SCHOT VOOR DE BOEG

Aandacht

Vooropgesteld: het is iedere topsporter toegestaan geen toelichting op zijn of haar prestatie te leveren. Zwijgen is een basaal recht, tot in de rechtbank aan toe immers.

Maar toch. Je bent judoka, topjudoka, volgens jou wel zo ongeveer de beste van Nederland, ook van Europa en zo mogelijk van de wereld. Je krijgt niet tot nauwelijks aandacht van de media, want die kijken niet om naar de sport die in 2000 (Mark Huizinga) voor het laatst een gouden olympische plak aan de Nederlandse medaillespiegel leverde.

Een WK in Tokio in de legendarische Budokan wordt gevolgd door het kleinst mogelijke NOS-ploegje. Een EK in Minsk levert de belangstelling van één dagbladjournalist (ondergetekende) en NOS-reporter Matthijs Weststrate op. Die laatste werkte daar met een iPhone op een statief. Dat ziet er niet uit, alsof kosten noch moeite zijn gespaard om het Nederlandse judo aan de wereld te tonen.

Tegen die stroom in, geen media betekent geen sponsoring, weet deze judoreus toch een serieus publiek te veroveren. Hij presteert en toont zich in interviews een man met een mening, vooral over de eigen kwaliteiten, minder over dat van zijn concurrenten in het Nederlandse zwaargewicht.

Hij is ook een man van echt grote teksten. Zijn tijdperk was voorbij, oreerde hij in de catacomben van Rio. Dat bleek het tijdperk in de categorie tot 100 kilogram. De categorie daarboven, de superzwaargewichten, werd een nieuw werkterrein.

Wie hem vragen stelt, waaruit hij een gebrek aan kennis veronderstelt, kan de wind van voren krijgen. Het is het lot van de sport die minder aandacht krijgt. De wereldrecords schaatsen kunnen sommigen opdreunen, de Tourwinnaars sinds Coppi, net als alle uitslagen van het Nederlands elftal bij het WK van 1974, maar de grote mannen van het mondiale judo of de ingewikkelde regels voor olympische plaatsing, daar hapert de vragensteller en dat vindt deze man domheid en desinteresse, dan valt hij terstond de interviewer aan. Het liefst loopt hij weg. Begrijpelijk overigens en goed om te pareren en een volgende keer beter te prepareren.

Dan wint hij Parijs, het belangrijkste toernooi van de judowereld, een soort van Wimbledon. Hij treft een nagenoeg leeg persvak aan en denkt er het zijne van. Hij zal er de pest in gehad hebben. Boek je de grootste zege ever en kun je nauwelijks je verhaal kwijt. Gelukkig mag hij twee dagen later bij zijn superfan Matthijs van Nieuwkerk in DWDD vertellen van zijn grote overwinning en zijn volgens hem wel zo’n beetje gelopen race om het olympisch ticket.

Jullie snappen het. Dit voorwoord gaat over Henk Grol, drievoudig Europees kampioen judo en tweevoudig winnaar van olympisch brons. De man die nooit opgaf, een vent met een leeuwenhart, een uitzonderlijk talent ook.

Maar Hindrik Grol heeft, als ie verliest, ook een broertje dood aan die media die hij bij zeges graag had zien komen. In Düsseldorf waren van de Nederlandse media (naast een vaste fotograaf als Cees de Haan en websiteman Hans van Essen) NRC, AD en de Volkskrant (met fotograaf) aanwezig. Kijken hoe het duel van Grol met Roy Meyer, om één olympisch ticket, zich ontwikkelde. Ze konden elkaar in de halve finale treffen. Immers. De dag begon slecht voor Grol. Hij verloor zijn eerste pot, tegen de Duitser Frey, zeventien plaatsen lager geklasseerd op de wereldranglijst. Meyer bekerde verder.

Geen commentaar, sprak de zwetende Grol toen hij door de mixed-zone passeerde. Komt goed, sprak topsportcoördinator Pascal Bakker. Over een half uurtje, douche gedaan, is Henk afgekoeld.

Een half uur later vertrok Grol met de vaste tekst ‘geen commentaar’ uit de ISS Dome, de journalisten uit Nederland in verbijstering achterlatend. Elke poging tot een kort gesprek werd afgewezen. Komen voor een judoverhaal en dan de een na belangrijkste judoka van Nederland (wereldkampioen Noël van ’t End komt een plaatsje hoger) niet kunnen spreken, het is niet wat je verwacht.

Ja, Henk, dat mag, weglopen zonder wat te zeggen. Maar asjeblieft zeg: doe eens normaal. Toon je volwassenheid, wees professioneel, leer op deze gevorderde leeftijd een nederlaag te incasseren en geef ons, de media die de tatami niet dagelijks zien glinsteren, een paar aardige quotes. Goed voor jou, goed voor je sport.

 

JOHN VOLKERS

Vicevoorzitter NSP