Nieuws

Doorgeslagen met seksegelijkheid

Het is het mantra van de Olympische Spelen in Tokio: gender equality. Seksegelijkheid. Het IOC haalt alles uit de kast om het aantal vrouwelijke sporters die deelnemen aan ‘Tokio2020’ richting de vijftig procent op te stuwen.

Naar verwachting is volgend jaar 48,8 procent van alle atleten op de Olympische Spelen een vrouw. In Rio was dat 45 procent. Een blik verder terug in de tijd leert dat de vrouwen er vroeger maar bekaaid vanaf kwamen. In 1992 was 29 procent van alle sporters een vrouw, in 1984 was het 23 procent en in 1964 slechts 13 procent.

Natasja Weber

De komst van de gemengde estafettes bij zwemmen (4x100 meter wisselslag), atletiek (4x400 meter) en triatlon en de gemengde wedstrijden in het judo, tafeltennis, schieten en handboogschieten geven een boost aan het aantal vrouwelijke deelnemers.

Afgezien van deze mixed-wedstrijden heeft het seksegelijkheidsprincipe ook in andere sporten toegeslagen door het deelnemersveld van de mannen- en de vrouwencompetitie gelijk te trekken. In het BMX-racen bijvoorbeeld staan er in Tokio 24 mannen en 24 vrouwen aan de start. In Rio waren dat nog 32 mannen en 16 vrouwen.

Als sportliefhebber juich ik het natuurlijk toe dat vrouwen een steeds prominentere rol vervullen binnen de topsport. En het klinkt ook heel sympathiek om - zoals bij BMX - één lijn te trekken wat betreft het aantal mannen en vrouwen dat zich kan plaatsen voor de Olympische Spelen.

Maar ik vraag me af of het eigenlijk wel eerlijk is. De concurrentie bij de mannen is in het BMX'en vele malen groter dan bij de vrouwen. Wereldwijd zijn er ongeveer 200 mannelijke BMX’ers die professioneel met hun sport bezig zijn tegenover zo'n 60 vrouwen.

Bovendien zijn de kwaliteitsverschillen bij de vrouwen aanzienlijk. Gevolg van de IOC-maatregel is dat veel sterke mannen zich niet zullen plaatsen voor ‘Tokio’ en dat er wel vrouwelijke BMX’ers van de partij zijn die niet het olympische niveau hebben.

Is dat wat het IOC wil? Ik vind dat het IOC een beetje is doorgeslagen met zijn streven naar seksegelijkheid. Op de Olympische Spelen moet het in essentie draaien om de kwaliteit van de topsporters. Dat is in mijn ogen veel belangrijker dan kost wat kost evenveel vrouwen als mannen aan de start krijgen.

NATASJA WEBER