Nieuws

Organisatie Davis Cup: dat kan én moet beter

Hoge entreeprijzen, lege tribunes en tennis tot soms diep in de nacht. Aan de Davis Cup nieuwe stijl valt nog veel te verbeteren, stelt Hans Schelling, een van de zes Nederlandse mediavertegenwoordigers bij het toernooi in Madrid.

De Davis Cup was dit jaar in een nieuw jasje gestoken. In Madrid streden vorige week 18 landen om de Davis Cup. Thuisland Spanje mag zich komend jaar de beste tennisnatie ter wereld noemen.

Ook Nederland had zich gekwalificeerd voor het miljoenenbal van de Kosmos Group van Barcelona-verdediger Gerard Piqué. Dat betekende echter géén stormloop van de vaderlandse tennispers richting de Spaanse hoofdstad, want slechts vijf journalisten (Tijmen Lensink, Steffan Kok, Edwin Winkels, Koen Greven, Hans Schelling) en fotograaf Rien Hokken volgden het Nederlandse team op de voet met tweemaal een aanvangstijdstip van 11.00 uur. En dat was deadline-technisch een prettige bijkomstigheid, want het absolute dieptepunt werd donderdag bereikt bij het avondduel Verenigde Staten-Italië waar pas om vier uur ‘s nachts de laatste bal werd geslagen.

De Nederlandse tennissers en coach Paul Haarhuis (links) laten de vragen van journalisten op zich afkomen. (Foto: Rien Hokken)

Het was goed dat wereldtoppers als Rafael Nadal (‘Dit zorgt voor problemen voor ons, maar ook voor de toeschouwers die naar het stadion komen’) en Novak Djokovic (‘Het spelen voor eigen publiek is toch het mooist’) hun ongenoegen hebben uitgesproken over de speeltijden en locatie. Om de critici enigszins tegemoet te komen werden halverwege de toernooiweek de dag- en avondsessies met een half uur vervroegd, maar dat was slechts een futiliteit. Drie banen bleken op één dag te weinig voor zes wedstrijden. Bij de evaluatie van het evenement zullen het tijdschema en de speelweek aan het einde van een zwaar seizoen veelbesproken onderwerpen zijn.

Het Caja Mágica-complex aan de rand van Madrid telde drie wedstrijdbanen: het centre court met 12.500 toeschouwers en twee banen voor een paar duizend fans in aparte hallen. Op baan 3 werd op dinsdag het duel Kazachstan - Nederland voor een paar honderd toeschouwers gespeeld. De publieke belangstelling viel veel zwaar tegen, maar welke Spanjaard gaat 45 euro voor een partij tussen weinig aansprekende spelers betalen?

Voor de journalisten leek het meer op een aflevering uit ‘Ontdek je plekje in Madrid’ om de perstribune te vinden. Nergens was er enige bewegwijzering. Ook de nagenoeg geen Engels sprekende suppoosten konden ons niet helpen aan een plaats op de perstribune. Dan ga je gewoon maar ergens zitten, want er was plek genoeg in de troosteloze hal.

Een dag later, tegen Groot-Brittannië, mochten wij op de bovenste rij aan de lange zijde op een voor de pers gereserveerde plaats gaan zitten. Opmerkelijk was dat zowel op het centre court als op de bijbanen geen enkele desk op een perstribune stond waar je rustig je verhaal kon gaan tikken.

De ITF – International Tennis Federation – voerde een streng mediabeleid voor de World Cup of Tennis, zoals de apotheose van het tennisjaar op grote reclameborden werd aangekondigd. Het handjevol Nederlandse tennisjournalisten had de slechtste plek in het perscentrum gekregen. Helemaal apart naast de koffiemachines. Als de buitendeur openging kreeg je het gevoel dat de Elfstedentocht elk moment in Madrid van start kon gaan. Voor het bereiken van de grote interviewruimte moesten alle journalisten in een sprint door de koude buitenlucht lopen, wat voor niemands gezondheid bevorderlijk was.

Davis Cup-coach Paul Haarhuis in gesprek met vanaf links Tijmen Lensink (Telegraaf), Edwin Winkels (AD), Hans Schelling (oa. ANP) en Koen Greven (NRC). (Foto: Rien Hokken)

Volgens de organisatie zouden na afloop van een interland alle spelers en captain gezamenlijk een persconferentie geven, maar al halverwege de tweede speeldag werd hiervan afgeweken. De spelers hadden meteen na hun wedstrijd een mediamoment zodat kranten en websites op hun wenken werden bediend. Zo hoort dat anno 2019, maar vooralsnog niet bij de Nederlandse tennisbond. 

Gelukkig was Tallon Griekspoor een positieve uitzondering. Enkele uren na zijn zinderende driesetter tegen Andy Murray gaf Griekspoor een eerste reactie en konden de journalisten voorzichtig gaan tikken. Toeval of niet, de persconferentie van Griekspoor leverde wel de beste teksten op. Na afloop van het dubbelspel zat het hele team weer bij elkaar achter een tafel en was gezapigheid troef onder de spelers.

Natuurlijk was de organisatie op de finaledag lovend over de nieuwe opzet van het traditionele landentoernooi, maar de noodzakelijke verbeteringen liggen voor het oprapen. Zoals het dubbelspel. Een paar keer werd een dubbelpartij helemaal niet gespeeld, omdat die niet meer van belang was voor de uitslag van de ontmoeting. Alle kritiek over de Davis Cup Finals in Madrid zal zeker resulteren in veranderingen voor het 119 jaar oude toernooi.

HANS SCHELLING
Freelance journalist