Nieuws

Iets om dankbaar voor te zijn

December is voor mij altijd de maand van de mijmeringen. Deze keer leek dat nostalgische gevoel sterker dan ooit. Misschien kwam het doordat ik in Eindhoven de uitvaart van Harry van Raaij had bijgewoond. In 2007 schreef ik zijn biografie en nu is hij dood.

Het gaat allemaal zo verrekte snel, dacht ik, terwijl ik in de kerk Miss Montreal over wind en regen hoorde zingen. Na scheidsrechter John Blankenstein en Cees Kick – de George Best van de Lage Landen – was de eminente voorzitter van PSV alweer de derde hoofdpersoon uit een van mijn boeken die wegviel.

Rond de jaarwisseling telde ik de prominente voetbaldoden en ik kwam tot de sombere conclusie dat vijftien van hen door mij ooit geportretteerd zijn. Ik weet, zo gek is dat niet als je 35 jaar in het vak zit. Maar toch… Daardoor kijk je net iets langer achterom als je in de vlammen van de open haard zit te staren en door het boek van je herinneringen bladert.


Zo kwam ik spontaan tot een ander lijstje; en dat stemde vrolijker.

Ik las namelijk eerst een verhaal van Sjoerd Mossou over de lockdown. Hij had het weer treffend opgeschreven.

Toen viel mijn oog op een kerstkaart van Christiaan Ruesink, die zich na zijn vertrek als hoofdredacteur van VI met zijn kenmerkende geestdrift op de reclamewereld stortte. Daarna verscheen een tweet van Willem Vissers met een foto van zijn zoon, over wie hij zo’n prachtige reeks schreef in de Volkskrant.

Op de site van het AD stuitte ik op een nieuwjaarsboodschap van Paul van den Bosch, die adjunct-hoofdredacteur is. In dezelfde krant zocht ik naar een bijdrage van algemeen verslaggever Jeroen Schmale, want zijn pen en menselijkheid leiden vrijwel altijd tot stukken die me raken.

Even later zag ik via LinkedIn wat Rob Pietersen (ex-Trouw) doet voor Vluchtelingenwerk en kinderen met een handicap. En ook dat David de Vries (ex-VI) het heeft geschopt tot directeur van de gemeente Helmond. Als jongste bediende werd hij vaak afgezeken door Johan Derksen, maar die eeltlaag komt hem in de politiek goed van pas.

De overeenkomst? Met deze mannen heb ik langs de velden en in mixed zones gestaan, wachtend op vaak nutteloze quootjes van voetballers. We reisden de hele wereld over om verslag te doen van de grootste bijzaak in het leven.

Ik weet dat er schrijvers zijn die met dedain neerkijken op ‘sportjongens’. Zij zien ons als cowboys en hobbyisten die zich bezighouden met maatschappelijk volstrekt oninteressante zaken. Maar kijk waar ze allemaal staan. Michel van Egmond heeft zich – in navolging van Hugo Borst – ook buiten het voetbal bewezen als begenadigd schrijver. Tom van Hulsen stuurt na 25 jaar VI zowel de eindredactie, fotoredactie als onlineredactie van dagblad Trouw aan.

Arjen Vos en Frank van den Muijsenberg volgden ooit samen met mij PSV. Tegenwoordig zijn ze respectievelijk redactiechef en cultuurverslaggever van het Eindhovens Dagblad. Robèrt Misset (nooit een saai moment met Robèrt in de buurt) verhuisde naar de economieredactie van de Volkskrant. Antal Crielaard heeft een fantastische baan in de reportagesfeer bij Trouw, ver weg van de sport. Dick Springer is al jaren een sleutelfiguur op de binnenlandredactie van De Telegraaf. Frank Woestenburg werd na een lange carrière als verslaggever door TVM binnengehaald als manager corporate communicatie. Thijs Slegers zette het mediabeleid bij PSV naar zijn hand. En Jeroen van den Berg is een alom gerespecteerd directeur van het Tata Steel Chess Tournament.

Voormalig sportjournalist Rob Hoogland, de net zeventig geworden Telegraaf-icoon, vertelde laatst in zijn eigen krant dat gevierde columnisten zoals Bert Wagendorp en Frits Abrahams niet voor niets in de sport zijn begonnen. Het is volgens Rob de beste leerschool, aangezien je de mens in al z’n facetten moet leren doorgronden en een scherp observatievermogen moet hebben.

Goed voorbeeld was de man die hem het interview ter ere van zijn verjaardag afnam: Bert Dijkstra. Ooit een goede collega van mij bij Telesport; nu eisen sommige BN’ers en politici dat hij hun gesprekspartner is als het ochtendblad een verhaal wil publiceren. Die status heeft hij zelf afgedwongen.

Bovenstaande opsomming komt uit mijn eigen kring. Ik ben zeker nog wel een paar namen vergeten van sportcollega’s die zich inmiddels op een ander vlak onderscheiden omdat ze kwaliteit leveren en als geen ander met mensen van diverse pluimage kunnen omgaan.

Maar dit is al een bijzonder rijtje. Dat geploeter in stadions en sporthallen, in weer en wind, bij nacht en ontij heeft ons veel gebracht. Iets om dankbaar voor te zijn.

Ik vond het, ná het rampjaar 2020, een mooie gedachte.

YOERI VAN DEN BUSKEN