Nieuws

Voor 50.000 dollar frisse lucht

Het is 1 oktober. Normaliter genieten ‘s werelds beste topatleten rond dit jaargetijde van een welverdiende rust na een slopend zomerseizoen dat start in mei en eindigt in september. Dit atletiekjaar echter niet. De IAAF besloot een aantal jaren terug, toen nog onder de paraplu van de corrupte president Lamine Diack, dat het tweejaarlijks kampioenschap naar Doha in de schatrijke oliestaat Qatar moest worden gehouden.

WK Atletiek in Qatar: lege tribunes, matig bezette persplaatsen (Foto: Eric Roeske)

Daar plukken de atleten nu de wrange vruchten van. Vooral dan de atleten die aan het begin van de nacht om 23.59 uur klaar staan voor hun marathon of 20 of 50 kilometer snelwandelen, want die moeten in snikhete omstandigheden hun discipline uitoefenen. Langs de boulevard La Corniche mogen marathonlopers 6 heen en weer rondjes van 7 en snelwandelaars 10 of 25 (!) rondjes van 2 kilometer afleggen in het kunstlicht. Dit in omstandigheden die volgens de richtlijnen van de IAAF zelf ontoelaatbaar zijn om dergelijke wedstrijden te houden.

Het is dan ook niet zo gek dat menig gerenommeerd marathonloper de voorkeur geeft aan de Marathon Majors van Berlijn of New York of in het geval van Nederlands beste loper Abdi Nageeye aan Amsterdam. Recordhouder Eliud Kipchoge probeert halverwege deze maand zijn ‘breaking2’ project in Wenen een vervolg te geven. Wellicht een idee om de WK op die disciplines te koppelen aan dergelijke stadsmarathons.

Nee, dan hebben de atleten van alle andere 43 atletiekdisciplines het beter getroffen in het Khalifa International Stadium, waar iedere dag voor 50.000 dollar aan frisse lucht in het openluchtstadion wordt geblazen. Als je pech hebt op de immense perstribune zit je net bij zo’n kanaal en word je weggeblazen.

Qatar in de schemering (Foto: Eric Roeske)

Maar verder heeft de IAAF het goed voor elkaar met ruime werkplekken in het stadion, bekabeld internet én WiFi dat allemaal goed werkt. De Nederlandse schrijvende pers  zit op de eerste ring bovenaan pakweg 10 meter na de finish. De mixed zone is daardoor binnen 1 minuut bereikbaar en ook daar is airco. Op 5 minuten lopen is het mediacentrum met honderden werkplekken met dezelfde faciliteiten. Daar is ook een mediarestaurant waarmee je de meest basale voeding kunt nuttigen. Er worden geregeld gratis hapjes ter beschikking gesteld en water is in voldoende mate beschikbaar, met navulmogelijkheid in het stadion. Op tien minuten lopen vanaf het stadion bevindt zich het grote winkelcentrum Villaggio, een soort overdekt klein Venetië met exclusieve winkels, eettenten en een ijsbaan.

Nieuw op dit WK is dat er geen ochtendsessies zijn. Vanwege de hitte starten de wedstrijden nooit vóór 16.30 uur, en de laatste finales zijn tussen 23.00 en 24.00 uur. Soms zitten er hele ‘lege’ stukken in het programma, wat veel vraagt van het toch al matig aanwezige publiek. Wel worden er af en toe hele contingenten expats gratis ingevlogen waardoor de tribunes minimaal half bezet zijn.

Hoe dan ook is het wennen na het vorige WK in Londen met overvolle tribunes en mensen die allemaal verstand hebben van atletiek. De lichtshow voorafgaand aan het klapstuk van iedere avond (zoals de 100 meter finales) is adembenemend en zet de standaard voor de toekomst. Zoals altijd beleeft Nederland sportief gezien haar ups en downs, zoals de gouden medaille van Sifan Hassan, de blessure van Dafne Schippers en de onverwachte schorsing van Hassans coach Alberto Salazar waardoor het nooit saai wordt voor de pers. Prettig is de coulante opstelling van de organisatie; alles kan eigenlijk, niets is te gek. Ik heb nog geen onvriendelijk gezicht gezien.

Het vervoer van en naar vliegveld, hotels en stadion gaat allemaal met bussen, en daarvoor is een strak schema opgesteld waaraan men zich stipt houdt. Bij ieder hotel staan functionarissen die dit allemaal in de gaten houden. Vanaf de teamhotels wordt onder politiebegeleiding gereden. Dit gebeurt zonder vrijgehouden rijbaan waardoor je zo in een file belandt van het 2,6 miljoen tellende land waar iedereen een auto heeft. Met benzineprijzen van omgerekend 25 eurocent per liter niet zo gek natuurlijk.

Wat wel schuurt is dat Doha één grote bouwput is. Overal zijn gebouwen en wegen in aanbouw. De metrostations zijn klaar maar nog niet operationeel. Langer dan vijf minuten in de zon lopen met temperaturen van tegen de 40 graden (in de schaduw) is geen pretje. Als je dan al die duizenden gastarbeiders uit Pakistan en de Filipijnen ziet zwoegen is dat ronduit schokkend.  

ERIC ROESKE 
(Runner’s World, TopatletiekLive en Telesport)