Nieuws

Mededogen

Ook in de sportwereld worden heel mooie dingen gedaan om de Oekraïners te helpen en te ondersteunen. Aan de andere kant was en is er – ook in de media – weinig tot geen mededogen en aandacht voor de Russische sporters, die ineens nergens meer aan mogen meedoen.

Sport verbroedert, is het lekker bekkende cliché, maar als het ook maar serieus om winnen en verliezen gaat, naaien we onze broeders en zusters met alle liefde een oor aan. Óf als ze uit een land komen dat wordt geleid door een gestoorde dictator gooien we ze zonder pardon aan de kant.

Ik ben zelf ook geneigd om iedere Rus als arrogant te beschouwen, als de hork die aan het buffet tijdens de all inclusive-vakantie de bak met aardbeien leegschept, maar dat is natuurlijk onzin. Je zult maar, zonder dat je zelf iets verkeerd hebt gedaan, worden uitgesloten voor een evenement waar je jaren voor hebt getraind, én – door het gemanipuleerde nieuwsaanbod in het thuisland – niet weten waarom dat is of dat je je eigen president misschien net zo haat als héél veel niet-Russen, maar dat je je daarover uit angst voor represailles niet durft te uiten.

Hans Klippus

Deze goeden moeten helaas onder de slechten lijden, zoals het altijd gaat. Het kan waarschijnlijk niet anders. Toch verbaasde het me dat de Russische deelnemers op het allerlaatste moment ook van de recente Paralympische Winterspelen in Peking werden geweerd. Als de sport soms inderdaad verbroedert, dan is dat toch zeker op de Paralympics. Die bestaan sinds 1960, maar de Russen doen daaraan pas sinds 1994 mee, omdat de voorgangers van Poetin beweerden dat er in hun land geen gehandicapten (tegenwoordig ‘personen met een beperking’ genoemd) bestonden. Vandaar ook dat Arnhem de organisatie van de Paralympische Spelen in 1980 van Moskou overnam.

En nu waren ze er dus weer niet bij. Ik zag Russische sporters die al in Peking waren, maar onverrichter zaken rechtsomkeert moesten maken. Natuurlijk, die beelden waren niet te vergelijken met het leed dat via de tv en social media uit Oekraïne tot ons komt, maar toch vond ik ze ook triest en oneerlijk. Want wat kunnen die mensen er nou aan doen dat in hun land zo’n klootzak het voor het zeggen heeft?

Ik moest denken aan de Nederlandse sporters die vanwege een zinloze boycot van hun regering uit protest tegen de inval van de Russen in Hongarije in 1956 niet aan de Zomerspelen van Melbourne mochten meedoen. Sommigen hebben hun hele leven het verdriet en de frustratie gevoeld.

HANS KLIPPUS