SCHOT VOOR DE BOEG

NOC*NSF toont geen behoefte aan stem Nederlandse Sport Pers

De Olympische Spelen van Rio vroegen, met alle gebeurtenissen in die rumoerige augustusdagen, om een grondige evaluatie. Sportbonden, coaches en sporters moesten eraan geloven. Dat gold ook voor het werk van NOC*NSF zelf. Was het geleverde, op het gebied van perszaken en publieke relaties, goed genoeg? De Nederlandse (sport)pers mocht er een mening over geven in een evaluatiebijeenkomst op 23 oktober, in een restaurant te Amsterdam dat mogelijk een beetje te luidruchtig was om de hele discussie te kunnen volgen.

Soenar Chamid

Het NOC had persman John van Vliet en hoofd communicatie Geert Slot naar de hoofdstad afgevaardigd. Op het allerlaatste moment werd ik gevraagd om de plaats van de verhinderde collega Luuk Blijboom (De Telegraaf) in te nemen. Ik ging er zitten als Volkskrantverslaggever met dertien Olympische Spelen achter de naam. Het was mogelijk wat dienstiger geweest, als ik daar was gaan zitten als vicevoorzitter van onze NSP.

Mijn geluid werd gehoord, daar niet van. Maar als de NSP de stem van de sportjournalistiek hoort te vertegenwoordigen, dan was het misschien beter geweest via de lijn van die Nederlandse Sport Pers te werken. Die had dan de mensen uit het veld gehoord en hun mening vertolkt. Ze hadden zeker een paar kritische mensen (Henk Stouwdam van NRC) geronseld om het NOC*NSF bij te lichten over het verleden en te wijzen op verbeteringen voor de toekomst.

Zo was het deze keer evenwel niet. En het moet gezegd, de mensen van NOC*NSF hadden er een keurige voorbereidende enquête tegenaan gegooid. Deze verslaggever had die netjes ingevuld, maar het NOC vond mondelinge toelichting gewenst. Bovendien was het veld van aandacht breder getrokken. Naast de pure sportpers, vertegenwoordigd door olympisch debutante Eline van Suchtelen (Trouw) en ondergetekende, waren er mensen van Radio 2 (Bert Haandrikman en zijn producer), er was een internetverslaggeefster van AD die voorspelde dat de verslaggeving van de volgende Spelen al niet meer op papier zal verschijnen en we hadden een tv-man van SBS6. In het lawaai gingen hun namen verloren. Ik had ook nooit een uitnodiging op papier gezien, dus deze omissie moet mij maar niet euvel worden geduid.

De hoofdvraag aan tafel, tussen de uitsmijters en de kroketten door, bestond uit drie delen: waarmee gaan we stoppen, wat moet anders en wat moet de volgende keer zeker weer op deze manier gebeuren?

Om met het laatste te beginnen: de servicegerichtheid van de mensen van NOC*NSF was goed. Persmensen Hans Nieuwenburg, Simon Keijzer, Sonya Schonewille en John van Vliet moeten zeker blijven. Zij renden van hot naar her in het uitgestrekte olympische terrein van Rio. Het was soms ondoenlijk werk wegens de enorme afstanden. Met name de verdeling van de High Demand-tickets voor evenementen als zwemmen gaf een logistiek probleem. Hoe dat anders moet in Tokio? Werkelijk geen idee. Ik zou zeggen: digitale tickets laden op de smartphones van de journalisten.

We spraken in Amsterdam nog lang na over het zwijgen van Maurits Hendriks in de kwestie ‘onbewoonbaarheid van de olympische flats’, ‘losersvlucht’ en ‘Yuri-gate’, over turnbondscoach Bram van Bokhoven die in De Telegraaf over zijn Yuri het woord deed (tot woede van andere media) en over het afnemende aantal perskaarten voor de Nederlandse media. Over de Bokhoven-zaak nog dit: volgens Slot en Van Vliet zaten de verslaggevers van De Telegraaf zo dicht bij de definitieve onthulling van het wangedrag van Van Gelder dat zij in aanmerking kwamen voor de onthulling van de werkelijke gebeurtenissen door de turncoach zelve. Ja, er was regie in de kwestie geweest, dat werd erkend.

Om met een blik in de toekomst te eindigen. NOC*NSF gaat het sinds Vancouver 2010 en Londen 2012 steeds meer tot zijn taak rekenen om niet-geaccrediteerde media en niet meegereisde media van nieuws, achtergrond en interviewmomenten te voorzien. ‘Zeker toen de poen van het door Nederland gemiste Euro 2016 vrij kwam’, was het duidelijk dat de media extra mensen gingen afvaardigen naar Brazilië. Zo had Geert Slot de zaken ingeschat. Hij besloot de vergadering met de verklaring dat er in de toekomst (Pyeongchang 2018 en Tokio 2020) nog meer aandacht besteed zal worden aan de wensen van de niet-geaccrediteerde media. Of de sportpers met zijn mooie olympische perskaarten dat maar even in de oren wil knopen? Die sportpers, althans de georganiseerde tak (NSP), was evenwel niet aan tafel genodigd. Mogen wij dat vreemd vinden?

John Volkers, vicevoorzitter NSP