SCHOT VOOR DE BOEG

Blijven we koppig?

Wie zelf voetbalt die weet dat er twee soorten spelers zijn als het om koppen gaat: zij die het heerlijk vinden om te koppen en zij die er een hekel aan hebben. Er zit eigenlijk niks tussenin. 

Maar mensen die er een hekel aan hebben om te koppen - en dan spreek ik niet alleen voor mezelf, maar wel een beetje - kunnen wel genieten van de kopballen van anderen. Want koppen is een kunst. Een kopdoelpunt na een wegdraaiende voorzet vanaf de zijkant, waarbij de bal de bovenhoek in vliegt: wie smult daar niet van? Vol bewondering keek en kijk ik altijd naar kopwonders als Wim Kieft, Alan Shearer, Luuk de Jong en Cristiano Ronaldo. Het is ook zo verdomd moeilijk. 

Daan Smink

En ook in het amateurvoetbal heb je spelers die van koppen een vak hebben gemaakt. Bij wie een voorzet richting hun hoofd een zeker doelpunt is. Dat is een combinatie van talent en training. Want zoals voor de meeste specialismen geldt, word je een steeds betere kopper naarmate je veel oefent. 

Sinds deze week weten we helaas wat voor afschuwelijke gevolgen dat mogelijk heeft. Oud-prof Wout Holverda, erkend oud-kopspecialist van (vooral) Sparta en Fortuna Sittard, overleed afgelopen december op 63-jarige leeftijd. Omdat hij leed aan dementie en zelf meermaals had gesuggereerd dat het door het vele koppen was gekomen, liet zijn familie na zijn dood zijn hersenen wetenschappelijk onderzoeken. Een unicum in Nederland. 

De uitkomst was te lezen in een uitstekend verhaal in NRC, dat met de familie was opgetrokken gedurende het onderzoek. In Holverda’s hersenen werd chronische traumatische encefalopathie (CTE) aangetroffen. Een aandoening die kan ontstaan wanneer je meerdere keren hoofdletsel hebt gehad. Dat moest een gevolg zijn van zijn voetbalcarrière, concludeerden de specialisten, overigens zonder keihard te kunnen stellen dat het puur door het koppen moest zijn gekomen. 

Tal van media namen het nieuws prominent over, waardoor nu ook in Nederland de discussie over koppen eindelijk echt op gang lijkt gekomen. Eindelijk ja, want in Engeland en de Verenigde Staten is het al veel langer een serieus onderwerp in de media, bij oud-sporters en sportbonden. 

In Engeland omdat een handvol spelers uit de legendarische selectie die het WK 1966 won, later dementie kreeg. Voormalig topspits Alan Shearer, een paar decennia jonger dan de generatie van ’66, deed mede hierdoor in 2017 een oproep tot meer onderzoek.  

,,Voor elk doelpunt dat ik met het hoofd heb gescoord, heb ik er op training duizend binnengekopt. Als er een link is tussen hersenaandoeningen en kopballen, loop ik zeker gevaar”, zei de nu 51-jarige Engelsman. ,,Het is een zware maar ook fantastische sport, maar we moeten zeker zijn dat deze sport geen dodelijke gevolgen heeft.”  

Zo is het precies. Er is dus meer onderzoek nodig. En tot er meer duidelijkheid is, zijn extra voorzorgsmaatregelen verstandig. In Engeland mogen jeugdspelers tot twaalf jaar al niet meer koppen tijdens trainingen en in de VS gelden soortgelijke richtlijnen. De KNVB wil dat de jeugd aanvankelijk leert koppen met zachtere ballen, om later door een goede koptechniek schade te voorkomen wanneer er met hardere ballen gekopt gaat worden. 

Of voetbal ooit een spel zonder koppen zal zijn, valt niet te voorspellen. Maar dat het gevaar van koppen nu ook in Nederland echt op de agenda staat, bewijst nog maar eens hoe belangrijk vasthoudende media zijn. 

Want zonder dat zij, NRC voorop, dit onderwerp serieus hadden genomen, had het onderzoek naar Holverda’s hersenen waarschijnlijk nauwelijks impact gehad. Terwijl er, geloof het of niet, al in de jaren ‘90 onderzoeken naar koppen werden gedaan met alarmerende uitkomsten

In 2015 stelde de KNVB bij monde van bondsarts Edwin Goedhart nog doodleuk dat het Amerikaanse besluit om koppen in te perken, mogelijk was ingegeven door de angst voor schadeclaims. En dus niet zozeer doordat koppen daadwerkelijk gevaarlijk was. Daar komt de bond nu niet meer mee weg. 

Hoe prachtig de kunst van het koppen ook is. 

 

DAAN SMINK