Nieuws

Braziliaanse media kritisch over pressie van topclubs

Het was, toevallig of niet, op de dag dat het iconische stadion Maracanã van Rio de Janeiro zijn 70ste verjaardag vierde, dat de burgemeester van Rio dinsdag besloot groen licht te geven voor het voetbal. En al snel ook: donderdag 18 juni wordt het Campeonato Carioca, het nogal onbeduidende kampioenschap van de staat Rio de Janeiro, na drie maanden corona-pauze hervat met het duel tussen Flamengo en Bangu.

Door Joost de Jong

Nee, voorbij is de coronapandemie in Brazilië nog lang niet. Terwijl ik dit schrijf (dinsdagavond een uur of tien in Rio) floept er een pushbericht op mijn telefoon: 1282 doden zijn er vandaag geregistreerd en 34.918 nieuwe besmettingen. De cijfers behoren tot de hoogste aantallen sinds het begin van de pandemie.

In ‘onze’ deelstaat Rio werd vandaag het hoogste dodental in twaalf dagen gemeld: 239, waarvan 149 in de stad zelf. Met bijna achtduizend doden en meer dan tachtigduizend besmettingen is Rio de Janeiro na São Paulo het zwaarst getroffen gebied van Brazilië, op zijn beurt wereldwijd inmiddels het zwaarst getroffen land na de Verenigde Staten.

Met zulke cijfers is voetbal ver weg, zou je denken. Niet in Brazilië. En zeker niet in Rio, waar grootmacht Flamengo de greep naar de internationale macht op het continent in gevaar ziet komen door de noodgedwongen voetbalstop. Al wekenlang oefent de roemruchte club, regerend landskampioen en houder van de Copa Libertadores, druk uit op alles en iedereen om toch maar vooral zo snel mogelijk weer te beginnen.

,,Onze spelers zijn maximaal getrainde atleten. Die raken hun fysieke vorm en daardoor een groot deel van hun kwaliteiten kwijt als ze zo lang niks mogen doen. Als straks de nationale en internationale competities weer beginnen, zijn we er mogelijk niet klaar voor, is het verval te groot”, zegt voorzitter Rodolfo Landim, daarbij vergetend dat zijn club en spelers in hetzelfde schuitje zitten als de rest van de clubs in Zuid-Amerika.

De verklaring waarin de hervatting van het competitievoetbal in Brazilië wordt aangekondigd.

Landim leidt de roep om de terugkeer van het voetbal in Rio, in de rug gedekt door zijn collega Alexandre Campello van medegigant Vasco. Ze speelden het spel hoog. Enkele weken geleden lunchten ze in de hoofdstad Brasília met president Jair Bolsonaro, die al ruim daarvoor de eerste Braziliaan was die vond dat er ‘gewoon weer gevoetbald’ moest gaan worden. Niet verrassend voor de man die het coronavirus ‘een griepje’ noemt en niets anders wil dan dat het land weer aan het werk gaat omdat ‘in het leven iedereen uiteindelijk doodgaat’ maar ‘de economie moet doordraaien’.

Zonder mondmasker of het in acht nemen van de ook in Brazilië aangeraden anderhalve meter afstand lieten Landim en Campello – arts nota bene – zich na het bepleiten van hun zaak glorieus fotograferen met Bolsonaro. Het kwam het tweetal zowel op bijval als op kritiek te staan. Bolsonaro is niet heel geliefd onder de lagere bevolkingsklassen en juist daar hebben beide volksclubs veel fans.

Het bezoek aan de president werkte wel. Niet lang erna ontving Bolsonaro ook de burgemeester van Rio, de evangelische pastor Marcelo Crivella. Die ligt in Rio om meerdere redenen onder vuur en kan, met de burgemeestersverkiezingen in het najaar op komst, wel wat steun gebruiken voor zijn herverkiezing. De president, zelf afkomstig uit Rio, beloofde die, plus wat geld om nog snel wat leuke dingen te doen in de stad. In ruil voor? Tja, officieel weten we het niet, maar Crivella was na zijn bezoek aan Bolsonaro wel heel snel gedraaid in zijn oordeel over de hervatting van de competitie. Sport en politiek, u weet wel.

Veel media oordeelden kritisch over het gepush van Flamengo en Vasco, het machtige Globo-conglomeraat voorop. De twee columnisten-kanonnen van de krant O Globo, Carlos Eduardo Mansur en André Kfouri waren vernietigend. ,,Met hun reis naar Brasília hebben Flamengo en Vasco een kant gekozen in dit gepolariseerde land. Dat is een recht. Omdat het ze uitkwam, hebben ze zich geschaard bij de ontkenners van de pandemie. Twee volksinstituten hebben gelobbyd voor het weer mogen uitvoeren van hun activiteiten, terwijl Rio zijn gezondheidssysteem ziet instorten te midden van een angstaanjagend aantal doden. De bevolking kreeg al tegenstrijdige adviezen van zijn leiders over sociale distantie, nu propageert het voetbal de wet van ieder voor zich. Het voetbal zou zijn macht moeten aanwenden om het voorbeeld te geven. Het moment vraagt erom dat pragmatisme concessies doet aan solidariteit”, schreef chef-voetbal Mansur.

Stercommentator Kfouri, recent losgeweekt bij de sporttabloid Lance!, vatte het als volgt cynisch samen: ,,Midden in de verschrikkingen van de pandemie, is dit de glorieuze opkomst van het necro-bestuur, waarvan Landim en Campello de trotse gezichten zijn.”

Op SporTV, het sportkanaal van Globo, legden oud-spelers en nu toonaangevende commentatoren Júnior en Walter Casagrande Flamengo-voorzitter Landim het vuur na aan de schenen. ,,Het lijkt me voorbarig, voorzitter. Het land en de stad hebben andere problemen nu”, zei vroegere Flamengo-held en oud-international Júnior in een live-uitzending tegen hem.

,,Waarom de haast, Landim, waarom per se nu? Waarom willen jullie zo graag die leidende rol? Waarom niet een paar maanden wachten? Kijk naar de cijfers, luister naar de specialisten die zeggen dat de curves nog veel te hoog oplopen”, voegde Walter Casagrande, oud-speler van Corinthians, voormalig international en tegenwoordig een van de belangrijkste tv-analisten van Brazilië, daar aan toe.

Het moet gezegd, de Flamengo-voorzitter counterde dapper en vertelde uitgebreid over het strikte, op Duitse leest geschoeide protocol van testen en uitgebreide voorzorgsmaatregelen dat de club heeft voorgesteld en door de voetbalbond van Rio de Janeiro als leidend is overgenomen. ,,Het gaat niet alleen om Flamengo, maar om alle clubs in Rio en eigenlijk ook de rest van Brazilië, als we het straks ook gaan hebben over wanneer de nationale competitie weer begint. We willen ook een voorbeeld zijn voor de rest van het land, ook buiten het voetbal. Wij laten zien hoe je op een gecontroleerde, verantwoorde wijze terug kunt naar je bedrijfsvoering. Dat gebeurt nergens in het land, alles gaat open, maar het is ook een chaos. Laat het voetbal een voorbeeld zijn.”

De kritiek van de Globo-pundits toont in elk geval aan dat het met de redactionele onafhankelijkheid van het concern wel goed zit. Want het mediabedrijf zit ook in een soort spagaat wat het voetbal betreft. In de journalistieke programma’s op TV Globo, Globonews en de sportzenders worden volop vragen gesteld bij het optreden van de Braziliaanse president in de coronacrisis, de gebrekkige maatregelen en de nogal ongecontroleerde heropening van winkels en winkelcentra de laatste weken. Die hebben onder meer enorme mensenmassa’s op straat en in het openbaar vervoer tot gevolg, met op veel plekken ook weer een toename van het aantal besmettingen en doden.

Tegelijkertijd heeft Globo als grootste mediapartner ook een enorm belang bij de terugkeer van het voetbal. Leuk en aardig, die oude wedstrijden waarmee de zender nu de tijd vult, maar niets is toch beter voor kijkers en adverteerders dan live brood en spelen.

Achter de schermen is het bedrijf dan ook wel betrokken bij de herstart van het staatskampioenschap. En dat wordt gretig omarmd door de meeste clubs van de deelstaat Rio. Het gros daarvan leidt een nietig bestaan. Zonder het tv-geld van Globo dreigt voor de meeste faillissement of in elk geval forse bezuinigingen.

Flamengo gebruikt de tv-gelden overigens niet als argument. Door een conflict met TV Globo heeft de club dit jaar geen contract met de zender, al zou dat kort voor de herstart nog kunnen veranderen. Alleen de twee grootmachten Fluminense en Botafogo zijn nog tegen. Zij vinden dat Rio nog lang niet moet denken aan voetbal gezien de corona-situatie en zijn als enige twee clubs ook nog niet in training. Ze overwegen een gang naar de rechter om gedaan te krijgen dat ze pas in juli hoeven te spelen.