Nieuws

Op de Chinese manier

Vanwege het Coronavirus is China momenteel volop in de media. Diverse grote sporttoernooien - zoals de WK indoor atletiek – zijn afgelast en Chinese sporters dreigen door het reisverbod internationale toernooien te missen.

Sommige atleten kunnen op dit moment niet eens meer trainen, zoals bijvoorbeeld de turnsters in de omgeving van Hubei.

Lisa Deen

Door al de berichtgeving over China dacht ik aan mijn diverse trips naar verschillende Chinese steden. Bijvoorbeeld in 2014, toen de wereldkampioenschappen turnen in Nanning plaatsvonden. Nanning. Een tot dan toe vrij onbekende stad, net zoals Wuhan tot voor kort ook was (behalve voor deelnemers/verslaggevers van de World Military Games in 2019 misschien).

Nanning was een speciale trip en dat was het niet alleen door de WK, waar Epke Zonderland zijn wereldtitel aan rekstok wist te verdedigen.

Het was vooral speciaal omdat ik - samen met een aantal andere journalisten - een bezoek bracht aan een turntraining in China. Iets waarvan ik veel filmpjes had gezien op YouTube. Je kent ze wel, trainingen met veel huilende kinderen, geschreeuw en bloedende handen van alle blaren.

Onze vraag was helder: ging het er in het echt ook zo aan toe? Of beter gezegd: zou het er ook zo aan toe gaan als er journalisten op bezoek waren? Nou, een ding is zeker. Het was bizar. Daarom ging ik terug in mijn archief en rakel ik (een deel van) mijn verhaal van destijds nog eens op.

Op een doordeweekse dag waren we om 09:30 uur – met zijn vijven – van harte welkom in de turnhal van de Nanning Sports School. Vóór die tijd zou er immers niets gebeuren, afgezien van de warming-up. Een taxiritje van ongeveer vijf minuten bracht ons vanaf het mediahotel naar het complex waar naast een turnhal ook een atletiekbaan was gehuisvest.

Een oud, slordig gebouw, de ramen al lange tijd niet meer gelapt. De verf bladderde van de muren. Door het vieze raam zagen we kleine, jonge turners in de weer met spagaten, de split en andere vormen van lenigheid. We besloten nog even te blijven kijken: we waren immers (veel) te vroeg.

Af en toe hielp de coach de jongens. Eén van de turners had er duidelijk geen zin in en plofte neer op een mat. Voor hij het wist moest hij daarvoor boeten. Zijn trainer sloeg hem. Een paar keer zelfs. Voor straf werd hij daarna nog (extra) opgerekt.

Pas veel later liepen we de turnhal binnen. Het zag er oud en smoezelig uit. De vloer en de springplanken keihard, de bloedplekken zichtbaar op de pegasus. Een valkuil met schuimblokken was er wel, maar wanneer we een blok uit de kuil pakten bleek dit vrij hard.

Aan de muur bij de ingang hing een foto van drievoudig Olympisch turnkampioen Li Ning, die ooit in Nanning begon met turnen. Daarnaast een poster van Yuyuan Jiang, die in 2008 met de Chinese damesploeg Olympisch teamgoud greep.   

In heel China zijn er ruim 400.000 kinderen die naar een dergelijke turnopleiding, zoals die in Nanning, worden gestuurd. Het doel? Een internationale topper worden, zoals Li Ning en Yuyuan Jiang.

Al snel werden we vriendelijk begroet door de hoofdcoach, die niet wist dat we hem eerder al minutenlang hadden begluurd. Hij zette een paar stoeltjes klaar, terwijl de jongens zich uitleefden met een tikspelletje. Ondertussen wandelden ook vijf kleine turnstertjes de hal binnen. Direct gingen zij aan de slag met hun lenigheidsprogramma.

Een half uur lang deden ze allerlei vormen van lenigheid, met hoge blokken waarop ze hun voeten plaatsten en zo. Eén van de meisjes werd geholpen door haar coach. Niet zonder pijn overigens. Een traan rolde over haar wang toen haar coach hielp met rekken.

De coach van de jongens, die zijn pupillen een paar minuten geleden nog keihard aanpakte, leek de vriendelijkheid zelve. Toch was het speelkwartier van de jongens gauw voorbij. Bij de krachttraining kwam alles aan bod: buikspieren, beenspieren, armspieren: Rusten tussen de krachtoefeningen  was er absoluut niet bij. Vijftig tot honderd knipmessen of sit-ups achter elkaar? Geen enkel probleem voor de jongens in het turncentrum van Nanning.

Volledig uitgeput van de krachttraining begonnen ze aan een sprintwedstrijdje op de houten tumblingbaan. Al gauw kwamen er salto’s voorbij. Na de eerste salto ging één van de jongetjes op de grond zitten. Volledig verzuurd. Hij trilde helemaal. Maar de coach had het niet in de gaten. Hij drilde de andere jongens met nieuwe opdrachten. Er was geen oog voor het jongetje op de grond. Niet toen wij er waren althans. En wie weet is dat er ook helemaal niet meer van gekomen: voor hem zijn er duizenden anderen.

Hoe je het ook wendt of keert, de trainingen in China zijn niet mals. Ook niet als er journalisten – met camera’s en al – bij zijn. Blijkbaar is het de Chinese manier.

LISA DEEN