Nieuws

De keerzijde van topsport

In het kader van nooit gedacht, toch gebeurd. Door de lange coronawandelingen ben ook ik toegetreden tot de wereld van podcasts, waarin het vrouwenvoetbal gelukkig niet achterblijft.

Onlangs lanceerde de UEFA The Football Podcast, met als host Rocky Hehakaija, voormalig (straat)voetballer en oprichter van de Favela Street Foundation. Elke aflevering is gelinkt aan een belangrijk thema dat binnen het vrouwenvoetbal speelt, zoals gelijke rechten voor mannen en vrouwen, seksisme en mentale gezondheid.

Annemarie Postma

Uit onderzoek van de internationale vakbond FIFPro blijkt dat 38 procent van de voetballers kampt met angstgevoelens en depressieve klachten. Dat komt neer op gemiddeld negen spelers per selectie van 25 voetballers. Daarbij dient gezegd te worden dat het hier alleen mannelijke voetballers betreft.

Bij vrouwen zou het gemiddelde zelfs hoger kunnen liggen. Veel speelsters ervaren gevoelens van eenzaamheid als zij naar het buitenland vertrekken, bijvoorbeeld door het gemis van hun partner en/of gezin, omdat zij niet de financiële middelen hebben om iedereen te kunnen onderhouden. Ook de seksuele aantijgingen, online en offline, spelen een rol. Een post over vrouwenvoetbal kan rekenen op commentaar op het uiterlijk van een speelster en de standaarduitspraak dat vrouwen terug de keuken in moeten.

In de aflevering over mentale gezondheid vertelt Oranje-international Shanice van de Sanden dat ze na het WK in 2019 nauwelijks over straat durfde, vanwege de kritiek die ze tijdens het toernooi over zich heen had gekregen, zowel in de kranten als via social media. ‘Ik was bang wat mensen zouden doen als ze me in het echt zouden zien.’

De vrolijke rechtsbuiten, met haar opvallende kledingstijl en spontane uitspattingen voor de camera, is sinds het succesvolle EK in 2017 een van de boegbeelden van het Nederlands elftal. Hoewel al jaren actief in het buitenland (eerst Olympique Lyon, nu Wolfsburg) kan ze in Nederland niet meer over straat zonder herkend te worden.  

Een paar dagen voor de eerste wedstrijd op het WK in Frankrijk spraken we met een kleine groep journalisten in het Novotel in Le Havre met Van de Sanden over de veranderde status van Oranje en de invloed daarvan op de speelsters. Hoewel ze er zeker aan had moeten wennen, zei ze energie te halen uit de positieve aandacht die ze kreeg. Van de Sanden was trots op haar status als rolmodel en ervaarde social media niet als een last, maar als een manier om de doelgroep te bereiken.

Een paar weken later zou dat gevoel volledig omslaan. Van de Sanden zat niet lekker in het toernooi en de druk van buitenaf op bondscoach Sarina Wiegman om haar te wisselen nam toe. Totdat de international zelf bij Wiegman aangaf dat ze niet kon leveren wat er van haar werd verwacht en dat ze beter iemand anders op haar positie kon zetten, vertelt Van de Sanden in de podcast. ‘Ik hoorde van andere speelsters wat er over me werd geschreven. Dat ging in mijn hoofd zitten. Gaf ik een slechte voorzet, dan dacht ik meteen aan het commentaar dat ik zou krijgen.’

Het heeft een jaar geduurd voor Van de Sanden van het WK was hersteld. Daarbij kreeg ze hulp van een mental coach. Dat ze niet de enige is die af en toe worstelt met de keerzijde van topsport, blijkt uit recente verhalen van (ex-)profvoetballers Gregory van der Wiel en Ricardo Kishna. Door zich uit te spreken over hun gevoelens sturen geven ze een krachtig signaal af naar collega’s en de jongere generaties dat ook topsporters zich weleens knap ellendig kunnen voelen en dat het niks is om je voor te schamen. ‘Want’, zo eindigt Van de Sanden haar verhaal, ‘mensen zien mij als profvoetballer, maar ik ben en blijf een mens.’

 

ANNEMARIE POSTMA