe opgelucht ook, laat het er daarentegen niet bij zitten. Ze gaat een schadeclaim voor gemaakte kosten en gederfde inkomsten indienen, bevestigde haar advocaat Michiel van Dijk.

De kwestie valt in het niet bij het leed van het echtpaar Frans en Janine van Hoek. Zij strijden al meer dan een kwart eeuw voor eerherstel. Vergeefs, tot nu toe.

Hún dopingzaak dateert van 1991, al mag de ‘Guldenberg-affaire’ eigenlijk die naam net zomin dragen. Want destijds was eveneens sprake van een vals-positieve uitslag.

In 1991 deed Guldenberg (geregistreerd onder de veulennaam Galan) mee aan de selectieprocedure voor dekhengsten bij het Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland (KWPN), een keuring die op driejarige leeftijd plaatshad. Na drie bezichtigingen – waarbij op bouw, karakter, gezondheid, beweging en sportieve aanleg werd gelet – was hij de enige van 98 volbloedzonen die naar het verrichtingenonderzoek mocht.

Tijdens die centrale keuring in Ermelo, die nog eens honderd dagen zou beslaan en waar het talent voor dressuur en springen werd ingeschaald, imponeerde Guldenberg opnieuw. Na 68 dagen stond hij er florissant voor: er werd gerept over de verrichtingstopper, ofwel de beste van zijn jaargang. Als beoogd prestatievererver (een hengst die in voldoende mate bewezen heeft nakomelingen te produceren die zich op het hoogste niveau kunnen doen gelden) leek inschrijving in het stamboek derhalve een zekerheid. Wetende dat – voor de lieve som van circa duizend gulden (450 euro) per keer – doorgaans voor een langere periode zo'n driehonderd merries per jaar zouden worden gedekt, leek het kostje van de Van Hoeks daarom gekocht.

Toen volgde een onheilsbericht. Bij een controle was Guldenberg positief getest op oxyfenylbutazon, een pijnbestrijder die op de dopinglijst voorkomt. Hoewel prof. dr. Jacques van Rossum, de vermaarde dopingexpert, oud-directeur van het dopinglab in Utrecht, emeritus-hoogleraar farmacologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen én de aangewezen bindend adviseur naderhand concludeerde dat de aanwezigheid van oxyfenylbutazon 'niet bewezen is geacht’, bleef rehabilitatie en een billijke financiële compensatie uit. Een gevecht tegen windmolens, of beter gezegd tegen malversaties en arrogantie van de macht, volgde.

Stapels papier, soms wel metershoog en tevens vele meters beslaand, liggen inmiddels in Vught opgeslagen: multomappen vol met verweerschriften, deskundigenrapportages, laboratoriumresultaten, cijferlijst en keuringsverslag, correspondentie tussen de slachtoffers en hun advocaten evenals tussen klager en verweerders, tendentieuze publicaties in veelal paardentijdschriften en het verenigingsorgaan van het KWPN, losse notities, tijdlijnen en een wetenschappelijke aanklacht zijn de stille getuigen van een schandaal dat nog altijd voortduurt. Net als de tientallen cassettebandjes met geluidsopnamen; honderden uren in totaal, van (telefoon)gesprekken tussen Frans van Hoek en bestuurders, juristen en wetenschappers.

Waar Kira Toussaint afgelopen weekeinde bij haar rentree meteen een WK-limiet zwom, daar kan Guldenberg zich – door inmenging van het KWPN – nooit meer manifesteren. De hengst overleed eind 2016, op een geheim adres en in anonimiteit. Toch blijft het echtpaar Van Hoek – met hem als Don Quichot – verbitterd gerechtigheid najagen. Advocaat Van Dijk kan zodoende een telefoontje verwachten, luidt de inschatting.

Of de doorgewinterd jurist voor hen in de bres wil springen, is de vraag. Hetzelfde geldt voor bijna alle landelijke media, die zich in het verleden opvallend afzijdig hielden: het valt te bezien of zij nu wél bereid een misstand aan te kaarten. Toch herleeft die hoop bij de Van Hoeks: want net als Kira Toussaint willen ze, na bijna drie slopende decennia, van alle blaam gezuiverd worden.

 

Marco Knippen 
Bestuur NSP